Ouders en seksuele opvoeding in Nederland

Hoe pakken ouders in Nederland de seksuele opvoeding van hun kinderen aan? Wat gaat goed, wat gaat minder goed? In dit artikel lees je meer over de belangrijkste resultaten van het onderzoek ‘Seksuele opvoeding vanuit het perspectief van ouders’.

Seksualiteit is een essentieel onderdeel van de (gezonde) ontwikkeling van kinderen en jongeren. Volwassenen, met name ouders en andere verzorgers (bijvoorbeeld in gemengde gezinnen), spelen een cruciale rol bij het begeleiden van kinderen en jongeren in hun seksuele ontwikkeling. Eerder onderzoek heeft aangetoond dat goede seksuele voorlichting ertoe kan leiden dat kinderen later aan seksuele activiteiten beginnen, vaker anticonceptie en condooms gebruiken, minder risico lopen op seksueel overdraagbare aandoeningen en minder seksuele partners hebben. 

Onderzoek ‘Seksuele opvoeding vanuit het perspectief van ouders’

Seksualiteit en seksuele opvoeding’ is een gezamenlijk onderzoeksproject van kennisinstituut Movisie en de Universiteit Utrecht (UU), gericht op het bijdragen aan een positieve seksuele ontwikkeling van kinderen en het voorkomen van negatieve seksuele ervaringen. Het onderzoek is tot stand gekomen met subsidie van FWOS (Fonds Wetenschappelijk Onderzoek Seksualiteit) en het ministerie van VWS. 

In het onderzoek stonden de volgende vragen centraal:

  1. Wat zijn de ervaringen, zorgen en uitdagingen van ouders met betrekking tot de seksuele opvoeding en ontwikkeling van hun kinderen (0-18 jaar)? En hoe zien zij hun eigen rol en bijdrage aan de positieve seksuele ontwikkeling van hun kind(eren)?
  2. Wat zijn de behoeften van ouders met betrekking tot de seksuele opvoeding en ontwikkeling van hun kinderen (0-18 jaar)? Welke hulpbronnen en/of ondersteuning denken ze nodig te hebben om bij te dragen aan een positieve seksuele ontwikkeling?

Weerbaarheid, grenzen en ongewenste ervaringen een belangrijk thema

Ouders vinden het belangrijk om met kinderen in gesprek te gaan over seksualiteit. Verschillende thema’s zijn onderdeel van de seksuele opvoeding: veiligheid, plezier en risico’s; onzekerheid en identiteit; ontdekken van eigen lichaam en seks; weerbaarheid, grenzen en ongewenste ervaringen; de bloemetjes en de bijtjes. Ouders vinden alle thema’s belangrijk, maar weerbaarheid, grenzen en ongewenste ervaringen komt als meest belangrijke thema uit de bus. In het rapport over dit onderzoek vind je meer uitleg bij de verschillende thema’s. 

Download het rapport

Hoe vaak bespreken ouders deze thema’s met hun kinderen? 

Uit het onderzoek blijkt dat alle ouders met hun kinderen over de thema’s onzekerheid en identiteit en de bloemetjes en bijtjes praten. Ouders praten minder vaak over veiligheid, plezier en risico’s. Een deel van de ouders bespreekt de thema’s ontdekken eigen lichaam en seks en weerbaarheid, grenzen en ongewenste ervaringen nooit. Sommige thema’s worden wel vaker besproken met oudere kinderen (middelbare school) dan met jongere kinderen (basisschool). Ook spelen gender en leeftijd van de ouders een rol, bijvoorbeeld binnen het thema ontdekken eigen lichaam en seks. Moeders van boven de dertig bespreken dit thema vaker dan ouders onder de dertig. Daarnaast wordt dit thema ook meer met zonen besproken dan met dochters. 

Specifieke situaties binnen de seksuele opvoeding

In het onderzoek hebben ouders situaties beschreven binnen de seksuele opvoeding. Veel situaties gingen over grensoverschrijdend gedrag, het ontdekken van eigen lichaam en masturbatie en seksuele onschuld/bloemetjes en bijtjes. Maar ouders beschreven ook situaties als klimaat en omgeving van de seksuele opvoeding, biologische aspecten, seksuele en genderidentiteit, puberteit, seks online en pornografie, serieuze relaties en seks en eerste seksuele ervaringen. Ouders ondervonden weinig problemen met de algemene seksuele opvoeding. Meestal waren de situaties die ze beschreven in hun ogen positief en gezond. Voor veel ouders waren het goede ervaringen. Thema’s als grensoverschrijdend gedrag, seks online en eerste seksuele ervaring vinden ouders lastiger om te bespreken dan andere thema’s. 

