'Professionals en beleidsmakers; investeer in het contact met mensen die als vertrouwenspersoon of intermediair dienen'
Hilde Bakker: 40 jaar strijd tegen grensoverschrijdend gedrag (deel 2)
Movisie-expert Hilde Bakker zit veertig jaar in het vak. We blikken met haar terug op haar ervaringen als hulpverlener, projectleider en adviseur én kijken vooruit. 'Terugkijkend gaat mijn werk over: de bestrijding van traditionele, culturele en religieuze opvattingen die gendergerelateerd geweld legitimeren.’
‘Zo’n vijfendertig jaar geleden kreeg ik als hulpverlener voor het eerst te maken met slachtoffers van wat we nu eergerelateerd geweld noemen. Een jonge Turkse vrouw had haar echtgenoot verlaten om verder te gaan met haar jeugdliefde. Haar echtgenoot was akkoord met een echtscheiding , in tegenstelling tot haar vader en broers, die haar bedreigden. Echtscheiding was in de gemeenschap niet toegestaan. De vrouw vluchtte naar het opvanghuis waar ik toen werkte, maar wilde na enige tijd het contact met haar familie herstellen. Een gesprek met haar vader hierover liep echter uit op ruzie, hij bedreigde haar zelfs met de dood. Ik sprong ertussen zodat zij weg kon vluchten. Haar vader zei dat ze niet zouden stoppen tot ze haar hadden gevonden. Ze had de eer van de familie geschonden en moest daarom omgebracht worden.’
‘Dit was destijds voor de hulpverlening een onbekende vorm van geweld, waar we nog niet eerder mee te maken hadden. Het was eind jaren ’80. Het duurde tot 2003 voordat dit ‘eergerelateerd geweld’ in Nederland op de politieke en maatschappelijke agenda kwam, iets waar ik via mijn werk bij TransAct destijds hard voor heb gestreden. De media droegen daaraan bij omdat in die periode vlak achter elkaar een aantal eermoorden in ons land plaatsvonden die in de media veel aandacht kregen.’
Hilde Bakker werkt sinds 2007 bij Movisie als senior -projectleider en adviseur binnen het team Huiselijk en seksueel geweld en binnen het Kennisplatform Inclusief Samenleven. Onder haar expertise vallen o.a. de thema’s: eergerelateerd geweld, huwelijksdwang en achterlating, plus de aanpak van huiselijk en seksueel geweld met een focus op religieuze en migranten- en vluchtelingengemeenschappen. Eerder werkte ze voor TransAct Landelijke Expertisecentrum seksueel geweld en sekse specifieke hulpverlening (een van de voorlopers van Movisie), Steunpunten Seksueel Geweld en als maatschappelijk werker binnen de vrouwenopvang, zoals een blijf-van-mijn-lijfhuis.
Dit artikel is onderdeel van een tweeluik. In dit artikel ligt het accent op focus op haar werk voor religieuze en migranten- en vluchtelingengemeenschappen. Eerder spraken we Bakker over de ontwikkelingen in de aanpak van huiselijk en seksueel geweld . ‘Er is beweging bij de nieuwe generaties. Er zijn nieuwe activistische groepen gevormd en slachtoffers spreken zich uit. Dat doet mijn feministische, actiegerichte hart goed.’
Na haar werk in de vrouwenopvang werkt zij vanuit steunpunten tegen seksueel geweld via preventieactiviteiten en beleidsbeïnvloeding aan de aanpak van huiselijk en seksueel geweld. Daarbij vroeg zij extra aandacht voor de specifieke situatie van vrouwen met een migratieachtergrond. Na haar komst naar TransAct wordt ook eergerelateerd geweld een thema waar ze zich voor inzet.
Kadervrouwen en verandering van binnenuit
‘Vanaf de jaren ’90 ging mijn professionele aandacht uit naar de positie van “zwarte-, migranten- en vluchtelingenvrouwen” en Molukse vrouwen. Ik onderzocht wat de invloed van migratie is op hun relaties, welke normen en waarden een rol spelen en waarom er binnen deze gemeenschappen vaak wordt gezwegen over huiselijk en seksueel geweld. En hoe we deze vrouwen, ondanks de schaamte- en eercultuur, konden stimuleren om ervaringen met seksueel geweld te delen en hulp te zoeken. Ik ontwikkelde een training voor zogenaamde ‘kadervrouwen’, afkomstig uit deze gemeenschappen. Zij leerden hier op laagdrempelige wijze het taboe op praten over seksueel geweld te doorbreken. Na deze training begeleidden deze vrouwen gespreksgroepen voor vrouwen met een migratieachtergrond. Het waren cultureel gemengde groepen, maar er zaten bewust geen autochtone Nederlandse vrouwen bij. We realiseerden ons dat migratie en een andere culturele en religieuze achtergrond invloed hebben op hoe er gesproken wordt over huiselijk en seksueel geweld . In herkenning bij de vrouwen met een vergelijkbare achtergrond zit een duidelijke meerwaarde voor de bespreekbaarheid en openheid.’
