Peer-support: doen door te laten

Een jaar of wat geleden werd ik gevraagd om mee te denken met een groep ambulante cliënten van een zorginstelling. Ze wilden graag eens in de week samenkomen om elkaar te ontmoeten en samen te eten. Het ambulant team wilde dit graag faciliteren, maar er waren ‘geen uren voor’. Daarmee dreigde deze groep cliënten met lege handen te komen staan. Misschien kon ik als ervaringsdeskundige collega, die hier gelukkig wel uren voor had, de begeleiding op me nemen? Waarop ik antwoordde: “Begeleiden doe ik niet, maar ik wil wel graag meedoen.”

Dat was even wennen voor alle betrokkenen: een activiteit zonder begeleiding… hoe moest dat nu? Maar we kwamen er samen goed uit: iedere dinsdagmiddag druppelden deelnemers binnen, werd er bijgepraat met thee en koffie en daarna besproken wat we zouden eten die avond. Iedere deelnemer, en dus ook ik, legde vier euro in en de taken werden verdeeld. Een paar deelnemers deden boodschappen, anderen zetten alles klaar op tafel, en weer anderen stortten zich op het koken. Na afloop werd er samen opgeruimd, en nagekaart totdat het tijd werd om weer huiswaarts te keren.

Gaandeweg ontstonden vanuit deze samenkomsten allerlei andere verbindingen tussen deelnemers: er kwamen appgroepjes, mensen gingen met elkaar wandelen, een terrasje pakken, een film kijken, of elkaar helpen met klusjes thuis. En het mooie was: het ontstond helemaal vanuit deze groep zelf, zonder aansturing of aansporing vanuit begeleiding.

'Binnen deze vorm van wederkerigheid staan mensen schouder aan schouder en op gelijke ooghoogte'

Zonder dat we in deze groep dat begrip ooit hebben gebruikt, is wat hier ontstond een fraai geval van peer-support: een gezamenlijk proces waarbij je zowel iets kunt komen halen als brengen. De ander kan wat voor jou betekenen, maar jij kunt er ook zijn voor die ander. Binnen deze vorm van wederkerigheid staan mensen schouder aan schouder en op gelijke ooghoogte. Vanuit daar kunnen mensen naar elkaar luisteren, van elkaar leren en elkaar ondersteunen. En zo groeien en ontwikkelen – zowel persoonlijk als gezamenlijk. Plus plezier hebben met elkaar, zoals in het voorbeeld van deze groep mensen.

Niets let ons om overal in Nederland mooie peer-support-initiatieven zoals deze te faciliteren, zou je denken. “Maar wat moet ik daarvoor dan doen?”, vraagt menig professional zich af. Dat is een begrijpelijke vraag, want vanuit je beroepseer wil je in actie komen voor mensen, ze helpen, paraat staan, kortom: iets doen. Het geheim van de smid is echter dat je vooral veel moet laten, ofwel veel niet moet doen. 

Dat kan ongemakkelijk voelen, want: we zijn toch niet opgeleid om niets te doen? Dat klopt. Maar deze vorm van niet doen, of laten, is juist ook nadrukkelijk iets wél doen: namelijk ruimte faciliteren. Ruimte waarin mensen samen kunnen sparren, overwegen, uitproberen en ontdekken – zonder dat je van tevoren weet wat de uitkomst zou kunnen of moeten zijn. Want wat het wordt, dat vloeit vanzelf voort uit het proces van deze mensen samen: peer-support. 

'Het geheim van de smid is echter dat je vooral veel moet laten, ofwel veel niet moet doen'

Er is een parallel met presentie, dat nogal eens wordt weggezet als niks doen of alleen maar koffie drinken en een beetje met elkaar babbelen. Maar present zijn is, net als het niet doen of laten in het voorbeeld van peer-support, wel degelijk hard werken. Het vraagt om alertheid. Waar de ander jou toch nodig heeft of erbij wil betrekken moet je aan kunnen sluiten. En waar de ander of de groep zelf verder kan zet je weer een stap terug. Zo blijft de burger, cliënt of groep zelf eigenaar van het proces en zijn doelen of wensen die daarbij mogelijk ontstaan ook écht van mensen zelf. 

Terug naar de eetgroep. Bij de zorginstelling werd erg enthousiast gereageerd op het verhaal van deze groep mensen. Het leidde tot meerdere verzoeken van andere locaties of ik ook daar een eetgroep kon opstarten. Maar dat is nu net de crux: het doel is niet eetgroepen van de grond tillen; het doel is ruimte maken voor wat een groep mensen gezamenlijk wil bewerkstelligen. Dat het bij deze mensen ging om wekelijks samen eten, was hun wens – dus geen vooraf bedacht aanbod of vastgesteld doel op zich. Hierover moet je altijd met elkaar in gesprek blijven: van wie is het doel of de wens? Want voor je het weet, schiet je terug in de professionele reflex om het voor mensen te gaan bedenken en regelen – in plaats van te faciliteren dat ze het zelf kunnen bedenken en regelen.

En o ja: als een peer-support-initiatief mooi aansluit bij wat je zelf ook graag wilt, dan kun je dus meedoen, zoals ik ook meedeed met de groep deelnemers die elkaar graag wekelijks ontmoette. Ik had er lol in om hieraan mee te mogen doen. Veel leuker kan je werk toch haast niet worden?