‘Samen hebben we meer daadkracht, meer power’

Samenwerking Christelijke Hogeschool Ede en Movisie rond tegengaan huiselijk geweld

De samenwerking rond kennis en implementatie bij het tegengaan van huiselijk geweld, was er eigenlijk al. Nu gaan Movisie en de Christelijke Hogeschool Ede (CHE) die ook formeel vastleggen. Janny Bakker-Klein (bestuurder), Nelleke Westerveld (expert) van Movisie en Harry Bent (directeur sociale Studies) en Andries Scherpenzeel (coördinator Scholing aanpak huiselijk geweld ) van de CHE vertellen over de kracht en het belang van die samenwerking.

Eigenlijk gaan we voort op een weg die we al met Movisie zijn ingeslagen rond kennis en onderzoek over huiselijk geweld, stelt CHE-Directeur Sociale studies Harry Bent. Hij wijst onder meer op het onderzoek Mantel der liefde – over huiselijk geweld in orthodox-protestantse gezinnen en een monitor over geweld in afhankelijkheidsrelaties. ‘Nu willen we de samenwerking formaliseren om ervoor te zorgen dat deze over een langere periode kan plaatsvinden. In het verleden stokte het wel eens omdat er bijvoorbeeld geen financiën waren voor een vervolg. Of was er überhaupt geen geld om innovatieve projecten te starten. Dat is nu anders.’ 

'Samenwerking tussen hogeschool, Movisie en idealiter de praktijk, is alleen maar versterkend'

Manifest

Een van de projecten waarvoor nu wel de slagkracht en dus ook middelen zijn, stelt Bent, zijn de innovatieve werkplaatsen. Daarin trekt de CHE samen met kennispartners, waaronder Movisie en maatschappelijke instellingen in op. Daarbij staat de ontwikkeling van werkzame methodieken om huiselijk geweld tegen te gaan centraal. ‘En laten we de verbinding met ons lectoraat ‘Informele netwerken en laatmoderniteit’  onder leiding van lector Wim Dekker niet vergeten, waarbij praktijkgericht onderzoek centraal staat.’

‘Er zit enorm veel kennis en innovatiekracht bij hogescholen’, stelt Nelleke Westerveld, Movisie-expert sociale veiligheid. ‘Ze hebben een grote diversiteit aan studenten – met bachelor- én masterstudenten – en de curricula zijn sterk toegespitst op het doen van innovatief onderzoek.’ En dat matcht mooi met de focus van het sociale domein en Movisie: innovatief onderzoek doen.’ Ze refereert daarbij aan het manifest Kring van veiligheid, onder leiding van Jacques Wallage vijf jaar geleden. Daarin werd opgeroepen tot herbezinning bij de aanpak van huiselijk geweld en tot vernieuwing in de aanpak. Westerveld: ‘Samenwerking tussen hogeschool, Movisie en idealiter de praktijk, is alleen maar versterkend.’

Jonge kwartiermakers

Studenten ontwikkelen en leren nog, maken fouten. Mag je dan eigenlijk van hen al verwachten dat ze goed onderzoek kunnen doen? ‘Het zijn veelal studenten die al werkzaam zijn in de sector en dus in de praktijk met vraagstukken rond huiselijk geweld te maken hebben. Het gaat om masterstudenten, of post-hbo studenten, het zijn niet alleen maar twintigers’, nuanceert CHE-scholings-coördinator Andries Scherpenzeel. Ook hij benadrukt het belang van de formalisering van de samenwerking. ‘Studenten kunnen daarmee voortborduren voort kennis die we langdurig ontwikkelen. Het zijn geen kortdurende projecten meer.’
Bent: ‘Studenten worden vaak onderschat. Het is niet zo dat omdat ze leren, ze geen goede producten kunnen afleveren. Het zijn intelligenten mensen die van betekenis willen zijn met hun onderzoek en hun afstuderen. Het geeft hun enorme motivatie dat er wat met hun onderzoek gebeurt. De tijden dat hun rapporten in een bureaula verdween, is voorbij.’ 
Westerveld: ‘Het is sowieso goed om jonge professionals aan je organisatie te binden. Zowel aan je uitvoerende praktijk als aan je kennisinstituut. Je krijgt nieuwe kennis binnen hiermee. Ze zijn bijvoorbeeld veel meer digitaal onderlegd dan de oudere generatie.’ Ze illustreert het met een voorbeeld uit haar eigen recente werkverleden toen ze nog in de vrouwenopvang werkte. ‘We wilden in de hulpverlening een e-learning integreren met een regulier hulpverleningstraject. Maar om dat gedaan te krijgen was nog niet zo eenvoudig. Pas toen we jonge kwartiermakers inzetten, kreeg het een enorme boost in de organisatie.’

