Samenkomst van Tel mee met Taal experimenten: een nieuw kennisnetwerk

Samen werken aan problemen én oplossingen  

De doos moet gevuld worden met jampotten in rijen van drie bij drie. ‘Moet gevuld worden’ is een moeilijke vervoeging. ‘Rijen van drie bij drie’ is een moeilijke opsomming. Natuurlijk vindt niet iedereen deze zin even lastig. In Nederland zijn echter 2,5 miljoen mensen met lagere basisvaardigheden. Voor hen kan ook deze zin een uitdaging zijn. Zeven experimenten zijn in mei van 2021 gestart om deze basisvaardigheden te versterken. In een startbijeenkomst komen de betrokken organisaties bij elkaar om de voortgang van hun experimenten te delen.  

Het Expertisepunt Basisvaardigheden is het punt waar kennis rond basisvaardigheden samenkomt. De projectmedewerkers van het Expertisepunt en de organisaties achter de zeven experimenten, gesubsidieerd door actieprogramma Tel mee met Taal, bezitten enorm veel kennis rondom het versterken van basisvaardigheden. Om deze kennis en ervaring bij elkaar te brengen, organiseerde het Expertisepunt een startbijeenkomst. De experimenten konden zo samen komen om van elkaar te leren en elkaar te inspireren.

Vinden en verbeteren  

Een brief van de Belastingdienst lezen, uitrekenen hoeveel een product kost met 35% korting, of de vertrektijden in het bushokje lezen. Voor sommigen een kleine opgave, maar voor anderen een grote last. Mensen met beperkte basisvaardigheden kunnen niet altijd makkelijk meekomen in een talige, gecijferde en digitale samenleving. Zeven experimenten werken vanuit dit probleem naar hetzelfde doel: het versterken van deze basisvaardigheden, zodat iedereen mee kan doen. Dit doen ze op twee verschillende manieren. Experimenten werken aan het inhoudelijk verbeteren van aanbod voor het versterken van basisvaardigheden, of ze houden zich bezig met het beter bereiken van mensen die baat hebben bij zo’n aanbod. Het gaat om praktijkgerichte experimenten waarin sprake is van praktisch leren. 

De dagelijkse uitdaging  

Deze focus op de praktijk is van groot belang. Het is belangrijk dat laaggeletterden en laaggecijferden de informatie en vaardigheden die zij opdoen in bijvoorbeeld een cursus, ook kunnen toepassen in hun dagelijks leven. Dit is immers waar zij de meeste uitdagingen ervaren. Anne-Lies Schrijvers van Stichting Expertisecentrum Oefenen.nl en Elske Minnema van organisatie TopTaal zien dit ook terug onder hun cursisten. Hoewel cursisten de opdrachten in een cursus behalen, blijven zij in de praktijk onvoldoende vaardigheden bezitten en tegen dagelijkse moeilijkheden aanlopen. De experimenten van Oefenen.nl en ITTA (TaalKlik) en TopTaal (Competent met Taal) gaan daarom met hun cursisten aan de slag om basisvaardigheden te versterken, zodat de cursisten deze in hun eigen leven kunnen inzetten. 

Het gaat ons om mensen die in deze moeilijke situaties moeten handelen en op basis van informatie die ze niet goed begrijpen beslissingen moeten nemen.

Het experiment TaalKlik van Oefenen.nl en Kenniscentrum ITTA werkt aan digitale vaardigheden en geletterdheid. Met het gebruik van een online oefenprogramma versterken cursisten hun taalvaardigheid, zodat ze hun digitale vaardigheden ook beter in kunnen zetten. Het versterken van deze twee basisvaardigheden in één cursus maakt het uitvoeren van dagelijkse plichten zoals emails beantwoorden zo eenvoudiger. Het experiment Competent in Taal van TopTaal ontwikkelt ook lesmateriaal gericht op zelfredzaamheid. Het uitvoeren van praktijkgerichte opdrachten vormt hier het uitgangspunt van de lessen. Beide experimenten verkleinen zo de stap naar de praktijk. De twee experimenten vliegen hetzelfde probleem aan vanuit twee verschillende kanten, en kunnen daarom enorm veel van elkaar leren. De valkuilen, hindernissen en succesfactoren van hun aanpak kunnen onderling uitgewisseld worden, om zo uit te vinden wat echt werkt. Ook de andere experimenten houden zich bezig met het praktische aspect. Ze willen niet alleen verbetering zien in de theoretische basis waarop basisvaardigheden worden versterkt. Ze willen ook een positief effect zien in het leven van hen die zich inzetten om hun basisvaardigheden verder te ontwikkelen.

