Overheidsparticipatie gaat nu eenmaal niet vanzelf 

Burgerbetrokkenheid en burgerparticipatie zijn sinds lang vertrouwde termen bij beleidsvorming op lokaal niveau. Op veel plaatsen groeit echter het besef dat er meer nodig is voor duurzame resultaten in het sociaal domein: de overheid moet leren aansluiten bij bewonersinitiatieven. In het project 'Wij in de Wijk' beschrijft Movisie leerzame voorbeelden van overheidsparticipatie én obstakels.

Misschien kennen de oudere lezers onder jullie het ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk (CRM) nog, één van de voorlopers van het huidige Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS). Van midden jaren 60 tot begin jaren 80 van de vorige eeuw was het in Rijswijk gevestigd. De directie Samenlevingsopbouw van dat ministerie had de diepe overtuiging dat samenleven niet vanzelf gaat. Daarvoor was het noodzakelijk om goede voorzieningen te hebben. En ook goed opgeleide professionals die in staat zijn wijkbewoners met elkaar te verbinden en - even belangrijk - mee te laten denken over zaken die belangrijk zijn voor hun leefomgeving.

Er is veel veranderd sinds die tijd. Gemeenten zijn verantwoordelijk geworden voor het sociaal beleid. De samenleving is complexer geworden. Ongelijker, digitaler, virtueler, individualistischer, meer op zichzelf en superdivers. Voor grote groepen is meedoen en meedenken, hun stem laten horen, niet vanzelfsprekend. 

Radicaler 

Anno 2021 wordt meedenken nog maar beperkt door opbouwwerkers gefaciliteerd. Deze beroepsgroep is in veel gemeenten verdwenen. Toch is de inbreng van burgers cruciaal op het punt van zeggenschap. Zij zijn bij uitstek de experts en ervaringsdeskundigen als het hun eigen leefomgeving betreft. Hun inbreng versterkt het draagvlak voor en de kwaliteit van beleidsvorming en -uitvoering. Gemeenten en maatschappelijke actoren als woningcorporaties zijn zich daar meer en meer bewust van. 

Zeggenschap krijgt op twee manieren vorm: via burgerparticipatie en overheidsparticipatie. In het eerste geval gaat het om het betrekken van bewoners bij overheidsbeleid. Denk aan de gemeentelijke adviesraden sociaal domein. Overheidsparticipatie is radicaler en steekt in op een ander perspectief. Waar in het eerste geval burgers worden uitgenodigd om over ideeën en plannen van de overheid mee te denken, draait de verhouding tussen overheid en burgers nu om. Burgers nemen het voortouw. Zij komen als eerste met ideeën en plannen en voeren deze idealiter zoveel mogelijk zelf uit. De overheid biedt in het ideale geval passende ondersteuning.

Overheidsparticipatie steekt in op een ander perspectief.

Living labs

In de recente bundels Wij in de Wijk 1 en 2 is Movisie op zoek gegaan naar hoe inwoners, sociaal professionals, gemeenteambtenaren en sociaal ondernemers creatieve manieren zoeken om het omkijken naar elkaar in buurten te bevorderen. De voorbeelden die we op heel verschillende plaatsen in Nederland tegenkwamen, functioneren als living labs. Ze inspireren om nieuwe wegen in te slaan om de sociale samenhang en het sociale weefsel in wijken en buurten te versterken. Juist ook op het punt van het vormgeven en versterken van zeggenschap, vooral waar het gaat om het stem geven aan bewoners die zich niet zo gemakkelijk laten bereiken en horen. 

Inmiddels heeft Movisie 14 initiatieven beschreven. In Wij in de Wijk 3 zullen we dit jaar nog eens 9 casussen beschrijven. In reflectiesessies en een vierdelige podcastserie gaan we met alle betrokkenen en geïnteresseerden de geleerde lessen uitwisselen. 

Goed voorbeeld

In de casussen van Wij in de Wijk kwamen we geslaagde en minder geslaagde voorbeelden van overheidsparticipatie tegen. In het geval van de geslaagde voorbeelden lag dat vaak aan de aanwezigheid van een ‘best person’ soms werkzaam als beleidsmedewerker op het gemeentehuis, dan wel als gebiedsmakelaar of sociaal professional in de wijk. We typeren deze best persons als opbouwwerkers 2.0.

Welke gemeente pakt deze handschoen samen met Movisie op?

Het Platform Keizer Karelpark in Amstelveen is zo’n voorbeeld van geslaagde overheidsparticipatie. Dit type wijkplatform is ooit geïnitieerd om de gemeente te adviseren over vooral fysieke wijkzaken. Onder invloed van bewoners is de focus op sociale aspecten groter geworden en de verbinding met groen en grijs (gebouwde omgeving) versterkt. In de leefwereld van bewoners zijn deze zaken organisch verbonden. De gemeente Amstelveen sloot enthousiast aan bij de ontwikkeling en faciliteerde dat sommige wijkplatforms zijn opgaan in een burgerinitiatiefgroep. 

Tegengewerkt

We kwamen in Wij in de Wijk ook verhalen tegen van niet van de grond gekomen verheidsparticipatie. Actieve inwoners haken bijvoorbeeld af omdat ze concurrentie of tegenwerking ervaren van sociaal professionals of de lokale overheid. Ze voelen zich tegengewerkt in plaats van ondersteund. Dat was bijvoorbeeld het geval bij het initiatief Hart van de K-buurt in Amsterdam Zuidoost. 

We kwamen ook bewonersinitiatieven tegen die geen subsidie willen ontvangen van de overheid, uit vrees voor meekomende eisen die niet aansluiten bij wat zij weten dat succesvol is in hun buurt. Het Krachtstation in Kanaleneiland Utrecht is daar een voorbeeld van. Wij concluderen dat er op het punt van overheidsparticipatie nog veel te winnen en te verbeteren valt.

Uitdaging

Als het gaat om het vormgeven van zeggenschap blijft er nog wel een belangrijke zorg over: hoe krijgen we het voor elkaar dat in onze diplomademocratie alle mensen van dit recht gebruik maken en niet alleen de vaste kleine kring van hoogopgeleide, mondige burgers? In een samenleving waar veel ongelijkheid tussen groepen is, zijn we erbij gebaat dat overheidsparticipatie niet verwordt tot het versterken van de status quo, maar ruimte geeft aan een verscheidenheid aan initiatieven. 
Wijk- en buurbeleid wint aan autoriteit als men erin slaagt zoveel mogelijk groepen daarbij te betrekken: ouderen én jongeren, hoger én lager opgeleiden, LHBTI’s en bewoners met beperkingen. Vooral ook de groepen die zich niet altijd even gemakkelijk laten bereiken en aanspreken. Overheidsparticipatie gaat niet vanzelf. Slimme en creatieve strategieën zijn nodig om hun stem op te halen. Hier ligt de uitdaging voor de opbouwwerkers 2.0. Ze kunnen daarbij aansluiten bij methodische tradities die erop gericht zijn ook de stem van marginale groepen op te halen. 

Welke gemeente durft? 

Het sociaal beleid is gedecentraliseerd. We hebben geen ministerie meer met een afdeling samenlevingsopbouw. Het zou helpen als een aantal gemeenten een dergelijke afdeling inrichten. Want: zeggenschap over samen leven in de nabije woonomgeving - met aandacht voor elkaar en met alle daaraan verbonden implicaties - is één van de belangrijkste beleidsopgaven voor het komende decennium. Welke gemeente pakt met Movisie de handschoen op?