Van saaie 55+ wooncomplexen naar bruisende leefomgevingen met Studio BRUIS

‘De energie zit in micro-activiteiten: klein en overzichtelijk’

Studio BRUIS heeft als doel een verandering op gang te brengen die tot een levendige en inspirerende woonomgeving leidt. De methodiek is onlangs erkend op niveau ‘Goed onderbouwd’ en opgenomen in de databank Effectieve sociale interventies. Het zijn veelal de woningcorporaties die Studio BRUIS vragen om aan de slag te gaan. Met als belangrijke doelen het verminderen van eenzaamheid en gevoelens van anonimiteit in een ouderenwooncomplex van sociale huurwoningen. In sommige complexen is de sfeer om te snijden en staan corporaties met de rug tegen de muur. Wat te doen?

In gesprek met Kees Penninx, de initiatiefnemer van Studio BRUIS

Het antwoord komt van initiatiefnemer van Studio BRUIS, Kees Penninx: ‘We moeten naar een multidisciplinaire aanpak waarin we fysiek en sociaal meer investeren en ook de zorg meer betrekken. Laatst hoorde ik over een training voor huismeesters om problemen te kunnen signaleren. Armoede, overlast, vervuiling, eenzaamheid. Dan vraag ik mij af, waarom niet ook talenten, ambities en wensen signaleren? Daar denkt men dan niet aan.’

Is BRUIS toepasbaar in alle ouderenwooncomplexen?

Kees: ‘Een woningcorporatie moet het fysieke beheer op orde hebben, dus geen achterstallig onderhoud of klachten over verloedering of afval. Oftewel de basis moet op orde zijn want als bewoners zich niet gehoord voelen, dan heeft BRUIS weinig zin. Dat geldt ook voor slepende conflicten tussen bewoners, met kampen die tegenover elkaar staan of oud zeer uit het verleden. Zo kwamen we een keer in een complex waar de ontmoetingsruimtes door een kleine groep was geconfisqueerd en mensen werden uitgesloten.’

‘Bruisen’ werkt het beste in ouderenwooncomplexen met de volgende inclusiecriteria:

  1. Actieve steun voor het project door corporatie en bewonerscommissie;
  2. Geen langdurig achterstallig (fysiek) onderhoud;
  3. Geen grote onafgewerkte klachtenstroom bewoners;
  4. Geen slepende, alles verlammende conflicten (‘oorlog’);
  5. Gezonde mix kwetsbare/minder kwetsbare bewoners (25/75% ratio);
  6. Initiatiefgroep drie à vijf enthousiaste bewoners;
  7. Professionele agogische ondersteuning.

Portretfoto van Kees Penninx

Kees: ‘Als we kijken naar de eerste voorwaarde dan is het belangrijk om, als er een bewonerskader is, deze achter de aanpak te krijgen. In de praktijk kennen we drie smaken. Of een bewonerscommissie is blij met onze komst omdat ze het zelf niet meer aankunnen; men wordt ouder, activiteiten lopen terug. Of er is een neutrale commissie die roept: baat het niet dan schaadt het niet. Maar er zijn ook commissies die wantrouwig en afwijzend zijn. Dan wordt er niet voldaan aan een belangrijke randvoorwaarde. In alle gevallen gaan we in gesprek om te onderzoeken hoe we kunnen samenwerken met het bewonerskader. Maar we zoeken nadrukkelijk ook medewerking van bewoners buiten het gevestigde kader. Dat lukt meestal wel.’

Studio BRUIS in de databank Effectieve sociale interventies

Studio BRUIS brengt een verandering op gang die tot een levendige en inspirerende woonomgeving in wooncomplexen voor senioren leidt. De mogelijkheden van bewoners vormen daarbij het uitgangspunt. De methode is ontwikkeld door ActivAge en gebaseerd op eerdere ervaringen met vernieuwingsprojecten waarin gemeenschapsvorming, vrijwillige inzet en de ontwikkeling van activiteiten voor en door senioren centraal staan.

Bewoners en professionals worden vanaf de start betrokken bij het project. De gemeenschap wordt van binnenuit en van onderop ontwikkeld, op basis van wensen en talenten van bewoners. Door zo te werken, ontwikkelen bewoners zelf hun gemeenschap. Er ontstaat motivatie en energie, er staan (verborgen) talenten op, er ontstaat een veelheid van contacten en lang gekoesterde wensen worden opgespoord om in vervulling te gaan.

Studio BRUIS laat bewoners op een andere manier kijken naar wonen en leven in het woongebouw; vanuit twee basisprincipes: diversiteit en democratie. Het seniorenwooncomplex is niet één gemeenschap met een alles bepalend bewonersbestuur, maar een verzameling van kleine, losse microgemeenschappen met eigen plannen die elkaar soms raken.

Lees meer over Studio Bruis in de databank Effectieve sociale interventies

Hoe ziet de doelgroep eruit?

