Prettige vrije tijd betekent veel meer dan alleen maar ‘leuk’

Er zijn zo’n 1,2 miljoen Nederlanders met een lichtverstandelijke beperking (lvb). Dat zijn veel mensen, die extra aandacht verdienen. Zeker als het gaat over de vrijetijdsbesteding. Wat kunnen gemeenten, organisaties en mensen met een lvb hierin doen?

Juist omdat veel van deze mensen niet vanzelfsprekend mee kunnen doen in andere domeinen van de samenleving, zijn zij gebaat bij een prettige invulling van de vrije tijd, zegt Els Hofman. Als projectleider bij Movisie verdiept ze zich hier al jaren in. ‘We streven een inclusieve samenleving na, en mensen met een lvb horen daar gewoon bij. Laten we vooral kijken naar de mogelijkheden om deelname aan activiteiten makkelijker te maken. ’ 

Gunstige effecten 

Een prettige vrije tijd betekent veel meer dan alleen maar ‘leuk’: het heeft gunstige effecten op het algehele welzijn. ‘Sport maakt fit, door vrijwilligerswerk ontdekken mensen hun kwaliteiten, door ontmoeting ervaren ze wederzijdse betrokkenheid’, somt Hofman op. ‘Toen tijdens corona initiatieven als buurtkoffies niet fysiek door kon gaan, werden de appgroepjes goed gebruikt. Niet alleen voor felicitaties, mensen bekommerden zich echt om elkaar.’
Hofman noemt expliciet de ontmoetingsbijeenkomsten in Utrecht en Eindhoven als voorbeelden van activiteiten die open staan voor mensen met én zonder lvb. ‘Dat vindt een deel van de mensen met een lvb prettig: ze willen gewoon meedoen, net als ieder ander. Anderen voelen zich juist meer op hun gemak met gelijkgestemden.’ Het is dus belangrijk dat er iets te kiezen valt. Sowieso moet het aanbod zoveel mogelijk streven naar inclusie, dus divers en laagdrempelig zijn.

Investeren in ontdekken

Daarmee heeft Hofman alvast een eerste belangrijke aanbeveling te pakken voor gemeenten, organisaties en professionals die meer mogelijkheden willen creëren voor de vrije tijd van mensen met een lvb: ‘Mensen met een lvb hebben door hun achtergrond en geschiedenis niet altijd een helder beeld van hun kwaliteiten. Hulp bij het inzicht krijgen in wat ze wél kunnen kan de stap naar het meedoen aan activiteiten of vrijwilligerswerk makkelijker maken.’   
‘Daar moeten we in investeren’, stelt ze nadrukkelijk. Met die ‘we’ bedoelt Hofman eigenlijk iedereen die mensen met een lvb ontmoet: van persoonlijk begeleiders en wijkteamleden tot trainers van sportverenigingen en vrijwilligers bij een ontmoetingsactiviteit. 

‘Ronald stráált in de keuken van het buurthuis, hij doet ertoe als vrijwilliger’

Stralen in de keuken

Hofman ervaart regelmatig dat het samen vinden van passende activiteiten cruciaal kan zijn, zoals tijdens de ontmoeting met Ronald, een man met een licht verstandelijke beperking. ‘Door het vrijwilligerswerk in het buurthuis in de keuken  veranderde hij  als aan blad aan de boom. Hij stráálde bij de potten en de pannen van het buurthuis, hij deed ertoe. Het gaf een enorme boost aan zijn ontwikkeling. Dat zien vergeet je van je leven niet meer.’
Op zich zijn er genoeg mogelijkheden om de vrije tijd op een prettige manier te besteden, weet Hofman. Alleen: ‘Het is soms moeilijk te vinden. Ons als kennisinstituut kostte het al veel moeite om zo veel mogelijk initiatieven te traceren. Dat geldt voor de mensen die voor zichzelf op zoek zijn waarschijnlijk nog veel meer.’

Cijfers op orde  

Dat brengt Hofman bij een ander belangrijk punt, namelijk dat initiatiefnemers hun eigen activiteiten wel wat meer in de etalage zouden mogen zetten. ‘Ook om de effecten te laten zien, bijvoorbeeld naar subsidieverleners.’ Uitvoerende professionals en vrijwilligers hebben daarin goede facilitering nodig van hun werkgevers of bestuur. En ook kunnen ze de samenwerking zoeken met partijen als MEE en grote zorg- en ondersteuningsaanbieders.
Het etaleren van de activiteiten en de effecten hoort bij wat Hofman als eerste verantwoordelijkheid ziet van zowel aanbiedende organisaties als gemeenten: ‘De cijfers op orde hebben. Voor gemeenten begint het ermee in kaart te brengen om hoeveel mensen het bij benadering gaat in de eigen gemeente. Op basis daarvan kan de gemeente beleid en SMART doelen vaststellen, bijvoorbeeld: “We willen dat het percentage vrijwilligerswerk door lvb’ers met vijf procent stijgt.” En daar horen middelen bij.’ 

Twee vliegen in één klap

Als aanbieders de impact van hun interventies aantonen, kunnen ze beargumenteren waar welk aanvullend aanbod nodig is. ‘Daarbij is het heel belangrijk, ook al is het een open deur’, zegt Hofman, ‘dat ze dit bespreken met de mensen om wie het gaat. En dat ze hen ook betrekken bij de organisatie.’ Dat levert in één klap twee vliegen op voor mensen met een lvb: aanbod dat aansluit en de ervaring zelf bij te kunnen dragen. ‘Zij kunnen prima meedenken over wat ze zouden willen. En wat ze kunnen betekenen voor de buurt, voor de wijk. Maar ze moeten zich hierin uitgenodigd voelen door mensen die zij kennen en vertrouwen.’ 

Kom van je eiland

Dit laatste maakt volgens Hofman eens te meer duidelijk dat prettige vrije tijd voor mensen met een lvb een kwestie van goed samenspel is. ‘Geen enkele entiteit krijgt dit in zijn eentje voor elkaar. Kom van je eiland, deel je kennis.’

Tekst: Tea Keijl

Literatuurverkenning: meedoen met een licht verstandelijke beperking 

Het belang van een prettige vrijetijdbesteding voor mensen met een lvb is onderwerp van een zojuist verschenen literatuurverkenning van Movisie: ‘Meedoen met een licht verstandelijke beperking’.
In deze publicatie komt onder andere naar voren dat mensen met een lvb minder deelnemen aan activiteiten in de vrije dan mensen zonder verstandelijke beperking, minder vaak vrijwilligerswerk doen en aanzienlijk minder sporten.
Ook blijken er volop mogelijkheden te zijn om daar verandering te brengen. Het rapport toont vele mooie voorbeelden, kort en helder in kaders beschreven, van hoe sociale en sportieve initiatieven mensen in een kwetsbare positie - ook mensen met een lvb - stimuleren mee te doen en ervoor zorgen dat ze anderen kunnen ontmoeten. 

Bekijk de literatuurverkenning