Online buurtplatforms zijn een uitkomst tijdens coronacrisis, maar niet voor iedereen

Coronacrisis stelt ons voor medische én sociale uitdaging

Het coronavirus heeft niet alleen een medische, maar ook een sociale crisis tot gevolg. Het ontbreken van mogelijkheden om elkaar fysiek te ontmoeten leidt bij menigeen tot stress en gevoelens van eenzaamheid, angst en verdriet. Aangezien buurthuizen en wijkcentra ook gesloten zijn, zijn we veelal veroordeeld tot onze eigen huiskamer. Online buurtplatforms kunnen uitkomst bieden, maar helaas nog niet voor iedereen.

Buurten en wijken hebben steeds vaker digitale platforms; virtuele plekken waar mensen de verbinding zoeken met elkaar. Deze online platforms faciliteren en stimuleren onderling contact tussen inwoners, iets waar in deze tijd meer behoefte aan is dan ooit. Mensen kunnen - zonder tussenkomst van een organisatie - een hulpvraag of hulpaanbod kenbaar maken. Voorbeelden van buurtplatforms zijn Nextdoor, Gebiedonline, mijnbuurtje.nl, WijkConnect en BUURbook.

Creatieve initiatieven

Wie een kijkje neemt op de verschillende buurtplatforms ziet dat mensen in deze crisistijd allerlei creatieve manieren vinden om iets voor elkaar te betekenen. Je komt de digitale voorleesoma tegen, de taartexpres voor mensen die het moeilijk hebben, boodschappendiensten, de #daslief in plaats van de #doeslief campagne, de lieve wensen voor oudere mensen en digitale en posteracties om je hulp aan te bieden of te vragen. Zo blijkt dat een crisis, hoe naar ook, altijd kansen meebrengt. Digitale middelen bieden de mogelijkheid om er digitaal op uit te gaan, mensen online te blijven ontmoeten en mensen in je buurt te helpen die dat nodig hebben.

Kansen en gevaren

Online buurtplatforms bieden kansen op verbinding, maar dreigen tegelijkertijd bestaande verschillen in de samenleving te vergroten. Meedoen op online buurtplatforms vereist namelijk een set middelen en vaardigheden, waar lang niet iedereen over beschikt. We splitsen deze benodigdheden uit in vier verschillende categorieën:

  • Financiële middelen - Niet iedereen heeft voldoende geld om een geschikte telefoon, computer of internetaansluiting aan te schaffen. Uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat eenoudergezinnen, mensen met een niet-westerse achtergrond, bijstandsontvangers en alleenstaanden onder de 65 jaar een grotere kans op ernstige armoede hebben. De armoede uit zich onder meer in (zeer) beperkte financiële middelen, sociale uitsluiting, gezondheidsproblematiek en beperkte toegang tot onderwijs. Vanwege geldgebrek hebben nog te veel schoolgaande kinderen thuis geen laptop of computer om huiswerk mee te maken. En er is regelmatig in gezinnen met meerdere kinderen maar één computer beschikbaar. Ook lager opgeleide ouderen, ouderen met een migratieachtergrond en 80-plussers kunnen zich de aanschaf van een computer of laptop vaak niet veroorloven.
  • Digitale vaardigheden - Om je in de virtuele wereld te kunnen begeven moet je met een computer of laptop om kunnen gaan en weten hoe dat veilig kan. Het is bekend dat slechts vier op de tien 80-plussers dagelijks gebruik maakt van internet, ook al hebben zij toegang tot internet in hun woning. Het is een lastige paradox: een deel van de bevolking dat veel baat zou kunnen hebben bij internet, mist de digitale vaardigheden om dit daadwerkelijk te doen. De digitale ongelijkheid in Nederland is al langer onderwerp van zorg bij zowel beleidsmakers als wetenschappers, met name als het gaat om ouderen. Nederlanders boven de 55 jaar zijn over het algemeen minder digitaal vaardig, minder gemotiveerd en daardoor ook minder in staat om mee te komen.
  • Sociale vaardigheden - Online communicatie vraagt specifieke sociale vaardigheden. Het is soms lastig in te schatten of je de persoon ‘aan de andere kant’ kunt vertrouwen. Kun je je adres wel of niet geven en wat kun je wel en beter niet posten? Hoe bewaak je je grenzen in een setting die kan uitnodigen tot vertrouwelijkheid en soms zelfs tot ontremming? Omgaan met grensoverschrijdende situaties is een uitdaging. Online sociale omgangsvormen zijn vaak niet vastgelegd, maar er gelden online - net als offline - wel ongeschreven regels. Als je nieuw bent in de Nederlandse samenleving en de cultuur niet goed kent, kan het daardoor extra lastig zijn om je op digitale platforms te bewegen. Overigens zijn op sommige plaatsen op internet tips te vinden over online omgangsvormen.
  • Taalvaardigheden - In Nederland hebben 2,5 miljoen mensen van 16 jaar en ouder moeite met lezen, schrijven en/of rekenen. Dat staat gelijk aan 18%, ofwel ongeveer 1 op de 6 Nederlanders. Van de 1,8 miljoen 16-65-jarigen die moeite hebben met lezen, schrijven en/of rekenen is meer dan de helft autochtoon (bron: Stichting Lezen en Schrijven). Een grote groep van deze mensen heeft ook te kampen met beperkte digitale vaardigheden. Vanzelfsprekend is het voor hen moeilijk om mee te komen op de online buurtplatforms.

