Ruimte voor anders zijn

Hoe we de sociale inclusie van mensen met een lvb meer kunnen verbeteren

Mensen met een licht verstandelijke beperking (lvb) blijven sociaal isolement ervaren. Tijdens de leerbijeenkomst ‘Hoe staat het met de sociale inclusie van mensen met een LVB’ keken we samen met prof. dr. Xavier Moonen terug op de vooruitgang in sociale inclusie in 2021. Hoewel we goede stappen zetten, hebben we nog een lange weg te gaan. Zowel als samenleving als in beleid.

De leerbijeenkomst van 15 maart begon met een positief nieuwtje: in Zeewolde hielpen dit jaar mensen met een lvb mee bij het stembureau, evenals in 125 andere gemeenten. In totaal waren er 200 duo's van mensen met lvb en hun maatje actief. Ter vergelijking: vorig jaar tijdens de tweede kamer verkiezingen waren dat er zeven... Het initiatief van stichting Prokkel was dit jaar een groot succes! Zo worden mensen met een lvb steeds meer betrokken bij het democratische proces. 

Hoe staat het?

Hoewel steeds meer initiatieven zoals deze zich vormen, valt nog steeds een grote slag te slaan wanneer het gaat om de sociale inclusie van mensen met een lvb. Onderzoek laat zien dat mensen met een lvb geconfronteerd blijven worden met sociaal isolement. Ze zijn minder actief op de arbeidsmarkt, hebben vaker moeite om mee te komen in onderwijs en zijn minder betrokken bij sociale en sportieve initiatieven. Op 4 maart richt de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), wiens portefeuille onder andere wordt gevuld door vraagstukken rondom mensen met een lvb, zich in een open brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer: ‘hoewel de afgelopen jaren stappen voorwaarts zijn gezet, kunnen [mensen met een lvb] nog niet op alle terreinen van het leven op gelijke voet met anderen participeren.’ De Minister van VWS kaart hiermee een duidelijk gebrek aan. Sociale inclusie draait om meedoen, welkom zijn, je voelen alsof je erbij hoort of bijdraagt. Maar hoeveel is de gemiddelde Nederlander in dagelijks contact met een van de 1,1 miljoen mensen met een lvb in Nederland? Duidelijk hieruit wordt dat we als samenleving nog een weg hebben om te gaan om inclusie voor iedereen te realiseren. 

‘‘Het lukt ons in Nederland vrij aardig om mensen met en zonder beperkingen heel weinig met elkaar te laten communiceren’

Beperkte toegang

De samenleving maakt het mensen met een lvb soms erg lastig om echt te participeren. Gebrekkige sociale inclusie begint voor mensen met een lvb vaak al vanaf het begin van hun leven. Omwille van wie zij zijn of van hun gedrag kunnen ze worden uitgesloten of niet worden uitgenodigd. Laagdrempelig of spontaan contact tussen mensen met en mensen zonder lvb blijft daarnaast veelal uit. ‘Het lukt ons in Nederland vrij aardig om mensen met en mensen zonder beperkingen heel weinig met elkaar te laten communiceren’ vertelt prof. dr. Xavier Moonen. Dit is te wijten aan voorzieningen zoals gescheiden onderwijs of apart sportteams. Daardoor blijven we afstand tot elkaar behouden. Toegankelijkheid tot de samenleving wordt daarnaast systematisch belet. ‘We hebben hele moeilijke systemen in Nederland opgetuigd, met allemaal barrières om elkaar te ontmoeten op een evenwaardige manier. Denk aan armoede, communiceren in moeilijke taal en digitale barrières’, aldus Moonen. 

