Oogje in het zeil: een vriendelijke kaasboer

‘Als mijn moeder voor de derde keer die dag bij de kaasboer kwam, liet hij haar niet nog een keer afrekenen. Heel rustig en vriendelijk probeerde hij haar uit te leggen dat ze al kaas genoeg in huis heeft.’ Misschien is het de kleinschaligheid, uit dit voorbeeld. Een niet al te groot dorp, gemoedelijk, overzichtelijk. De kaasboer die vrijwel iedereen kent. Met elkaar houden we een oogje in het zeil. In (dorpse) gemeenschappen zijn mensen affectief op elkaar betrokken, waarbij fysieke nabijheid een factor is, maar mentale nabijheid evenzeer.

Dat we elkaar nodig hebben, is een oud idee. We zijn kuddedieren, sociale wezens, die de nabijheid en hulp van anderen nodig hebben om onszelf te kunnen zijn. Plato, Aristoteles, Augustinus (‘onze geest is te beperkt om onszelf te vatten’): allen hebben op hun manier het relatieve karakter van ons bestaan benadrukt. De Canadese filosoof Charles Taylor schrijft dat we niet kunnen zeggen wie we zelf zijn, omdat we ons in alle opzichten verhouden tot anderen: ‘Ik bepaal wie ik ben door te omschrijven van waaruit ik spreek, in de familiekring, in de sociale ruimte, in de geografie van sociale posities en functies, in mijn intieme relaties met de mensen van wie ik houd, en ook, en dat is van cruciaal belang, in de ruimte van morele en spirituele oriëntatie waarbinnen ik mijn belangrijkste bepalende relaties beleef.’

In veel gemeenten in Nederland maakt nu maar een beperkte groep mensen met dementie gebruik van het bestaande aanbod van dagactiviteiten, maar dit aanbod zal – gezien de verwachte toename van mensen met dementie – in de toekomst onvoldoende zijn. ZonMw heeft in het kader van het programma ‘Versterking aanbod dagactiviteiten voor thuiswonende mensen met dementie’ 24 gemeenten en/of regio’s daarom middels een subsidie in de gelegenheid gesteld om te werken aan de ontwikkeling van een vraaggestuurd, toekomstbestendig en toegankelijk aanbod dat (beter) aansluit bij de behoeften van thuiswonende mensen met dementie. Movisie heeft op verzoek van ZonMw projectleiders van gemeenten ondersteund bij deze opgaven en dit kwalitatief en kwantitatief gemonitord en geëvalueerd. Dit eindrapport bevat de resultaten van dit evaluatieonderzoek.

Mensen met dementie staan er niet alleen voor, letterlijk niet en figuurlijk niet. Zij tellen mee, zij mogen meedoen, zij zullen meedoen. Wij géven om hen, we zien hen, we horen hen. In de projecten waar Movisie zich de afgelopen maanden mee bezig hield, was dat misschien wel de rode draad: we aanvaarden dat dementie (grote) impact heeft op het leven en functioneren, maar we leggen ons er niet bij neer. Als het voor jou lastig wordt om bij het volleyballen te wisselen van positie, omdat je daardoor in de war raakt, dan hoeft dat niet. En nee, dan krijgt het team geen strafpunt. We passen niet de mens, maar de manier van ‘omgaan met’ aan. 

'We passen niet de mens, maar de manier van ‘omgaan met’ aan'

Gemeenschappen – klein, groot – dragen bij aan cohesie. Daarom is de beweging naar de wijk en de buurt ook zo belangrijk. Ik ben blij te zien dat in veel gemeenten op dat niveau naar oplossingen worden gezocht. Hoe kunnen we de sociale basis versterken? Wat betekent dat voor samenwerking tussen zorg (wijkverpleging) en welzijn (sociaal werk)? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat mensen in hun vertrouwde omgeving de dingen kunnen blijven doen die ze voorheen ook deden óf willen oppakken? Alleen de vraag stellen is al winst, denk ik. Zoals we in de gemeentelijke projecten hebben gezien brengt dit het gesprek en bewustwording op gang.

Wederkerigheid is van belang bij het stichten en onderhouden van gemeenschappen. Daar waar mensen iets voor elkaar betekenen, is sprake van geven en nemen. Je zet je in voor de ander omdat je hoop dat hij of zij op enig moment zich ook voor jou zal inzetten. Of je beoefent met elkaar  een sport of deelt dezelfde liefhebberij. Om hiervan te genieten heb je de ander nodig, niet alleen in economische zin, als ware het een transactie, maar ook in mentale zin in het ervaren van een gemeenschappelijkheid. 

'Daar waar mensen iets voor elkaar betekenen, is sprake van geven en nemen'

Terug naar de kaasboer. Ik hoop dat we de kaasboer in onszelf herkennen. Dat ook wij een oogje in het zeil houden. Niet mensen afrekenen of aan de kant schuiven, maar kwetsbaarheid omarmen. Wie vergist zich nooit? We houden rekening met elkaar omdat we vroeg of laat ook te maken krijgen met kwetsbaarheid. Ik hoop dat als ik met gebreken te maken krijg er mensen zijn die – ook al heb ik niet helemaal meer grip op mezelf en mijn omgeving – me helpen om mee te blijven doen. Wat dat voor mij betekent? Dat ik kan blijven wandelen rond de Reeuwijkse Plassen en, wie weet, kan blijven genieten van een krantje en thee in de bibliotheek. En dat ik, als ik voor de derde keer op een dag kaas wil kopen, net zo’n vriendelijke kaasboer tegenkom.