Ondersteunen van vluchtelingen: goed mentorschap

Bij het ondersteunen van Oekraïense en andere vluchtelingen kunnen mentoren goede diensten bewijzen. Over goed mentorschap is veel nagedacht en er is veel onderzoek naar gedaan.

Een mentor kan iemand enorm helpen om het zelfvertrouwen te vergroten en om de weg in de Nederlandse samenleving te vinden. Over wat van belang is voor een goede en effectieve mentor-relatie gaat deze KIS-publicatie. Zo is een effectieve match cruciaal en helpt een open mind van de mentor en een achtergrond als leraar.

Veel kennis is ook aanwezig bij Mentorschap Nederland, de vereniging van elf Regionale Stichtingen Mentorschap. De regionale stichtingen voeren mentorschappen uit met de inzet van deskundige vrijwilligers. Mentorschap is een wettelijke beschermingsmaatregel voor volwassenen die door ziekte of beperking soms niet op alle momenten zelfstandig beslissen over vragen rond hun zorg en welzijn.

Uit de ervaringen van Mentorschap Nederland is veel kennis af te leiden over hoe goed mentorschap werkt, en over hoe die ook zonder een wettelijke beschermingsmaatregel kan worden ingezet. Kennis die ook van toepassing is wanneer een gemeente mentorschappen tussen Nederlanders en Oekraïners wil stimuleren, of als een burger zich wil opwerpen als mentor van een vluchteling. Het is belangrijk te bedenken dat het recht op zelfbeschikking een groot goed is, en het is belangrijk dat mensen door een mentor worden ondersteund op een manier die passend is bij gewoonten, waarden en wensen.

Zo is het bij de taken van een mentor richting de vluchteling of ‘mentee’ goed om aan het volgende denken:

  • Belangenbehartiging
    Je helpt de mentee/vluchteling bij de behartiging van de belangen van niet-materiële aard.
  • Advisering
    Je adviseert en steunt de mentee bij het nemen van beslissingen. 
  • Vertegenwoordiging
    Je treedt zo nodig op als vertegenwoordiger van de mentee. Het is belangrijk dat de mentee hiervoor nadrukkelijk toestemming geeft. 
  • Opbouw en behoud van vertrouwen
    Om de hierboven genoemde taken goed uit te oefenen is gewenst dat je zo veel als mogelijk een vertrouwenspersoon wordt voor de mentee. Daarom bezoek je de mentee regelmatig. Zo kun je goed luisteren naar de mentee, kennisnemen van diens situatie en -aansluitend op diens gewoonten, wensen en behoeften - handelen in het belang van de mentee.

Bij de werkzaamheden van de mentor is te denken aan:

  • Het regelmatig, eens per twee weken, of minimaal eens per maand, ontmoeten van de vluchteling.
  • Om kennis te nemen van én met de mentee te overleggen over diens situatie, welbevinden, begeleiding, en wensen en behoeften.
  • Om de hiervoor gewenste vertrouwensband op te bouwen en te onderhouden. Eventueel kun je hiervoor samen een plan opstellen.
  • Eventueel: het maken van bezwaar en indienen van (een) klacht(en).
  • Het (tijdelijk) functioneren als regisseur op terreinen van zorg en welzijn voor de mentee. 

Wat voor kennis moet je als mentor in huis hebben? 

  • Kennis over het Nederlandse systeem van instanties in het sociale en zorgdomein.
  • Ethische onderwerpen en vraagstukken.
  • Ook weet je waar nadere informatie te vinden is.

De vaardigheden voor een mentor:

  • Goed contact kunnen leggen.
  • Goed kunnen signaleren en beoordelen.
  • Steunen en praktisch en doelgericht handelen.
  • Assertief zijn.
  • Integer zijn.
  • Betrokken zijn en de juiste afstand kunnen houden.

Zie voor een uitwerking van deze vaardigheden hieronder.

Voor startende mentoren zijn de volgende handvatten bruikbaar:

Wanneer je net begint als mentor, ken je je mentee over het algemeen nog niet zo lang en ook niet de situatie waarin hij of zij zich bevindt. Deze handvatten kunnen je helpen de situatie voor jezelf in kaart te brengen. Het zijn suggesties voor acties die je aan het begin van je mentorschap kunt doen. Het hangt natuurlijk van de vluchteling en de situatie af welke acties passend zijn. Soms kun je al snel veel acties uitvoeren, soms moet je geduld hebben, omdat dat voor je mentee beter past, of om andere redenen. De afweging van het moment waarop je een actie gaat uitvoeren maak je zelf.

