Regie op mantelzorgondersteuning in Soest
Hoe voer je regie op mantelzorgondersteuning? Movisie leerde ruim een jaar lang met zeven gemeenten op dit vraagstuk. In dit interview spreken we Carrien Eenhoorn, consulent mantelzorg, en beleidsadviseur Wil Roozendaal vanuit de gemeente Soest. Welke stappen hebben zij gezet bij het versterken van regie op mantelzorgondersteuning?
Al sinds 2017 is er een netwerk informele zorg in Soest. Hierin zitten allerlei relevante organisaties die met mantelzorg te maken hebben. Denk aan welzijn, zorg en vrijwilligersorganisaties, maar ook particuliere organisaties als Mantelzorgmakelaar en Thuiszorg. Ook beleidsmedewerkers van de gemeente nemen regelmatig deel aan dit netwerk informele zorg. Roozendaal: ‘De drijvende kracht achter dit netwerk is Carrien Eenhoorn. Zeker in de opstart, omdat ze alle bijeenkomsten voorzat. Het helpt dat zij ook mantelzorgconsulent bij de gemeente is, daardoor is er goed zicht op de praktijk én de partijen in en om Soest.’
Nieuwe rollen
De samenleving verandert en de manier waarop formele en informele zorg samengaan, verandert mee. Gemeenten zijn steeds vaker regisseur en samenwerkingspartner in plaats van slechts subsidieverstrekker. Daarnaast verandert de rol van mantelzorgondersteunende organisaties naar de coördinatie van het netwerk aan organisaties rondom mantelzorg. Deze nieuwe rollen vergen een nieuwe manier van regie voeren. Wil je hier meer over weten? Lees dan 'De rol van mantelzorgondersteuning: samenwerking en regie in een veranderend landschap'.
Het netwerk is in 2017 gestart met een convenant waarin iedereen commitment vastlegde, vanuit de wens om samen te werken op dit thema. Eenhoorn en Roozendaal zijn aangesloten omdat er een omslag was in het netwerk. Het was tijd om op een intensievere manier samen te werken en nieuwe energie in het netwerk te brengen. Eenhoon: ‘Hiervoor zat ik alle vergaderingen voor en was ik de drijvende kracht. Iedereen kijkt naar mij, vooral omdat ik bij de gemeente werk. Maar we doen het samen. Iedereen heeft een eigen rol of onderdeel te pakken. Het was voor mij nodig dat de verantwoordelijkheid meer gespreid werd om het vol te kunnen houden.’ De geleerde lessen over netwerksamenwerking en regie voeren in het leernetwerk konden meteen in de praktijk toepassen worden. Eenhoorn: ‘Het leernetwerk kwam dus eigenlijk op het juiste moment.'
Leernetwerk
In het leernetwerk ‘regie op mantelzorgondersteuning’ gingen zeven duo’s aan de slag. Elk duo bestond uit een beleidsmedewerker van de gemeente én een sociaal professional die verantwoordelijk is voor mantelzorgondersteuning. Verspreidt over twee jaar gingen ze door middel van fysieke en online bijeenkomsten gezamenlijk aan de slag met de verschillende bouwstenen van regie, waarna ze dit in hun praktijk verder toepasten.
Regie vanuit verschillende niveaus
Roozendaal: ‘Het was heel handig om te kijken naar regie vanuit de verschillende niveaus: operationeel, tactisch en strategisch. We zijn ons ervan bewust geworden dat we op operationeel niveau goed samenwerken. Maar dat het aanhaken van de bestuurlijke laag nog achterblijft. Hoe zorg je dat dit toch gebeurt?’
We kennen elkaar nu beter en voelen allemaal urgentie om samen te werken
In de gemeente wordt mantelzorg op verschillende afdelingen besproken. Passende ondersteuning raakt niet alleen het sociaal domein, maar ook wonen, Jeugd of onderwijs. In andere domeinen lukt het wel om de bestuurlijke laag aan te haken, bijvoorbeeld rondom wonen. Roozendaal: ‘We werden nieuwsgierig naar waarom dat daar wel goed gaat. Samenwerken blijft een lappendeken die veel onderhoud vraagt om aangehaakt te blijven.’
