Opinie: Meer vrolijke botenparades, alstublieft!

De kritiek op de Amsterdam Pride groeit. De Canal Parade vinden velen te commercieel, te oppervlakkig en te weinig bijdragen aan de emancipatie van LHBTI’s. Voor een echte verandering is inderdaad meer nodig dan dat bedrijven op een boot laten zien hoe LHBTI-vriendelijk ze zijn. Maar dat neemt niet weg dat we de populariteit van de Canal Parade moeten koesteren. Het samen vieren van diversiteit via een vrolijke parade mag van mij rond nog veel meer groepen mensen gebeuren.

Voor de emancipatie van andere minderheden, denk bijvoorbeeld aan mensen met een ander geloof dan het christelijke, mensen met een fysieke beperking of mensen met autisme, kennen we geen Canal Parade. Stel je voor: honderdduizenden mensen die langs de grachten in Amsterdam juichen naar bijvoorbeeld Moslims op kleurrijke boten en zo vieren dat in Nederland godsdienstvrijheid bestaat. Of stel je voor: bedrijven die allemaal actief uitdragen dat niemand gediscrimineerd mag worden op de arbeidsmarkt omdat hij of zij Roma is, in een rolstoel zit of 50 plus is. En bij de Hema heb je gebakjes met diverse religieuze symbolen om de godsdienstvrijheid te vieren. Shell versiert de tankstations met braille om de inclusieve samenleving te benadrukken. Winstoogmerk speelt mee: want laten zien dat je positief bent ten aanzien van Moslims of mensen met een beperking verkoopt extra bij die doelgroepen. Maar ook de overheid doet mee: op 21 maart, wanneer de dag tegen racisme plaats vindt, hijsen tientallen gemeenten de vlag om te laten zien dat mensen van kleur en vele anderen er helemaal bij horen in Nederland en racisme actief moet worden bestreden.

Wanneer we deze denkoefening doen, valt op dat we diversiteit in Nederland met name vieren als het gaat om seksuele diversiteit en ook in groeiende mate genderdiversiteit. Religieuze diversiteit, etnische diversiteit, culturele diversiteit, diversiteit in fysiek vermogen en andere vormen van diversiteit kunnen helaas nog op minder steun rekenen. Dit geeft een indicatie over wat psychologen benoemen als de perceptie van sociale normen in ons land. Ofwel: wat je denkt dat normaal is, hoe je denkt dat het hoort. Een voorbeeld: in Rusland, lijkt het heel gewoon om homo- en biseksuelen uit te sluiten of zelfs in elkaar te slaan. Het gebeurt dagelijks en iedereen vindt dat heel normaal. Maar in Nederland staan de media vol verontwaardigde reacties wanneer een homokoppel in elkaar wordt geslagen. En gelukkig maar. Maar wat gebeurde er toen media onlangs berichtten dat een meisje in elkaar geslagen werd vanwege haar hoofddoek? Geen Kamervragen, geen ophef in talkshows. Zelfs op de sociale media bleef het opmerkelijk stil.

Om gedrag te veranderen en te zorgen voor minder discriminatie, blijkt de perceptie van de sociale norm cruciaal. Onder meer wetenschapper Elisabeth Paluck liet in studies zien dat wat we denken dat anderen denken, ons gedrag sterk kan sturen. Zelfs al verandert onze persoonlijke houding niet, ons gedrag wordt wél medebepaald door hoe we denken dat ‘het hoort’. In veel situaties proberen mensen zich volgens die normen te gedragen. Al is een werknemer negatief over LHBTI’s, zodra deze persoon merkt dat de werkgever en collega’s homofobie afkeuren, dan is de kans groot dat diegene zijn best gaat doen om LHBTI’s niet te discrimineren. Uiteraard is dat onvoldoende om discriminatie volledig uit te bannen. Sociale normen veranderen weinig aan de ‘onderbuik’: de meer impliciete vooroordelen waar mensen zich niet altijd van bewust zijn. Op momenten dat je minder zelfcontrole hebt (bijvoorbeeld na een paar biertjes), kunnen impliciete vooroordelen – ondanks een positieve sociale norm – toch de overhand krijgen. Via methodes om impliciete vooroordelen te verminderen, waarbij iemand zich leert in te leven in homoseksuelen, is meer succes te boeken. Dit hebben verschillende studies aangetoond. Positieve sociale normen zijn dus niet voldoende om vooroordelen af te breken, maar ze zijn wel belangrijk.

Ik wens dat de Canal Parade ons inspireert om positieve sociale normen ten aanzien van diversiteit breder te gaan uitdragen. En ook dat de LHBTI-beweging zelf inclusiever wordt en onderlinge discriminatie aanpakt. Dan kan de solidariteit en verbondenheid met andere mensen die gediscrimineerd worden, groeien. Stel je voor: een feestelijke, kleurrijke beweging om alle vormen van discriminatie te verminderen. En dat bedrijven daar dan een ‘slaatje uit willen slaan’, is niet chic maar wel een beetje een luxeprobleem.

Een licht aangepaste versie van deze opinie is eerder gepubliceerd in Het Parool.