1. De vluchteling 
Onderstaande vragen kun je beantwoorden door zelf waar te nemen, de vragen aan de mentee of vluchteling te stellen of (wanneer de mentee zelf geen (volledig) ant-woord kan geven) de mensen in de omgeving van de mentee of andere betrokkenen hiernaar te vragen. De antwoorden zullen soms leiden tot nieuwe vragen. Het stellen van onderstaande vragen zal je ook helpen om meer duidelijkheid te krijgen:

  • Wat is de woonsituatie van de vluchteling?
  • Hoe ziet de vluchteling eruit (denk aan hygiëne, kleding, woonruimte e.d.)?
  • Hoe zien de dagen van de vluchteling eruit? 
  • Wat deed de vluchteling vroeger (werk, hobby’s, tijdsbesteding, manier van leven)?
  • Is de vluchteling tevreden met de huidige situatie van wonen en tijdsbesteding?
  • Zijn er grote vraagstukken of problemen die spoedig aandacht nodig hebben?
  • Welke verwachtingen heeft de vluchteling t.a.v. jou als mentor?

2. Familie en verdere mogelijke sociale contacten 

  • Uit wat voor gezin of familie komt de vluchteling?
  • Zijn er nog familieleden en zo ja, heeft de vluchteling hier contact mee?
  • Wat zijn de wensen van de vluchteling t.a.v. contact met familieleden?
  • Zijn er verder personen waar de vluchteling contact mee heeft en/of zou willen hebben? 

3. Woonsituatie/benodigde zorg

  • Welke hulp of zorg krijgt de vluchteling?
  • Hoe ziet de woonruimte van de vluchteling eruit? 
  • Wat zijn de verwachtingen van de hulpverleners t.a.v. het mentorschap?

Deze leer- en aandachtspunten zijn ontleend aan de basisreader voor nieuwe vrijwilligers die als wettelijke vertegenwoordigers onder de vlag van een regionale stichting mentorschap het mentorschap uitvoeren. De basisreader is samengesteld door Mentorschap Nederland. 
 

Uitwerking van de vaardigheden van de mentor:

a. Contact leggen
Contacten dienen te worden gemaakt met de mentee of vluchteling, en met andere betrokkenen, soms ook met familieleden, instanties e.d. Sociale vaardigheden en inlevingsvermogen zijn daarbij van belang. Het gaat om:
•    contact kunnen leggen met uiteenlopende soorten personen;        
•    de weg kunnen vinden binnen instanties;        
•    gespreksvaardigheden bezitten, die vertrouwen opbouwen.        

b. Signaleren en beoordelen
In de contacten met en rondom de mentee is luisteren, observeren, signaleren en onbevooroordeelde beeldvorming belangrijk. Het gaat daarbij om:
•    kunnen luisteren en observeren met een open houding;
•    je kunnen inleven en een beeld vormen van de behoeften van de vluchteling;
•    een situatie kunnen beoordelen, ook bij moeilijk verstaanbaar gedrag;
•    een beeld kunnen vormen van de invloed van medisch handelen op het welbevinden van de mentee;
•    in staat zijn niet de eigen normen en waarden op te leggen aan mentee.

c. Steunen en praktisch en doelgericht handelen
Je neemt de tijd om je mentee te helpen waar mogelijk zelf te beslissen. Soms is snelheid en doortastend handelen van belang voor de mentee, op andere momenten komt het aan op geduld, tact en slim onderhandelen. 
Het gaat om:
•    doelen helpen formuleren en aanpakken, ook in onduidelijke of conflicterende omstandigheden;
•    afspraken en acties kunnen regelen, organiseren en bewaken;
•    behoeften van de mentee kunnen afstemmen met instanties en familie;
•    kunnen delegeren (niet alles zelf doen);
•    praktisch, creatief en vindingrijk kunnen zijn;
•    kunnen doorzetten, ook bij tegenwerking;
•    geduldig zijn en tactvol.                            

d. Assertiviteit
Je komt op voor de belangen van je mentee. Het resultaat telt, maar je moet de relatie met instanties en anderen niet onnodig onder druk zetten. Een assertieve maar respectvolle bejegening van alle partijen is geboden, want voor het welbevinden van de mentee is en blijft een goede samenwerking van betrokkenen geboden. 
Het gaat om:
•    gedachten, gevoelens en meningen op directe, eerlijke en gepaste wijze uiten;
•    respectvol opkomen voor de belangen van de mentee en vasthouden aan het beoogde resultaat;
•    constructief standpunten innemen en vasthouden.    
    
e. Integriteit
Betrouwbaarheid en transparantie zijn belangrijk in de uitvoering van het mentorschap. Je bent de vertrouwenspersoon voor de mentee en moet de schakel kunnen vormen tussen de professionals en de mentee.

f. Betrokkenheid en distantie
Mentorschap is een vorm van vrijwilligerswerk met veel verantwoording. Het kost tijd en aandacht en levert vaak voldoening op. Maar naast betrokkenheid vraagt het ook distantie om te accepteren dat niet altijd gegeven kan worden wat de ander aan je vraagt of wat je een ander zou wensen. Levenservaring is een pré en steun van het thuisfront is ook belangrijk. 
Het gaat erom dat je:
•    voldoende stabiel in het leven staat;                
•    opgewassen bent tegen confronterende en emotionele situaties;        
•    in staat bent om ruimte te geven aan de mentee om zelf te beslissen;    
•    de balans kunt houden tussen afstand en menselijke nabijheid.