Professional gaat het pas zien als hij het door heeft

Lector Lineke Verkooijen over eigen regie van de cliënt

Lineke Verkooijen is lector Klantenperspectief in Ondersteuning en Zorg bij Windesheim Flevoland in Almere. Al ruim twintig jaar is ze in de ban van vraagstukken over de eigen regievoering van cliënten. Wat is de rol van professionals? Wat moeten ze kennen en kunnen?

'Je gaat het pas zien als je het doorhebt.' Ergens in het interview met Lineke Verkooijen valt het bekende motto van Johan Cruyff. Niet dat het gesprek over voetbal gaat. Nee, we hebben het over de eigen regievoering van cliënten in zorg en vooral welzijn. Dit thema fascineert haar al heel lang. Ze promoveerde in 2006 op het onderwerp 'Ondersteuning eigen regievoering en vraaggestuurde zorg’. En sinds 2009 is ze lector Klantenperspectief in Ondersteuning en Zorg aan Windesheim Flevoland in Almere.

Haar binding met het thema heeft een persoonlijke drijfveer. Toen ze 7 jaar was, kreeg haar jongere broertje een dwarslaesie. Ze ervoer toen, vaak samen op stap met hem in zijn rolstoel, hoe verschillend hij en zij vaak werden bejegend. 'Dat is altijd in mijn hoofd blijven zitten, denk ik.’ Een andere persoonlijke verbinding met het onderwerp is dat ze in 1993 moeder werd van een gehandicapte zoon. 'Dat maakte dat ik heel direct heb ervaren wat het betekent om niet gehoord te worden en wat dat met je doet als je anders in het leven staat dan op de wijze waarvan de hulpverlener lijkt uit te gaan.'

OERtheorie

Toch waakt Verkooijen ervoor om ervaringsdeskundigheid als een noodzakelijke voorwaarde te zien om iets met het cliëntperspectief of de eigen regie van cliënten van doen te kunnen hebben of hier iets van te begrijpen. 'Dat zou natuurlijk sneu zijn. Voor alle betrokkenen in een hulpverleningsrelatie. Wat ik heb gedaan is het thema ‘eigen regievoering van cliënten’ op een wetenschappelijke manier benaderen. Daarmee beschouw ik het thema niet als een politiek of filosofisch belangrijke en daarmee na te streven waarde voor kwetsbare mensen,  maar als iets wat er gewoon is. Iets wat ieder mens al doet. Kwetsbaar of niet kwetsbaar. Eigen regievoering als de activiteit die mensen uitvoeren in de zin van ‘het eigen leven leven’. Hoe beperkt of onvolledig dat in de ogen van anderen ook mag zijn. Want degene die dat leven leeft zal het met zichzelf moeten doen. Niemand kan het leven van een ander leven. Je kunt er bij helpen, maar je kunt het niet leven of overnemen. Op deze regievoering heb ik mij gericht.’

De Zwolse lector vatte het antwoord op deze vragen in een theorie die ze ontwikkelde: de OERtheorie en een daaraan gekoppeld OERmodel (OER staat voor Ondersteuning Eigen Regievoering). De kern daarvan is dat de eigen regievoering van de cliënt centraal staat en dat de professional daarbij aansluit. Verkooijen ontwikkelde de theorie voor de zorg, maar vertaalt deze nu ook in de praktijk van welzijn. Haar lectoraat begeleidt onder meer wijkteams in Flevoland.

Bekijk de webinar Van eigen kracht naar OERkracht

Aansluiten op de eigen regievoering. Hoe doe je dat als sociale professional?
Verkooijen: 'Vaak wordt in termen gesproken als: hoe kun je als professional ervoor zorgen dat je de eigen regievoering van de cliënt stimuleert, teruggeeft, overneemt of versterkt? Maar die termen kloppen niet. Ze drukken namelijk uit dat de sociale professional zich - onbedoeld of onbewust en soms zelfs bewust - op een ander niveau plaatst dan de cliënt: als de weter tegenover de niet-weter. Termen als 'stimuleren', 'teruggeven', 'overnemen' en 'versterken' suggereren dat de professional lijkt te weten hoe de ander zijn leven zou moeten leven. En het is maar de vraag of een professional dat kan weten.'

Grondhouding

Wat moet dan wel de grondhouding zijn van de sociale professional? Eerst inventariseren en dan pas diagnosticeren: dat is belangrijk. Met een blanco houding starten in het gesprek met een cliënt. Eerst begrijpen, dan begrepen worden. Verkooijen noemt een voorbeeld dat ze eerder gebruikte in een webinar van Movisie. In een casusbespreking opende een sociale professional met de opmerking dat 'mevrouw overlast veroorzaakt in de buurt'. Verkooijen: 'Begin bij het begin, begin bij iemands leven. Ga niet duiden, zeg niet: "Dit is de oorzaak, dit is het gevolg, dit is de diagnose." Nee, kijk wat er gebeurt in het leven van die cliënt op een doordeweekse dag. Probeer dat zo zuiver mogelijk te laten zien.'