Van binnenuit voor verandering zorgen is een bijzondere methode die ook later in het werk van Bakker terugkomt, als ze bij Movisie aan de slag gaat voor de Alliantie Verandering van Binnenuit.
Alliantie Verandering van Binnenuit
Sinds 2018 werkt de Alliantie Verandering van Binnenuit aan gelijkheid, veiligheid en acceptatie van vrouwen en lhbti+ personen binnen migranten- en vluchtelingengemeenschappen. Het samenwerkingsverband bestaat naast Movisie uit het Consortium Zelfbeschikking, (bestaande uit het IOT, SMN, HTIB, Stichting Kezban, Landelijke werkgroep Mudawwanah, FSAN en VON). De afgelopen jaren hielden gespreksleiders 740 dialoogbijeenkomsten in de meest uiteenlopende gemeenschappen. In buurthuizen, moskeeën, huiskamers en op andere voor hen vertrouwde plekken. Het ging tijdens die bijeenkomsten over onderwerpen als de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen, discriminatie van homoseksuelen, gedwongen partnerkeuze en de gevolgen daarvan voor slachtoffers en de familie. Het doel is om een normverandering op gang te brengen. Het helpt dat de gespreksleiders eenzelfde of vergelijkbare culturele achtergrond hebben als de deelnemers, aldus Hilde Bakker. ‘Deze intermediairs maken deel uit van een gemeenschap waar bepaalde onderwerpen echt nog taboe zijn. Zij vormen een brug tussen de gemeenschap en mensen die slachtoffer zijn van discriminatie of geweld. Als mensen een ervaringsverhaal horen over hoe het is om als lhbti+ in een homovijandige gemeenschap op te groeien, of wat huiselijk geweld met iemand doet, dan gebéurt er iets. Dan realiseren de deelnemers zich dat verandering echt nodig is. Dat de normen en opvattingen van de gemeenschap veel van hun mensen schaden.’
Solidariteit en de druk om eervol te zijn
‘De succesfactor was destijds te zorgen voor balans tussen zwaardere en lichtere onderwerpen. We hadden het over opvoedingsvraagstukken, maar ook over cultuur en taal. Ik zag in dat bij deze vrouwen andere dingen een rol spelen als het gaat om huiselijk en seksueel geweld en daaraan ontkomen. De sterke familiebanden, druk vanuit de gemeenschap voor vrouwen om de vuile was niet buiten te hangen en om seksueel ‘eervol’ te zijn. Als bekend wordt dat een vrouw is verkracht is zij in de ogen van de gemeenschap ‘bezoedeld’. Voor slachtoffers zijn dit extra drempels om te ontsnappen uit benarde situaties. Daarnaast speelde ook het solidariteitsaspect mee. Racisme en discriminatie maakten het lastiger voor slachtoffers om bij Nederlandse instanties naar buiten te treden met ‘de vuile was’. Vrouwen wilden hun gemeenschap niet in een kwaad daglicht zetten. Het racisme naar met name mannen- met een migratieachtergrond versterkte de solidariteit naar hun mannen, vaders en broers juist. Vluchtelingenvrouwen liepen vanwege hun afhankelijke positie tijdens de vlucht en in de asielopvang extra risico op seksueel geweld. Extra aandacht om deze vrouwen te ondersteunen was dus hard nodig en ik realiseerde me dat professionals hier meer kennis over moesten hebben. Hoe bespreek je seksueel geweld? Hoe pas je je taal aan en zorg je ervoor dat je aansluit bij hun taal en cultuur? We zijn op laagdrempelige wijze begonnen en ontwikkelden een training voor professionals om cultuursensitief te werken bij het bespreekbaar maken van seksueel geweld.’
