Professionele moed en lef bij huiselijk geweld: ‘Geen vrijbrief voor cowboygedrag’

Moed en lef, dat heb je of dat heb je niet. Zo denken we er doorgaans over, als een vaststaande toestand, een karaktereigenschap. Maar professionele moed en lef is iets wat je zeker kunt ontwikkelen. Goede intervisie met sociaal werkers is daarvoor cruciaal. Het nieuwe intervisiebord is daarbij een praktische tool.

‘Ongemak is het sleutelwoord dat steeds opduikt in het onderzoek naar professionele moed en lef’, zegt Nelleke Westerveld, die vanuit Movisie als senior projectleider werkte aan het nieuwe intervisiebord. ‘Eigenlijk is moed hebben: leren omgaan met je eigen gevoelens van ongemak. Dat je ondanks je angsten en onzekerheid toch een besluit tot handelen durft te nemen. Aan de hand van dit intervisiebord kunnen teams in gesprek over hoe zij dit samen kunnen versterken.’

Risico’s

Westerveld maakt haar uitspraak over ongemak concreet met voorbeelden die ze onder meer hoorde aan de leertafels over moed en lef bij huiselijk geweld. Daarbij zocht ze het afgelopen jaar samen met sociaal werkers en ervaringsdeskundigen uit hoe moed en lef te versterken valt. ‘Het gaat altijd om complexe situaties waar risico’s aan verbonden zijn. Dat gat in de deur, hoe is dat daar gekomen? Wat als ik het verkeerd heb en ik verlies het vertrouwen van dit meisje?’

Wikken en wegen

Bij de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling hoort ongemak er vrijwel altijd bij, zegt Westerveld. ‘Sociaal werkers dragen een grote verantwoordelijkheid. Bij huiselijk geweld en kindermishandeling is het heel spannend: als jij met het slachtoffer werkt en niet met de pleger, dan heb je nooit 100% garantie dat door jouw handelen het geweld stopt. Dat zorgt voor dat ongemak, voor handelingsverlegenheid, wikken en wegen. En soms tot het onderdrukken van je onderbuikgevoel.’

Lees verder bij Zorg+Welzijn