Veel ouders praten met hun kinderen over verschillen tussen jongens en meisjes. De helft van de ouders praat regelmatig of éénmalig met hun kind over transgender gevoelens. Bij seksuele voorkeur (homoseksualiteit, biseksualiteit) is dit ruim 70% van de ouders. Een klein aantal ouders denkt dat hun kind transgender is. 

Ouders willen in gesprekken met hun kinderen over hun seksuele ontwikkeling graag openheid en een veilige omgeving creëren. Dit doen ze door grenzen en regels aan te geven (normeren) en tegelijkertijd openheid te creëren, zodat er ruimte is voor uitleg. 

Wat hebben ouders nodig voor de seksuele opvoeding? 

Over het algemeen kunnen Nederlandse ouders de seksuele opvoeding goed aan. Desalniettemin zijn er situaties/momenten waarbij ouders het lastig vinden. Wat hebben ouders dan nodig? Betere communicatieve vaardigheden om met je kind te praten over seksualiteit en toegankelijke online informatie noemen ouders het vaakst. Daarnaast hebben ouders behoefte aan richtlijnen over op welke leeftijd je wat kunt bespreken en welke informatie adequaat is om te geven aan kinderen. Ouders geven namelijk aan dat het ingewikkeld is om in te schatten op welke leeftijd je wat kan bespreken. Ook zijn ze zoekend naar welk gedrag bij een bepaalde leeftijd past. Ze vinden het soms lastig en ingewikkeld om te achterhalen wat de norm is: welk gedrag is gezond en welk gedrag is dat niet? Wat is gepast gedrag, welk gedrag is niet gepast? Dit speelt vooral bij de onderwerpen waarbij het spannend voor ze wordt, zoals grensoverschrijdend gedrag. Als anderen (bijvoorbeeld andere ouders of familieleden) zich met hun reactie bemoeien, kan dit leiden tot onzekerheid over de eigen reactie. 

Dit rapport is tot stand gekomen met subsidie van FWOS (Fonds Wetenschappelijk Onderzoek Seksualiteit) en het ministerie van VWS. Dit project en rapport is een samenwerkingsproject met de Universiteit van Utrecht (UU).

Ook normen en waarden van anderen en de maatschappij kunnen de seksuele opvoeding lastiger maken. Wat betreft de seksuele opvoeding van hun kinderen, hebben ouders weinig vertrouwen in hun eigen (schoon)ouders, de kinderopvang, peuterspeelzaal of school en maatschappelijk werk of bureau jeugdzorg. Ouders vragen relatief weinig advies, en als ze om advies vragen, is dit meestal aan vrienden of kennissen. Of ze maken gebruik van online informatie, folders, tijdschriften en boeken.

Vlaggensysteem

Wanneer gaat gezond seksueel experimenteergedrag over in licht of zelfs zwaar grensoverschrijdend gedrag? Hoe reageer je op seksueel gedrag van kinderen en jongeren? En hoe leer je ze wat wel en niet oké seksueel gedrag is? Het Vlaggensysteem biedt professionele opvoeders die met kinderen en jongeren werken een interventie om seksueel gedrag te beoordelen, het te bespreken met collega’s en de kinderen en jongeren zelf en om gepast te reageren.

Ook ouders en andere opvoeders worden vroeg of laat geconfronteerd met kind(eren) die op verkenning en ontdekking gaan naar hun eigen lichaam en seksualiteit. Ouders kunnen hun kinderen daarbij leren welk seksueel gedrag oké is en welk minder of helemaal niet.

>> De gids ‘Vlaggensysteem voor ouders’ (herziene editie 2021) biedt houvast voor goede gesprekken over seksualiteit. 

Noot: De resultaten tonen aan dat vooral hoogopgeleide ouders hebben deelgenomen aan het onderzoek. Tegelijkertijd zien we dat opleidingsniveau van invloed kan zijn op de kwetsbaarheid van gezinnen. Om een representatief beeld van de Nederlandse bevolking weer te geven, is nieuw onderzoek nodig.