Het samenwerken op casusniveau is in het netwerk al langer vanzelfsprekend om de zorg houdbaar te houden. Tekorten aan geld en vooral aan handen maken dit tegenwoordig nog noodzakelijker. Eenhoorn: ‘Wat dat betreft hebben we de tijd mee om nog meer aan regie en samenwerking te werken. Het is echt nodig om het anders in te richten en elkaar te helpen, omdat het anders gewoon niet gaat.’
Daarnaast breidt het netwerk zich ook bewust uit, zodat er nieuwe verbindingen gelegd kunnen worden met partijen die ook relevant kunnen zijn. Bijvoorbeeld met de complexbeheerder van de woningcoöperatie. Eenhoorn: ‘We begonnen het netwerk in 2017 erg strak. Het was stijf ingericht en het had strakke afspraken. Nu doen we het wat losser en loopt het veel beter. We kennen elkaar beter, voelen allemaal urgentie om samen te werken en de verantwoordelijkheid die daarbij hoort.’
Netwerk informele zorg
De opzet van het leernetwerk is ondertussen bewust veranderd. Zo rouleert het voorzitterschap van de bijeenkomsten. Een belangrijke randvoorwaarde waarom dit werkt is omdat daar ook budget voor is vrijgemaakt. Eenhoorn: ‘Zonder budget moet ík het voorzitterschap doen en dat kost ook geld. Het is eerlijk om anderen te faciliteren wanneer we meer vragen. Ook dat is regie vanuit de gemeente: de randvoorwaarden scheppen’.
Daarnaast is het roulerend voorzitterschap belangrijk voor de continuïteit van het netwerk en de betrokkenheid. Het is logisch om te faciliteren dat iemand tijd heeft om de agenda te maken, rond te sturen en te checken of alle adressen nog compleet en kloppend zijn. Ook staan nu alle bijeenkomsten in een bepaald thema. Daardoor worden deze netwerkbijeenkomsten beter bezocht. Omdat iedereen elkaar beter kent wordt er ook warm naar elkaar doorverwezen: ‘een grote winst voor mantelzorgers’ aldus Roozendaal en Eenhoorn.
De veranderingen in het netwerk worden goed opgepakt door iedereen. Roozendaal: ‘Het is fijn dat dat Carrien nu in een meer coördinerende rol zit als aanjager van het netwerk én in de praktijk mantelzorgconsulent is. De combinatie van deze rollen zorgt voor actuele kennis van de Soester situatie en verbinding. Wij vinden het dan ook heel waardevol om deze rollen bij elkaar te houden. Ik kan vanuit beleid de tactische en strategische lijnen proberen te versterken.’ Dat Eenhoorn als mantelzorgconsulent in dienst is van de gemeente maakt dit gemakkelijker. ‘We werken vanuit eenzelfde verantwoordelijkheidsgevoel en doel, waarbij beleid en praktijk bij elkaar komen. We trekken samen op en weten elkaar extra laagdrempelig te vinden. Er is geen sprake van een externe inkooprelatie.’
Geleerde lessen
Roozendaal: ‘Het was fijn om erachter te komen dat veel dingen al behoorlijk goed liepen in Soest. Als je alleen maar focust op alles wat er nog beter kan – wat natuurlijk het geval is - vergeet je te waarderen wat er al wel is.’ Het besef is ontstaan dat het coördineren van een netwerk een aparte rol is die je persoonlijk ook moet liggen. Je hebt bepaalde vaardigheden nodig. Je moet een lange adem hebben, gemotiveerd en volhardend zijn. En ook de praktijk aan de theorie kunnen koppelen, we vullen elkaar daarin goed aan’.
Ook het lerende netwerk zelf was een waardevol proces. Eenhoorn: ‘Het is heel waardevol om van andere gemeenten te leren. Zo zie je dat je niet alleen bent in de dingen die je graag wilt veranderen. En je wisselt informatie en manieren uit.’
Ook de koppeling tussen Eenhoorn en Roozendaal is belangrijk. Ze bereiken samen meer, omdat ze weten wat ze aan elkaar hebben. Het is belangrijk om die verbindingen te leggen, ook wanneer dat betekent dat je als coördinator af en toe sterke meningen over de inhoud moet afzwakken. Het doel is namelijk samen verder te komen. Eenhoorn: ‘Het is belangrijk dat we allemaal vooruitgaan en deze weg ernaartoe door de meeste van ons wordt onderschreven. Het is ook gewoon een kwestie van uitproberen en doen!’