Organiseren van nieuwe vormen cliëntenparticipatie is vak apart

Competenties en investeringen gevraagd van gemeenten en burgers

Inbreng van het cliëntperspectief en ervaringskennis draagt bij aan de kwaliteit van participatie, zorg en ondersteuning. Het organiseren van die inbreng en het verwerken van ervaringskennis is een vak apart. Om die inbreng zo optimaal mogelijk te benutten, moeten gemeenten er serieus in investeren. Zowel bij cliënten, burgers en hun adviesraden als bij zichzelf!

Bijna alle gemeenten belijden het met de mond: het betrekken van burgers, specifiek cliënten, bij beleid is belangrijk. Toch belandt het onderwerp vaak laag op de prioriteitenlijst van gemeenten. Omdat gemeenten het lastig vinden of ontevreden zijn over de kwaliteit van de adviezen of omdat onder tijdsdruk ook nog de inbreng van cliënten geregeld moet worden.

Waarom is het toch de moeite waard om cliënten en burgers te betrekken? Omdat de kwaliteit van beleid en uitvoering en het draagvlak verbetert als direct betrokkenen meedenken en inbreng leveren. Beleidsmakers en uitvoerders horen direct en rechtstreeks hoe hun beleid uitwerkt in de dagelijkse praktijk van mensen die van het gemeentelijk beleid afhankelijk zijn. Deze inbreng levert andere kennis en informatie op dan de beleidsmatige of beroepsmatige kennis van gemeenten en uitvoerders.

Motivatie van gemeenten

Soms gaat de motivatie van gemeenten om cliënten en burgers te betrekken niet verder dan het voldoen aan de wettelijke plichten. Er zijn daarnaast steeds meer gemeenten die hun burgers betrekken om het draagvlak voor nieuw beleid te vergroten en omdat ze de innerlijke overtuiging hebben dat het meerwaarde oplevert voor de kwaliteit van beleid en uitvoering. Tegelijkertijd vragen gemeenten inbreng van cliënten in de vorm van een beleidsadvies en taal die ambtenaren direct kunnen vertalen naar beleid. Het liefst met een integrale blik op de verschillende domeinen van de Participatiewet, de Wmo en de Jeugdwet. Dat laatste is voor gemeenten al een moeilijke opgave, laat staan voor cliënten en burgers. Hierdoor gaat veel van die gewenste, unieke ervaringskennis verloren en lukt het niet om de inbreng van cliënten en burgers optimaal te benutten.

Sociale Raad Tilburg
De Sociale Raad in Tilburg vervult een schakelfunctie tussen de inwoners van Tilburg en de gemeente. Haar opdracht is om aanspreekpunt voor de stad te zijn, de signalen te bundelen, de rode draad eruit te halen en de gemeente daarover te adviseren. De Sociale Raad wil graag een cultuur waarin het meebeslissen van inwoners vanzelfsprekend is. Ze is nieuwsgierig naar wat inwoners vinden en wat het beleid voor hen betekent. Om de Sociale Raad te ondersteunen in haar werkzaamheden, werken er een betaalde beleidsmedewerkster (24 uur) en een secretariaatsmedewerkster (24 uur) samen met de vrijwillige Sociale Raadsleden vanuit een laagdrempelig kantoor in Tilburg.

Experimenten

Steeds meer gemeenten oriënteren zich - naast het verbreden van advies- en cliëntenraden - op nieuwe en aanvullende vormen van cliëntenparticipatie. Ze verkennen meer tijdelijke, flexibele en cocreatieve vormen om diverse groepen burgers en cliënten te betrekken. Ook experimenteren ze met andere rollen en taken voor adviesraden, zoals een signalerende ro1 en een meer controlerende procesrol. Sommige raden verleggen daarmee hun focus van adviseren naar het oppikken van signalen uit de samenleving en naar het controleren of belanghebbende cliënten en burgers voldoende betrokken worden bij het beleid en de uitvoering.

