Het proces van een Meedenkgroep: van zorgen en spanning, naar vertrouwen en verbinding

Een belangrijk onderdeel van het Koploperproject is het ontwikkelen of aanscherpen van een lokale visie op onafhankelijke cliëntondersteuning (Co). Gemeente Bernheze deed dit middels 5 meedenkbijeenkomsten in samenspraak met een brede groep formele en informele betrokkenen bij zorg en ondersteuning in het sociaal domein. Na afloop van het koplopertraject zijn projectleider (Janine Scholten), beleidsmedewerker (Manon Reinders) en Movisie (Sonja Liefhebber en Daphne van Eden) het unaniem eens: deze bijeenkomsten leveren niet alleen inhoudelijk inzichten op, maar leggen ook een stevige voedingsbodem voor een goed samenwerkingsproces. We blikken terug met beleidsmedewerker Manon Reinders.

Wie denkt mee?

Gemeente Bernheze greep het Koploperproject aan om vindbaarheid van Co te vergroten en de verbinding te versterken tussen formele en informele cliëntondersteuners en het netwerk van ondersteuners in het sociaal domein. Aanvankelijk bestonden volgens Reinders vraagtekens bij informele organisaties ten aanzien van het project. Zo vroegen betrokkenen van organisaties die raakvlakken hebben met onafhankelijke cliëntondersteuning zich af wat het zou gaan betekenen voor hun eigen functie. De partijen die openlijk hun zorgen uitspraken werden actief benaderd en betrokken, evenals belanghebbenden die zich niet direct uitspraken. Reinders: ‘We hebben het netwerk met elkaar in kaart gebracht en middels individuele gesprekken opgehaald wat speelt bij betrokkenen.' Ook werd de vraag voorgelegd: ‘Wie wil meedenken?’ Hieruit ontstond de zogenaamde ‘Meedenkgroep’. Partners die niet konden meedoen vanwege tijdgebrek, konden middels individuele contactmomenten toch hun input leveren.

Meedenkbijeenkomsten

Het cliëntervaringsonderzoek Wmo (CEO) in Bernheze wees uit dat vindbaarheid van onafhankelijke cliëntondersteuning verbeterd kon worden. Bernheze besloot daarop van start te gaan met een serie van 5 meedenkbijeenkomsten, elk met een eigen thema:
1. Verhelderen van de bekendheid van oco
2. Toegankelijkheid en inzet van oco 
3. Communicatie
4. Training en werving
5. Borging en samenwerking

Welke vragen kwamen aan bod tijdens de subsessies?

•    Als je in de schoenen van een inwoner staat, wat zou jij dan als inwoner willen weten over oco?
     En hoe zou je die informatie willen ontvangen?
•    Waar is jouw organisatie sterk in als het gaat om het aanbieden van oco?
•    Waar zie jij of ziet jouw organisatie mogelijkheden die nu niet benut worden?

Hoe-dan-bijeenkomst

'De 'hoe-dan-bijeenkomst' nam bij de oudere of minder digitaal-vaardige meedenkers een drempel weg.'

Nu de Meedenkgroep was gevormd, kon het ‘meedenken’ beginnen. ‘Het was een bijzondere tijd om dit op te starten, omdat vanwege de geldende Corona-maatregelen alles digitaal moest. We hebben een ‘Hoe-dan’ bijeenkomst georganiseerd, om te ondersteunen bij het werken met de computer en bij het hoe en wat van online vergaderen. Dit nam, met name bij de oudere of minder digitaal-vaardige meedenkers, een drempel weg. Hiermee hebben we voorkomen dat de eerste bijeenkomst in het water zou vallen.’ 

Stel meedenkvragen 

De gemeente Bernheze en Stichting MEE  hebben voorafgaand aan de eerste bijeenkomst nagedacht over een visie op onafhankelijke cliëntondersteuning. Deze werd voorgelegd aan de Meedenkgroep: ‘sluit dit aan bij wat jullie voor ogen hebben?’ Reinders: ‘De visie die we hebben aangedragen was niet in beton gegoten. We hebben het visiedocument met behulp van de Meedenkgroep goed kunnen aanscherpen, dat was heel waardevol. We vonden het belangrijk de neuzen dezelfde kant op te krijgen en commitment te krijgen van de Meedenkgroep.’ Ook in de bijeenkomsten die volgden werden doorlopend zogenoemde ‘meedenkvragen’ voorgelegd aan de groep. Reinders kijkt positief terug op het proces: ‘Er ontstond veiligheid. De bijeenkomsten werden laagdrempelig en niet veroordelend ingestoken. Iedereen werd aan het woord gelaten. Professionals en vrijwilligers waren gelijk en iedereen bracht zijn eigen expertise in.’

Training: met een goed gevulde rugzak op pad 

Een van de onderwerpen van de meedenkgroep was nadenken over training en werving. De gemeente vindt het belangrijk dat informele onafhankelijke cliëntondersteuners goed op de hoogte zijn van de specifieke situatie en het beleid van de gemeente Bernheze. ‘Het sociaal  domein is complex en er vinden veel veranderingen plaats. Wij willen onze informele onafhankelijke cliëntondersteuners met een goed gevulde rugzak op pad sturen. Een training, en daarna met regelmaat actualiseringsbijeenkomsten, geeft de informele onafhankelijke cliëntondersteuners de juiste bagage om onze inwoners van goede en actuele informatie te voorzien. Opvallend was dat de Meedenkgroep na afloop van de training ook getoetst wenste te worden. ‘De vrijwilligers die aansloten bij de groep besloten bijna allemaal de training te volgen. Ze zijn echt verbonden geraakt met het Koploperproject en met het meedenken. Dit is een mooie winst van de bijeenkomsten, evenals het wegnemen van zorgen.’ Reinders geeft hierbij credits aan Stichting MEE. 