Kees: ‘Vooropgesteld: niet alle bewoners doen mee. Een wooncomplex van 40 tot 400 huishoudens kun je vergelijken met een buurt. In een buurt heeft ook niet iedereen zin om mee te doen. Dat is in een wooncomplex niet heel veel anders. Er zijn altijd mensen die zeggen: dit is niets voor mij of dat heb ik niet nodig. Wat overblijft is nog altijd een behoorlijke groep mensen die het wel nodig heeft en leuk vindt. Vaak vinden er in een wooncomplex diverse sociale en culturele activiteiten plaats, veelal in de vorm van activiteitenaanbod van "buiten" naar "binnen". Het ontbreekt vaak aan een aanpak die de mensen leert het zelf te doen. BRUIS activeert bewoners om zelf dingen te gaan doen, elkaar op te zoeken en kleine groepjes te vormen rond gedeelde interesses. Niet voor de duur van de subsidie, maar zo lang bewoners er zin in hebben.’

Hoe ging het ‘bruisen’ in ouderencomplex Mazesteyn?

Kees: ‘Vanaf het begin betrokken we professionals vanuit het lokale welzijnswerk bij de aanpak. Zo leren zij al doende hoe het werkt en kunnen zij aan het einde van het project het BRUIS team blijvend ondersteunen. De professionals van Super-Actief hebben de bewoners benaderd om aan te sluiten bij een initiatiefgroep. Dit zijn vaak bewoners met iets meer bagage - sociaal kapitaal -, die iets willen organiseren en mondig zijn.

Na het formeren van een initiatiefgroep met negen actieve bewoners hielden we een startbijeenkomst voor alle bewoners. Daarna volgden zes themabijeenkomsten over thema’s als Lichaam en geest, Samen en alleen, en Woning en woonomgeving. De uitkomsten van deze bijeenkomsten werd ingezet om mensen bij elkaar te brengen op een markt. En er werden clubs gevormd van bewoners die dezelfde dingen leuk vinden. Zo werd de kring telkens groter.

Er zijn veel micro-activiteiten ontstaan die ook na dat half jaar doorgingen

We zijn een half jaar in Mazesteyn geweest om het "bruisen" een boost te geven. Er zijn veel micro-activiteiten (clubs) ontstaan die ook na dat half jaar doorgingen. De initiatiefgroep is geëvolueerd naar een BRUIS-team om al het bruisende te ondersteunen. Wel zien we dat ook hier professionele ondersteuning nodig blijft. Al is het alleen maar om de groep af en toe een hart onder de riem te steken of een conflict op te lossen en te zorgen dat het "bruisen" op gang blijft.’

Welke methode en technieken bevat ‘bruisen’?

Kees: ‘We zetten vaak een waaier aan werkvormen en werkzame principes in. Denk bijvoorbeeld aan werken met ABCD-principes, Waarderend leren, een methode om te onderzoeken wat er al goed gaat of de methode Present. Het is voor professionals goed om hun gezicht te laten zien. Het werkt goed als je de bewoners kent, want dan weet je wie je met wie kunt matchen.

Het oude model van een activiteitencommissie die iedere woensdag een activiteit voor alle bewoners organiseert, dat werkt niet meer. We ontwikkelen met BRUIS een clubcultuur: kleine activiteiten rond gedeelde interesses, passies en hobby’s en het delen van talenten. De energie zit in deze micro-activiteiten: klein en overzichtelijk. Men kan zelf een tijdstip bepalen. Dus geen kascommissie, geen vergaderingen: niets groots en ingewikkelds.’

Wat zijn de resultaten?

Kees: ‘De indicatoren die we vooraf opstellen, zijn overal hetzelfde. Elkaar kennen, verbinding voelen, omzien naar elkaar, activiteiten organiseren en - indien van toepassing - de gemeenschappelijke ruimte eerlijk beheren. In de praktijk wordt er aan het ene doel harder getrokken dan aan het andere. Maar dat er iets verandert, blijkt zowel uit onderzoek als uit de vele praktijkervaringen. Neem het BRUIS-project bij de Dobbegaarde in Leiden. Daar ging na afloop van het project, als een lopend vuurtje, het verhaal dat het daar ‘bruiste’. Daar was iets te doen. Daar was het gezellig. Ouderen kozen bewust voor dit wooncomplex ondanks dat er ook plek was in een ander complex met een triple A status, dus meer in de buurt van voorzieningen.’

Studio BRUIS staat als ‘Goed onderbouwd’ in de databank. Wat volgt?

Kees: ‘Toen we net startten, is het experimentenprogramma onderzocht door de Universiteit van Humanistiek. Op basis van de uitkomsten, is de methode bijgesteld en verbeterd. Belangrijke uitkomsten waren onder meer dat meer bewoners de vrijheid voelen om zelf ook clubjes te organiseren en het project droeg significant bij aan de kwaliteit van leven van bewoners.

Ik sta open voor meer onderzoek, ook om nog hoger in de ranking van de databank te komen. De methodiek is "Goed onderbouwd". Dat is al een hoge ranking, maar voor "bewezen effectief" is meer onderzoek nodig. Ik houd me aanbevolen!’