Oog voor het sociale netwerk

Het sociale netwerk is een verzamelnaam voor de groep mensen met wie de cliënt een sociale relatie onderhoudt. Mantelzorgers horen daarbij, net als (andere) familieleden, vrienden, buren en collega’s. Netwerken van mensen verschillen in grootte en samenstelling. Ze bestaan uit hechte contacten tussen mensen die elkaar regelmatig zien, maar ook uit contacten die meer op afstand zijn of een meer los karakter hebben.

Hoe meer zorg en ondersteuning iemand nodig heeft, hoe groter het risico dat de verantwoordelijkheid bij een of enkele mantelzorger(s) komt te liggen. Familie, vrienden en buren kunnen dan zorgen voor praktische, sociale of emotionele steun. Een actief sociaal netwerk leidt bovendien tot meer plezier, meer zelfredzaamheid en een groter gevoel van eigenwaarde voor cliënten en mantelzorgers. Het is goed als je daar oog voor hebt en met de cliënt en mantelzorger bespreekt wie wat doet of wil doen. Het sociale netwerk kan een zorg- en ondersteuningsfunctie vervullen, maar dat hoeft niet. Het netwerk is ook belangrijk om bijvoorbeeld interesses te delen of gewoon voor de gezelligheid. Het kan net dat extra beetje aandacht bieden waar de cliënt zich beter door voelt.

Hoe breng je het sociale netwerk in kaart?

Vraag de cliënt en mantelzorger een lijst  te maken van mensen die ze kennen. Wijs ze op hulpmiddelen als een Ecogram, die ze daarvoor kunnen gebruiken. Bekijk wie aan welke activiteiten, hobby’s en klussen te koppelen zijn en wie eventueel hulp kan bieden als dat nodig is. Zorg dat je tijd hebt om in gesprek te gaan over participatie vanuit het netwerk en help eventueel bij het invullen van een Ecogram. Bedenk dat het voor niet voor alle cliënten en mantelzorgers eenvoudig is om hulp te vragen. Besteed daar aandacht aan. Laat de regie zoveel mogelijk bij de cliënt en de mantelzorger.

'We proberen met de bewoners te praten over wat zij graag doen, bijvoorbeeld schilderen of lezen. Dan gaan we met de familie zitten en proberen we te kijken hoe we dit samen met hen kunnen uitvoeren.’ - Noorderbreedte Zorgpartners, ouderenzorg

Op welk moment breng je het netwerk in kaart?

Je kunt het netwerk in kaart brengen tijdens het gesprek over het zorgleefplan of een daaropvolgend gesprek (zie het zorgleefplan). Sommige contacten komen ook pas na verloop van tijd ‘boven drijven’. Daarom is het zinvol hier regelmatig aandacht aan te besteden. Bijvoorbeeld als de cliënt je vraagt om bepaalde klusjes te doen die niet bij je werk horen. Je kunt dan voorstellen dat de cliënt hiervoor iemand uit het netwerk vraagt. In een woonzorgvoorziening kun je naast de mantelzorger, die als eerste aanspreekpunt fungeert, ook andere bekenden uit het netwerk uitnodigen om bij de cliënt op bezoek te komen, mee te doen aan activiteiten of een keer op de groep te komen koken. Zo stimuleer je ze zelf actief te worden.

Zicht op wensen en behoeften van cliënt?

Sommige cliënten lijken maar weinig mensen te kennen en voelen zich misschien zelfs eenzaam. Ook mantelzorgers kunnen hier last van hebben. Richt je dan bij het in beeld brengen van het sociale netwerk vooral op het plezier en het delen van interesses. Daarmee kun je zorg- en ondersteuningsvragen soms ook voorkomen. Begin bij de wensen van de cliënt. Wat wil hij graag doen? Welke hobby’s en interesses heeft of had hij? Waar is of was hij goed in? Wat vindt hij belangrijk? Denk niet alleen in activiteiten, zoals: de cliënt wil graag naar de film. Denk vooral ook in rollen: de cliënt is een filmliefhebber en kan veel vertellen over films die hij gezien heeft. Misschien is er een familielid of een vrijwilliger die hierin geïnteresseerd is. Bij denken in sociale rollen gaat er een wereld aan mogelijkheden open.

Hoe kun je het netwerk versterken?

Versterken van het sociale netwerk is relevant als de cliënt zijn contacten wil uitbreiden en ook ter verlichting van de werkzaamheden van de mantelzorger. Bekijk samen met de cliënt en mantelzorger welke contacten opnieuw aangehaald kunnen worden. Of op grond van interesses en hobby’s van de cliënt contacten gelegd kunnen worden. Bij verlichting van de werkzaamheden van de mantelzorger kun je bekijken wat hij of zij nu doet en wie dat over kunnen nemen. Ga op zoek naar meerdere mensen, die kunnen helpen, zodat ze met elkaar de werkzaamheden kunnen verdelen.

Begin klein en kies samen voor een aantal concrete acties, waar de cliënt en/of mantelzorgers mee aan de slag gaan. Als het echt niet gaat, kun je kijken of een netwerkcoach uitkomst kan bieden (zie bij ‘Wat helpt’). Soms laten bekenden uit het netwerk het afweten, omdat ze niet goed weten hoe om te gaan met bepaalde ziektebeelden of niet weten hoe ze goede zorg kunnen bieden als ze met de cliënt op stap gaan. Dan is het zinvol om het netwerk te voorzien van goede informatie en bepaalde vaardigheden aan te leren.

We hebben een verhuisbericht gemaakt dat elke cliënt kan versturen naar bekenden uit zijn netwerk. Cliënten vinden het leuk om de kaart te versturen en bekenden vinden het leuk om ‘m te ontvangen. We helpen daarmee het netwerk in beeld te brengen en stimuleren ook dat bekenden blijven komen.’ - Cedrah, gehandicaptenzorg

Wat te doen bij een beperkt of geen sociaal netwerk?

Niet alle cliënten beschikken over een sociaal netwerk dat bereid of in staat is om (extra) zorg en ondersteuning te bieden. Uit de ervaringen van de In voor Mantelzorgtrajecten blijkt dat medewerkers dit al snel invullen voor de cliënt en/of de toch al zwaar belaste mantelzorger. Maar als je aan de slag gaat met het in kaart brengen van het netwerk, zijn er toch vaak meer bekenden te vinden dan vooraf gedacht. Geef dus niet te snel op. Als er echt geen of maar een beperkt sociaal netwerk is, kun je hulp zoeken in de buurt of via een vrijwilligers- of welzijnsdienst. Digitale platforms als www.wehelpen.nl en www.zorgvoorelkaar.com zijn voorbeelden van websites waar de cliënt een buurtgenoot of vrijwilliger kan vinden die een handje wil helpen of mee op stap wil gaan. Op de sociale kaart van je eigen gemeente of regio kun je een overzicht vinden van vrijwilligers- en welzijnsorganisaties in jouw regio.