Overstap naar onderzoek
Die ervaringen nam Bakker mee in de onderzoeken waar ze later aan meewerkte. Onder meer over de veiligheidsbeleving van vrouwen en meisjes in asielopvang en een Europees onderzoek naar de aanpak van eergerelateerd geweld in zeven landen. ‘In dat laatste onderzoek ontmoetten we een paar politiemedewerkers, waaronder Willem Timmer, een van de weinigen destijds met expertise hierop. Eergerelateerd geweld was bij de meeste maatschappelijke organisaties nog vrij onbekend, het was geen issue. Ik voerde het onderzoek uit met mijn toenmalige collega Sezai Aydogan , een Turkse onderzoeker en zelf migrant. Hij voelde zich gelegitimeerd om deze vorm van geweld aan de kaak te stellen, omdat hij dat met mij als Nederlandse vrouw en vanuit een officiële instelling deed. Andersom voelde ik me gelegitimeerd omdat Sezai de problematiek in de gemeenschappen van binnenuit kende. Hij wist waar hij over sprak. Dat is cruciaal in de aanpak. Je moet de culturele context kennen en begrijpen, evenals de complexiteit, gevoeligheden en omgangsvormen, en deze respecteren, terwijl je duidelijk bent over de normen, de grenzen en de strafwetwetgeving bij dit geweld. In een vroeg stadium – voordat het escaleert - contact maken, verbinding leggen en met elkaar zoeken naar niet gewelddadige oplossing van een eerconflict. Na het verkennende onderzoek richtten we het Platform Eerwraak op, om de kennis en bewustwording over de problematiek tevergroten en een aanpak te ontwikkelen met de betrokken maatschappelijke- en migrantenorganisaties. Er kwam steeds meer aandacht voor deze vorm van huiselijk geweld, zowel politiek als in de media.’ En toenmalig minister van Justitie Rita Verdonk richtte het Interdepartementaal Beleidsprogramma Eergerelateerd Geweld in (2006-2011).
Balanceren op een koord om stereotypering te voorkomen
Alle aandacht voor deze en andere zogenaamde schadelijke praktijken, vroeg wel om een grote zorgvuldigheid in aanpak en woordkeuze, vervolgt Bakker. ‘We wilden het probleem benoemen, maar voorkomen dat bepaalde politici ermee aan de haal gingen om migranten in een kwaad daglicht te stellen. Dit was ten tijde van de opkomst van politici zoals Pim Fortuyn. Toenmalig Tweede Kamerlid Ayaan Hirsi Ali stelde dat de islam de oorzaak was van dit geweld, maar wij wisten dat oudere culturele en patriarchale opvattingen de basis vormen, hoewel vaak overgoten met een religieuze saus. Eer gerelateerd geweld zien we onder moslims, maar ook onder o.a. christenen, katholieken en hindoestanen. Veel mechanismen zijn vergelijkbaar, hebben te maken van de geslotenheid van gemeenschappen, waarbij sterke groepsnormen via sociale controle, groepsdruk en uitsluiting en desnoods geweld de leden in het gareel dwingen. In bijvoorbeeld orthodox-protestantse gemeenschappen in Nederland is ook seks buiten het huwelijk taboe en vrije partnerkeuze niet vanzelfsprekend, bij homoseksualiteit zelfs uitgesloten. Overtreders lopen risico op uitsluiting.’
Wij onderkenden dat we als kennisinstituut kennis misten over deze orthodox- protestantse gemeenschappen. Onze beelden bleken niet een op een altijd te stroken met de werkelijkheid, maar andersom kwamen we ook wel vooroordelen over ons als kennisinstituut tegen.
Bakker kan dit zeggen op basis van haar onderzoek met collega Hanneke Felten naar huiselijk geweld in orthodox- protestantse gemeenschappen. ‘Wij onderkenden dat we als kennisinstituut kennis misten over deze orthodox- protestantse gemeenschappen. Onze beelden bleken niet een op een altijd te stroken met de werkelijkheid, maar andersom kwamen we ook wel vooroordelen over ons als kennisinstituut tegen. Het hielp bij het contact maken dat ik zelf uit een protestants gezin kom en de taal en de Bijbel wel enigszins ken. Ik kon er zelfs grapjes over maken, waar gelukkig om konden lachen.’ Het rapport met de titel “De mantel der liefde” deed in de kerkelijke gemeenschappen veel stof opwaaien, vaak ten positieve, aldus Bakker. ‘Velen staken de hand in eigen boezem en onderkenden dat veel geweld in gezinnen, waaronder seksueel misbruik van kinderen, onder het vloerkleed werd geschoven, ook door de kerken.