Denken in eigenheid

Vergroting van sociale inclusie begint daarom bij het dichten van deze kloof en het vinden van verbinding. Het label ‘licht verstandelijk beperking’ focust dikwijls op problemen en beperkingen. De diversiteit en positieve eigenschappen van mensen met een lvb verdwijnen hierdoor vaak naar de achtergrond. In een gesprek met Moonen kaart Els Hofman, senior projectleider mensen met een lvb bij Movisie, dit fenomeen ook aan. We moeten oppassen met de hoeveelheid aandacht die we die lijstjes van beperkingen schenken, stellen zij. De oplossing? ‘Denken in eigenheid: iedereen heeft zijn eigen aard. Als er ruimte is voor anders zijn, kunnen we veel makkelijker samenkomen en hoeven we aan die verschillen minder aandacht te schenken’, bepleit Moonen. ‘Als hele samenleving moeten we kijken of we een meer ontspannen en toegankelijke manier voor ontmoeting en communicatie kunnen creëren.’ Het is hierbij niet nodig om de verschillen tussen mensen met of zonder beperking te ontkennen. ‘We moeten een balans zien te vinden tussen wat mensen wel en niet kunnen om er voor te zorgen dat zij desgewenst kunnen participeren in onze samenleving’, vat Hofman samen. Wij als burgers ten opzichte van elkaar hebben veel mogelijkheden om inclusie te realiseren. Met een actieve en open houding kunnen we al zorgen voor een  grote verbetering.

Op dinsdag 19 april van 13:30 tot 17:00 uur wordt de conferentie ‘Ik wil ook gewoon een normaal leven’ georganiseerd door Movisie en het Ben Sajet Centrum. Centraal staat de positie van jongvolwassenen met een licht verstandelijke beperking en de vraag hoe we hun positie kunnen verbeteren, onder andere rond de thema’s werk, geld en vrije tijd. En hoe zorgen we dat niet alleen professionals maar ook de overheid en de hele samenleving hieraan gaan bijdragen?

Meld je aan voor de conferentie

‘Als er ruimte is voor anders zijn, hoeven we minder aandacht te schenken aan die verschillen’

Een actieve houding

Verbetering in sociale inclusie vraagt echter niet enkel begrip en individueel contact. Het vraagt ook om systematische aanpak en verandering in beleid. ‘Een actieve houding als gemeente’, geeft Moonen als advies. ‘Leg zelf contact met mensen met een lvb. Ga zelf de huizen in, ga zelf de wijken in. Het is soms niet genoeg om mensen met lvb uit te nodigen bij een buurthuis. Hoewel ze wel willen, kunnen er nog steeds barrières zijn. Die moeten wij vinden en verwijderen. Het helpt om mensen zelf actief op te zoeken.’ Ook een meer integrale aanpak is van groot belang. Vraagstukken die liggen bij de gemeenten zijn nu opgedeeld in domeinen: schulden, arbeidsparticipatie, jeugd, mensen met een lvb, etc. In werkelijkheid zijn deze domeinen nooit gescheiden. ‘We hebben geen lvb beleid nodig, maar een integraal burgerbeleid. Waar iedereen geïncludeerd is en alle domeinen bij betrokken zijn, in plaats van steeds vanuit een andere optiek problemen te benaderen.’ 

Hoewel niet elk systeem goed toegankelijk is voor mensen met een lvb, zijn enkele systemen juist van grote waarde voor hen. Huisartsen, poliklinieken en jeugdhulp kunnen bijvoorbeeld diverse vormen van hulp bieden waar nodig. Belangrijk hierbij is dat mensen met een lvb bekend zijn met deze mogelijkheden, en de weg er naartoe weten te vinden. Ook hier kan de gemeente een meer actieve houding in aannemen. 

Onze bijdrage 

De brief van de Minister van VWS en het VN-verdrag Handicap laten zien dat er aandacht is voor de problematiek van sociale inclusie. We hebben echter nog een lange weg te gaan. Veel is nog niet gerealiseerd en veranderingen die het VN-verdrag beloofd moeten op veel plekken nog werkelijkheid worden. Daarnaast vraagt sociale inclusie ook een verandering van opstelling in de samenleving. Als leden van die samenleving is het ook aan ons om zelf stappen te zetten, om zo dichter bij elkaar te komen.