Die veronderstelde grondhouding (blanco luisteren, eerst inventariseren, dan pas diagnosticeren, eerste begrijpen, dan begrepen worden) is best moeilijk voor sociale professionals, stelt de Flevolandse lector. 'Social workers zijn heel erg getraind elk verhaal te wegen en te duiden. Ze zijn heel erg opgeleid in het diagnostisch denken.' Een cliënt beschrijft of toont een situatie en de professional bewerkt die situatie met eigen kennis en kunde tot een betekenis. Een betekenis vanuit de professionele logica, ook wel een diagnose genoemd.'

'Aan eigen regievoering is nauwelijks waarde te verbinden'

Uit recent onderzoek door NIVEL blijkt dat veel zorgverleners en hulpverleners zich in hoge mate of volledig competent achten om goed om te gaan met cliënten die eigen regie ‘belangrijk’ vinden. De cijfers schommelen zo tussen tachtig en negentig procent. Verkooijen is niet onder de indruk van deze resultaten: ‘Het uitgangspunt van dit onderzoek vind ik vreemd. Cliënten die eigen regie belangrijk vinden? Eigen regievoering in mijn betekenis is er gewoon. Daar is nauwelijks een waarde aan te verbinden. En maakt het voor het werk van de professional uit of cliënten hun eigen regie zelf belangrijk vinden of niet? Dat zou ik heel raar vinden. Als de essentie van “aansluiten bij de eigen regievoering van cliënten” is dat je als hulpverlener in ieder geval zelf geen negatieve factor bent op het leven van het eigen leven van de cliënt, dan maakt de waarde die cliënten aan hun eigen regievoering verbinden niet uit. Misschien is het zo dat cliënten die minder waarde hechten aan hun eigen regievoering, een negatieve invloed vanuit de hulpverlening op het leven van hun eigen leven minder erg vinden. Dit kan echter nooit een vrijbrief zijn voor professionals om in dat geval meer ‘onnodig overnemend’ te werk te gaan. 

Kernopdracht: uitnodigen tot invloed

Wat maakt nu dat een professional competent is en hij of zij de eigen regievoering van de cliënt als vertrekpunt voor het eigen handelen neemt? De kernopdracht is: uitnodigen tot invloed. Dat begint voor bijvoorbeeld een wijkteam al bij hoe men zichzelf neerzet. In de praktijk zie je vaak dat men het aanbod formuleert: “wij zijn dit en dit kunt bij ons halen, u kunt met alle vragen bij ons terecht.” Maar er staat vaak niet bij: u kunt ideeën aan ons voorleggen. Een mooi voorbeeld vind ik ook: in de Wlz (Wet langdurige zorg), de Wmo en de Jeugdwet is vastgelegd dat mensen het recht hebben om een persoonlijk plan of een familiegroepsplan in te dienen, voordat het wijkteam ook maar aan de slag gaat. Maar er wordt in gemeenteland nog bijna nergens melding van gemaakt! Terwijl dit bij uitstek uitnodigen tot invloed is. Je laat mensen aan de slag gaan op de manier waarop ze dat zelf willen. Je zou ze nog kunnen aanbieden dat als ze hier ondersteuning bij nodig hebben dat ze iemand kunnen bellen. Maar verder kunnen ze het persoonlijk plan of het familiegroepsplan maken zoals ze zelf willen.

'Maar wat gaan sommige gemeenten nu doen: een format maken dat je verplicht moet invullen. Daar is de wet niet voor bedoeld! Maar het is typisch weer de manier waarop wij er invulling aan geven: niet uitnodigen tot invloed maar iemand in een systeemwereld drukken.’

 

Leren wat je als sociale professional te doen staat

Is die vereiste grondhouding te leren bij sociale professionals? ‘Ja, maar we weten niet hoe’, zegt Verkooijen. ‘Ik vermoed dat dat de essentie van een paradigmashift is. Als je niet wilt of kunt zien dat de aarde rond is, zie je het ook niet. En waardoor ga je het wel zien? Doordat iemand je weet te overtuigen om op de manier te kijken waarop je ziet dat de aarde rond is. Maar wat precies die manier is, dat kan van persoon tot persoon verschillen, maar het geeft je wel onmiddellijk toegang tot het hele plaatje. Bij een ronde aarde wordt bijvoorbeeld het er afvallen onlogisch, wordt wereldreizen mogelijk, wordt een horizon een ander fenomeen.’

Dat brengt ons terug bij het motto van Cruyff waar we mee begonnen: je gaat het pas zien als je het door hebt. Zodra het belang van eigen regievoering doorgedrongen is, ontstaat de behoefte om te leren wat je als sociale professional te doen staat.

Eigen regievoering van de cliënt, belangrijke elementen voor de sociale professional

  • Blanco luisteren: zonder vooropgezet plan, oordeel of agenda
  • Uitnodigen tot invloed: de wensen en behoeften als uitgangspunt
  • De juiste vragen stellen: om aan te sluiten bij de eigenregievoering
  • Afstemmen
    - als een hulpverlener niet kan bieden wat de cliënt vraagt: - dit heb ik wel te bieden, is dat wat voor u? – wat is ergens anders voor aanbod? - wat voor alternatieve voorstellen heeft de cliënt?
  • Monitoren van de vraag
    - telkens samen met cliënt herijken: “zijn we nog steeds aan het doen wat nodig is?”

Bekijk het webinar Van eigen kracht naar OERkracht

Bron: Sozio: vakblad voor professionals, december 2016. Dit is een ingekorte versie, lees hier het volledige artikel.