Ook werkte Bakker mee aan een verkenning naar de preventie van seksueel misbruik binnen de verschillende kerken, na verschijning van het Deetman-rapport over seksueel misbruik binnen de Rooms-Katholieke kerk. De geïnterviewde medewerkers van kerkelijke meldpunten en werkgroepen seksueel misbruik wilden na onze verkenning graag samenwerken met Movisie en met elkaar. Zo werd Bakker projectleider van het project “Herder op zijn hoede”, waar vertegenwoordigers uit verschillende stromingen - van katholiek tot orthodox-protestant en van evangelisch tot joods, kennis en ervaringen uitwisselden. Een van de resultaten was de website “VeiligeKerk.nl” met materialen en goede voorbeelden. Sinds een aantal jaar is deze website overgenomen en aangepast door Stichting Veilige Kerk, drie kerkelijke meldpunten om “huiselijk geweld en grensoverschrijdend gedrag binnen de kerk te (h)erkennen, voorkomen en aanpakken”. Bakker zit in het comité van aanbeveling.
Kennisplatform Inclusief Samenleven
De samenwerking met de verschillende migranten- en vluchtelingenorganisaties om schadelijke praktijken als eergerelateerd geweld, huwelijksdwang en achterlating aan te pakken bleef altijd hoog op de agenda staan bij Bakker. ‘Ik was heel blij met de oprichting van Kennisplatform Inclusief Samenleven (KIS), waar ik vanaf de start bij betrokken was. Samen met het Verwey- Jonker Instituut ontwikkelen we samen met professionals en informele werkers kennis en tools. Recent hebben we een toolkit uitgebracht over opvoedondersteuning van ouders met een migratieachtergrond bij problemen als shame sexting en achterlating”. Sinds een aantal jaar organiseren we ook de jaarlijkse landelijke bijeenkomst van het Platform Eer en Vrijheid. Daar wisselen professionals, vrijwilligers, onderzoekers en beleidsambtenaren actuele kennis en ervaringen uit en krijgen zij via interessante sprekers en workshops nieuwe informatie en inzichten.’
Platform Eer en Vrijheid
Hilde Bakker is een van de organisatoren van Platform Eer en Vrijheid van Kennisplatform Inclusief Samenleven. Op de jaarlijkse landelijke platformbijeenkomst en in de nieuwsbrief worden de uitwisseling van kennis en ervaring rond het thema zelfbeschikking bevorderd en gestimuleerd en specifieke thema’s geagendeerd . . Een derde doel is om netwerken tussen en van deelnemers te versterken. De activiteiten van Platform Eer en Vrijheid richten zich op iedereen die betrokken is bij de preventie en aanpak van problematieken als eergerelateerd geweld, huwelijksdwang, achterlating en gedwongen leven in isolement: als Veilig Thuis, vrouwenopvang, sociaal team, migranten- en vluchtelingen- (vrouwen-) organisaties, politie, onderwijs, onderzoek en beleid. In 2021 werd het platform geëvalueerd en kreeg het een positieve waardering.
Blijven zoeken en pionieren
Bakker is blij met het nieuws dat de Alliantie Verandering van Binnenuit van het ministerie van OCW-Directie Emancipatie, weer vijf jaar door mag. ‘Het bijzondere van onze nieuwe Alliantie (2.0.) is dat naast de zeven landelijke (koepel)organisaties voor migranten en vluchtelingen, ook een aantal christelijke lhtbi+-organisaties meedoen. De organisaties kunnen van elkaar leren hoe binnen de gesloten gemeenschappen een normverandering kan ontstaan, om meer gendergelijkheid, acceptatie van homoseksualiteit en veiligheid te bewerkstelligen’.
Wat wil Bakker nog meegeven aan professionals en beleidsmakers? ‘Ik blijf het herhalen; investeer in het contact met mensen die als vertrouwenspersoon een intermediair zijn tussen een min of meer gesloten gemeenschap en de Nederlandse instellingen. Luister naar elkaar en leer van elkaar. Bezoek eens een (dialoog-)bijeenkomst of training en vertel de deelnemers wie je bent, en wat je doet. Oké, het kost (vrije) tijd, maar het levert je veel op, het verrijkt je als mens en als professional en – belangrijkste doel – de mensen die jouw hulp kunnen gebruiken weten je te vinden en jij kunt beter aansluiten bij hun taal en cultuur.’
Dit artikel is geschreven door Dyonne van Haastert