Een drie-eenheid   

Om goed mee te komen in de samenleving is het dan ook belangrijk om niet één, maar alle basisvaardigheden te beheersen. In de praktijk zijn basisvaardigheden dan ook niet te scheiden. Zonder digitale vaardigheden kan je geen e-mail sturen. Zonder rekenvaardigheden kan je geen recept lezen en porties bijstellen. Zonder taalvaardigheden kan je de opdracht in je rekenboekje niet goed begrijpen. Dit is waarom enkele experimenten zich focussen op meer dan één vaardigheid. Een ander voorbeeld hiervan is het experiment Digitale Geletterdheid van STEP. Het Steunpunt Taal, Educatie en -Participatie ziet dat digitale vaardigheden steeds belangrijker worden. ‘Mensen konden een taaltoets niet doen, omdat deze op een computer gemaakt moest worden’ vertelt Rosanne Melenhorst van STEP. Om de digitale vaardigheden van hun taalcursisten te versterken, ontwikkelden zij een nieuw programma. In dit programma is digitale vaardigheid een integraal deel van een taalles. Stap voor stap helpen zij cursisten in het verbeteren van zowel hun digitale vaardigheid als taalvaardigheid. Het aanzetten van een computer, het klikken met een muis, tot aan het schrijven en lezen van mails. Zo zorgt STEP dat cursisten een cursus afronden met een vollediger pakket aan vaardigheden.

Goed om te zien wat er allemaal gebeurt en zeker ook waar de overlap zit, want daar kunnen we elkaar versterken.

Elkaar versterken   

Dat basisvaardigheden elkaar constant kruisen, betekent dat ook experimenten met een focus op verschillende basisvaardigheden van elkaar kunnen leren. Experimenten voor taalvaardigheid kunnen ook geïnspireerd worden door de aanpak van experimenten voor gecijferdheid. Kees Hoogland van het experiment Gecijferdheid Telt Mee benadrukt hoeveel basisvaardigheden overlappen in de praktijk. ‘In alles zit taal, en in alles zitten cijfers’. Hij nodigt alle organisaties in het Expertisepunt netwerk dan ook uit om contact te zoeken. Door elkaar op te zoeken, samen te werken en kennis te bundelen kan iedere organisatie nog effectiever aan de slag. Zo maakt Oefenen.nl bijvoorbeeld gebruik van inzichten over het werven van cursisten die worden opgedaan tijdens het experiment Werven met KLASSE! van Kennisinstituut ITTA. En ITTA maakt gebruik van de kennis en expertise van Oefenen.nl voor de inhoud van cursussen die zij aanbieden. Daarnaast bieden niet alleen de overeenkomsten, maar ook de verschillen, nuttige informatie. ‘Overlap is interessant vanuit verbinding, maar ook goed om te kijken hoe we niet hetzelfde doen binnen de verschillende projecten. En juist daarin van elkaar kunnen leren.’ voegt Jonne Groot, projectleider van Tel mee met Taal, daarom toe. De organisaties bouwen zo voort op elkaar. Door het uitvoeren en evalueren van hun experimenten leren de organisaties wat het beste werkt. Deze kennis kunnen zij gaandeweg met elkaar delen. Vanuit het Expertisepunt Basisvaardigheden ontstaat zo een kennisnetwerk. De experimenten versterken elkaar, om vervolgens de basisvaardigheden van anderen te versterken. 

Meer weten over de inhoud van de zeven experimenten?   

Bekijk het overzicht