Gevraagd: vakmanschap

Echter, welke vormen gekozen worden, het vraagt van zowel cliënten. burgers als van de gemeente om specifieke competenties én een serieuze investering in tijd, menskracht en middelen. Kijken we bijvoorbeeld naar cliënten- en participatieraden, dan zitten zij dicht bij het vuur van ervaringskennis, maar signalen uit de samenleving komen ook hen niet aanwaaien. Om te weten wat er speelt bij de doelgroepen en in de samenleving is van hen een blik naar buiten nodig. Bijvoorbeeld door ontmoetingsplekken en bijeenkomsten te bezoeken en het gesprek aan te gaan met de gebruikers van voorzieningen. Dit vraagt om vaardigheden op het terrein van netwerken en gespreksvoering.
Daarnaast hebben raden vaardigheden nodig om incidentele en individuele ervaringen te herkennen en te vertalen naar collectieve signalen. Die informatie verzamelen, analyseren en vertalen naar beleid en uitvoering is een vak en vraagt vakmanschap.

Beleidsmedewerker medezeggenschap Meppel
De gemeente Meppel laat de adviesraden ondersteunen door een beleidsmedewerker medezeggenschap, die als ambtelijk secretaris voor de adviesraden functioneert.  De taakopvatting  van deze medewerker is vergelijkbaar met de functie van ’griffier’. Net zoals de griffier in loondienst van de gemeente is, werkt zij voor en ten dienste van de adviesraad vanuit een onafhankelijk
positie.

Succesfactoren cliënten- en participatieraden

Of cliënten- en participatieraden tot bloei komen heeft met een aantal factoren te maken, zoals de competenties van de leden van de cliënten- of participatieraad, het hebben van enkele gepassioneerde leden met veel tijd en de kwaliteit van een onafhankelijk voorzitter. Het functioneren van cliënten- en participatieraden, heeft ook alles te maken met de wijze waarop zij ondersteund worden in hun (vrijwilligers)werk, aan deskundigheidsbevordering kunnen doen en bijvoorbeeld externe deskundigheid hunnen inzetten.

Gevraagd: competenties

Voor alle beleidsterreinen worden binnen de gemeente vakmensen aangetrokken. Voor cliënten- en burgerparticipatie gebeurt dit vaak niet. Het ondersteunen van cliënten- en burgerparticipatie is vaak een taak die aan een ambtenaar toegevoegd wordt die er enig gevoel voor heeft. Terwijl het ondersteunen specifieke competenties vraagt van ambtenaren en ondersteuners van raden. Denk bijvoorbeeld aan ondersteuners die - samen met een cliënten- of participatieraad - gericht jongeren betrekken, in themacafés in gesprek gaan met mensen met een verstandelijke of psychische beperking en de doelgroep van sociale wijkteams raadplegen over hun ervaringen met de teams. Of aan ambtenaren die de vindbaarheid van onafhankelijke cliëntondersteuning toetsen en de bevindingen van mensen met een arbeidsbeperking bij toeleiding naar werk bundelen. Dit vraagt om competenties als: het organiseren van inbreng van cliënten en burgers, een scherp oog voor het cliëntenperspectief, empowerende kwaliteiten en praktijkervaringen verwerken tot beleids- en uitvoeringsadvies.

Ruimhartig

Om de inbreng van het cliëntperspectief en ervaringskennis optimaal te benutten is het noodzakelijk dat gemeenten ruimhartig investeren in cliënten- en burgerparticipatie. Faciliteer cliënten- en participatieraden met deskundigheidsbevordering, met budget voor onderzoeksmogelijkheden en voor het organiseren van raadplegingen in de samenleving. Experimenteer met nieuwe manieren van cliëntenparticipatie, bijvoorbeeld met meer flexibele en cocreatieve vormen die een groter en diverser bereik hebben. Of met meer dialogische vormen, waarbij gemeenten zelf het gesprek aangaan met cliënten en burgers over hoe zij het beleid en de uitvoering daarvan in hun dagelijks leven ervaren en dit gebruiken als input voor nieuw beleid. En: faciliteer cliënten- en burgerparticipatie door te investeren in de competenties en het vrijmaken van de eigen ambtenaren of ondersteuners op dit terrein. Tenslotte is ruimte creëren in het beleids- en besluitvormingsproces van de gemeente ook een belangrijke investering. Want het is uiteindelijk aan de gemeente zelf om burgers te betrekken bij haar beleid. Beleid en uitvoering worden sterker wanneer de gemeente werk maakt van een gedegen inbreng van burgers.

Dit artikel werd eerder geplaatst in Sociaal Bestek (juni/juli 2016). Karin Sok (Movisie) schreef dit artikel samen met Wilma Kuiper. Wilma is trainer en adviseur Cliëntenparticipatie bij Stimulansz.