Online met offline verbinden

Lang niet alle bewoners in wijken en buurten beschikken dus over de benodigde middelen en vaardigheden om van buurtplatforms gebruik te kunnen maken. Juist de groep die zich in een zeer kwetsbare situatie bevindt, heeft er verminderd toegang toe.

Gelukkig zien online buurtplatforms in dat fysiek, persoonlijk contact een belangrijke voorwaarde is om digitaal contact te doen slagen. Platforms profileren zichzelf dan ook steeds vaker zowel online als offline. Ze regelen dat deelnemers elkaar op afgesproken publieke plekken kunnen ontmoeten, en zetten bijvoorbeeld buurtverbinders of buurtambassadeurs in. In de huidige coronacrisis, waarin fysiek contact beperkt is, staat die verbinding tussen offline en online onder druk. Het is van groot belang dat de buurtplatforms daar scherp op zijn en na de crisis waarin we ons nu bevinden, de mogelijkheden voor offline contact blijven faciliteren.

Wij in de Wijk II: Oproep
Op allerlei plaatsen in Nederland zijn inwoners, professionals en beleidmakers bezig om de sociale cohesie in hun buurten en wijken te versterken. Zeker in deze crisistijd zijn ze daarbij ook aangewezen op digitale middelen. Maar hoe zetten ze die in? En hoe verbinden ze die met offlineactiviteiten? Wat zijn hun successen en uitdagingen?

In 2020 werkt Movisie aan Wij in de Wijk II, waarin we zulke initiatieven beschrijven en evalueren, samen met sociaal professionals, actieve bewoners en beleidmakers. We borduren voort op de onlangs verschenen publicatie ‘Wij in de wijk (I)’. De lessen uit deze publicatie werden onlangs in dit artikel al vertaald naar de tijden van corona.

Ken jij een interessant buurtplatform of wijkinitiatief dat online en offlineactiviteiten combineert? Meld het bij Lou Repetur, programmaleider sociale basis van Movisie (contactgegevens rechtsboven).

Coronadossier

Dit artikel is onderdeel van een dossier waarin wij kennis verzamelen over het coronavirus. Heb jij een vraag die Movisie kan beantwoorden? Tips of noemenswaardige initiatieven? Stuur dan een e-mail naar Hans Alderliesten, h.alderliesten@movisie.nl.

Naar het dossier