'Professionals en vrijwilligers waren gelijk en iedereen bracht zijn eigen expertise in.'

Wie betaalt, bepaalt niet

Zoals in vrijwel elk koplopertraject bracht het thema ‘onafhankelijkheid’ veel stof voor bespreking. Reinders: ‘Iets móet betaald worden, maar wanneer je betaalt betekent het niet dat je ook altijd de inhoud bepaalt. We betalen onze welzijnsorganisatie om de taak uit te voeren, maar we zeggen niet hoe zij het moeten doen. We maken afspraken over vergroting van bekendheid, voortbestaan van de groep, intervisie en actualisatie, maar niet over het inhoudelijke advies dat de onafhankelijke cliëntondersteuner aan de inwoner geeft. Bij de Meedenkgroep bestond de behoefte om dit heel expliciet te bespreken.’ 

De bakstenen vormen samen het huis

We hebben geprobeerd de samenwerking tussen formele en informele cliëntondersteuners en het netwerk ook visueel vorm te geven. Reinders licht onderstaande afbeelding toe: ‘met de verschillende schillen hebben we de ‘bakstenen’ van Bernheze een plekje proberen te geven. Zij vormen samen het huis waar onze inwoners terecht kunnen voor ondersteuning. We wilden daarmee erkenning geven voor al het werk dat wordt gedaan. In de groene bol zit ons netwerk: dat zijn al onze sociale partijen, verenigingen en clubjes die iets doen voor de inwoners. Dit zitten én blijven in de groene bol, dat was vanaf het begin de boodschap. Daar is alleen een donker blauwe bol bijgekomen. Dit zijn mensen uit de groene bol die de training hebben gevolgd en nu informele onafhankelijke cliëntondersteuner zijn. Op aanraden van de Meedenkgroep is er ook een coördinator toegevoegd (zie kader). De ‘meedenkers’ hebben geholpen om de informele onafhankelijke cliëntondersteuners verder vorm te geven en staan zelf niet in het schema. ‘De term ‘meedenkers’ moet weer uit Bernheze verdwijnen, want we noemen de uitvoerende functie tenslotte Onafhankelijke cliëntondersteuning.’

Samenwerkingsmodel

De coördinator vervult diverse taken:

•    Zet zich in voor bekendheid
•    Maakt matches tussen vraag en aanbod
•    Verwijst door indien nodig
•    Zorgt voor bekendheid OCO en stemt af met netwerkpartijen
•    Faciliteert intervisiebijeenkomsten en actualiseringsbijeenkomsten

Inwoners kunnen zich aanmelden via de coördinator of rechtstreeks via een onafhankelijke cliëntondersteuner. Om zicht te houden op aantallen en overvraging te voorkomen, moet dit wel bij de coördinator gemeld worden. Deze aanpak wordt de komende twee jaar getest en geëvalueerd. 

Houd elkaar binnen boord

Als we Reinders vragen naar de grootste uitdagingen binnen het project, noemt zij allereerst het aangehaakt houden van alle belanghebbenden. Door de coronacrisis moesten de bijeenkomsten online worden georganiseerd, wat niet voor iedereen wenselijk is. Daarnaast was het een opgave om onrust en zorgen weg te nemen. Diverse gesprekken, bijeenkomsten, presentaties en een brief van de wethouder hebben hier een groot aandeel in gehad. Uitgelegd werd dat ieders waarde wordt gezien en dat het project voortbouwt op dat wat reeds bestaat.

'Als wij ons kwetsbaar opstelden, dan deden de meedenkers dat ook. Wij hadden de wijsheid ook niet in pacht.'

De wijsheid niet in pacht hebben

Meermaals met dezelfde betrokkenen in gesprek over een gemeenschappelijk thema heeft een sterke impuls gegeven aan de vorming van een lokaal samenwerkingsnetwerk. Waar bij aanvang nog sprake was van onwennigheid en onderlinge spanningen, leken deze in de laatste bijeenkomst veel verder weg. Eén van de geheimen van het succes? Reinders: ‘Als wij ons kwetsbaar opstelden, dan deden de meedenkers dat ook. Wij hadden de wijsheid ook niet in pacht.’ Reinders vertelt dat het kan lijken alsof er veel beren op de weg staan, maar dat je vooral moet doen en evalueren. ‘Wees altijd open, ook wanneer je onderuit gaat.’
Wat ook hielp om betrokkenen aan boord te houden, was de ruimte voor een tip en top na afloop van elke bijeenkomst en de mogelijkheid om achteraf nog te bellen. Door meedenkers die veel kwijt wilden soms persoonlijk te bellen, ontstond extra ruimte om het hart te kunnen luchten. 

Warmhouden en versterken 

Reinders: `De kracht van de Meedenkgroep is dat we een groep hebben samengesteld die later ook met elkaar gaat samenwerken. Daardoor is een vertrouwensband ontstaan die we willen vasthouden.’ Tijdens de vijfde bijeenkomst vertelde een meedenker: ‘Ik ga niet alleen de bijeenkomsten, maar ook de andere meedenkers missen.’