De inbreng van Movisie als kennisinstituut in de samenwerking met de CHE waarborgt dat we het grotere plaatje en de continuïteit in het oog houden, stelt Westerveld verder. ‘Een organisatie heeft grotere strategische lijnen en doelen, ook in samenspraak en afstemming met het ministerie van VWS. Studenten daarentegen zijn met hun onderzoek vaak geneigd in te gaan op een kleine praktijkvraag en zien die grote lijn niet.’ 

'We versterken elkaars core business, daardoor krijg je landelijk het vraagstuk beter voor het voetlicht'

Movisie-bestuurder Janny Bakker-Klein brengt het eerdergenoemde onderzoek Mantel der liefde nog even in herinnering. Ze leest voor uit een bericht uit het Reformatorisch Dagblad dat destijds een artikel aan het onderzoek wijdde. Een pyscho-sociaal hulpverlener vertelt daarin dat het ‘relatief kleinschalige onderzoek’ veel stof deed opwaaien in de protestants-orthodoxe gemeenschap maar daardoor ook de broodnodige verandering en reflectie teweegbrachten op het huiselijk geweld in die gemeenschap. Bakker-Klein: ‘Dit voorbeeld illustreert niet alleen de impact maar ook het belang van de samenwerking met juist een hogeschool en de partners van de CHE. ‘Wij zijn als Movisie een neutraal instituut maar we zoeken juist partners die het vertrouwen genieten in kringen met een christelijke achtergrond, zoals in dit geval de CHE.’ Dat maakt de kans groter op impact voor de mensen om wie het gaat, stelt ze. De mensen die lijden onder huiselijk geweld. ‘Verandering van binnenuit om het zo te zeggen’. Scherpenzeel vult aan: ‘Een van de groep partners die verbonden is aan de innovatieve werkplaatsen, zijn van de Protestantse Kerk Nederland (PKN).  Zij hebben hun krachten gebundeld in het tegengaan van geweld in afhankelijkheidsrelaties in een werkgroep met de naam “De veilige kerk”. Ook zij kloppen bij ons aan voor samenwerking.’ Het illustreert voor hem de kracht van samenwerking tussen hogeschool, kennisinstituut en het maatschappelijk veld.  Bakker-Klein: ‘We moeten niet vergeten dat kerken ook kunnen bijdragen aan de oplossing van maatschappelijke vraagstukken. Er zit ook kracht in die gemeenschappen.’

Westerveld hoopt en verwacht overigens dat de belangrijkste opbrengst van de samenwerking tussen CHE en Movisie ‘meer is dan van elkaars netwerk en kennis gebruik te maken’. ‘We versterken elkaars core business. Daardoor krijg je landelijk het vraagstuk beter voor het voetlicht. Samen heb je meer power, meer daadkracht.’ 

Bent wil tenslotte nog iets kwijt over de studenten bij de sociale opleidingen. ‘Ik merk in de gesprekken dat ze oprecht verontwaardigd zijn over huiselijk geweld, sommigen zijn zelfs ervaringsdeskundige. Die verontwaardiging is een superbelangrijke en mooie drive. Maar verontwaardiging zegt nog niet zeggen dat je probleem professioneel kunt aanpakken. Samenwerkingen als deze moeten ervoor zorgen dat we hen beter toerusten, de toekomstige hulpverleners om het vraagstuk effectief aan te pakken. We kunnen het verschil gaan maken, met deze supergemotiveerde mensen.’ Scherpenzeel: ‘We moeten over zo’n vijf jaar echt gaan merken dat het verschil is gemaakt, dat het effect gaat hebben.’