Samenwerken bij ontspoorde mantelzorg

Ontspoorde mantelzorg bij ouderen ontstaat als de mantelzorg uit balans raakt. Zo ontaardt goede zorg in schadelijke zorg. Zowel mantelzorgers als ouderen hebben dan hulp nodig. Een gesprek met twee experts over hun samenwerking.

Hoe is jullie samenwerking tot stand gekomen?

Tom van der Hout: ‘We zitten met elkaar in een keten. Veilig Thuis werkt met allerlei partners aan duurzame veiligheid. De samenwerking met de ouderen maatschappelijk werkers in het wijkteam vinden wij cruciaal.’ Karen van Doorn: ‘We werken sowieso samen vanwege wet- en regelgeving vanuit de meldcode. Veilig Thuis komt hier af en toe vertellen over nieuwe ontwikkelingen. En we ontmoeten elkaar op het jaarlijkse congres over ouderenmishandeling. Verder hebben wij een aandachtfunctionaris ouderenmishandeling. We weten elkaar goed te vinden.’

Wie is wie?

Karen van Doorn-Van der Rest werkt bij Samen Ondernemend Leren (SOL) als teamcoach ouderen maatschappelijk werk in Rotterdam. Tom van der Hout werkt bij Veilig Thuis Regio Rotterdam als procesregisseur, specialist aanpak ouderenmishandeling en ontspoorde mantelzorg.

Hoe werken jullie samen bij ontspoorde mantelzorg?

Tom van der Hout: ‘Professionals moeten altijd de meldcode volgen bij een vermoeden van huiselijk geweld of kindermishandeling. Onderdeel van de meldcode is advies inwinnen bij Veilig Thuis. Samen ontrafel je dan zo’n casus en kijken we naar feitelijkheden. We doorlopen de stappen van de meldcode. Veilig Thuis geeft aanwijzingen en tips mee voor het gesprek met de cliënt. Soms lukt het om met behulp van de professional afspraken te maken over de veiligheid van een oudere. Het begint dus met advies. We stimuleren dan ook vroegtijdig overleg met ons. Indien nodig maken we een vervolgafspraak met de professional over hoe het gesprek met de cliënt verlopen is. En dan wegen we opnieuw af of melding nodig is. Onze nauwe samenwerking maakt dat de ouderen maatschappelijk werkers rechtstreeks contact opnemen met mijn collega of met mij.’ Karen van Doorn: ‘Vanuit mijn rol adviseer ik altijd even te overleggen met Veilig Thuis. Ook al heb je geen concreet bewijs, maar alleen een vermoeden of een onderbuikgevoel van ouderenmishandeling of ontspoorde mantelzorg. Veilig Thuis kan advies geven over hoe je bepaalde situaties aan kan pakken. Dat werkt goed in de praktijk.’

We hebben een keer een wijkagent gevraagd bij een gesprek. Dat is juridisch niet veel waard, maar schrikt een pleger wel af

Wie heeft de regie?

Tom van der Hout: ‘Als er sprake is van een melding dan beoordeelt Veilig Thuis de casus. Vervolgens is er een aantal manieren om het wijkteam te betrekken. Het kan zijn dat we, in overleg met het wijkteam, de casus aan hen overdragen. Maar het kan ook zijn dat we een interventie plegen. Dan ligt de procesregie bij Veilig Thuis en trekken we samen op om voor duurzame veiligheid te zorgen. Veilig Thuis stelt met direct betrokkenen en hulpverlening veiligheidsvoorwaarden op die moeten leiden tot duurzame veiligheid. Veilig Thuis monitort ze ook. Hulpverlening maakt met de direct betrokkenen afspraken om tot naleving van de veiligheidsvoorwaarden te komen. Veilig Thuis denkt hierin uiteraard mee.’ Karen van Doorn: ‘We hebben korte lijnen met elkaar. Wij ervaren dat Veilig Thuis laagdrempelig bereikbaar is voor onze professionals. Ik denk dat dat een voorwaarde is voor een goede samenwerking. En dat je ook anoniem kan overleggen, zonder de gegevens van de cliënt te delen. Dat je niet per se alle informatie al hoeft te overleggen. Dat is fijn als je als professional in een ingewikkelde situatie zit waarbij verschillende partijen en belangen meespelen.

Waarin schuilt het succes van jullie samenwerking?

Karen van Doorn: ‘Het succes zit in goede communicatie en het maken van duidelijke afspraken met elkaar. Dat je elkaar ook verantwoordelijk houdt voor die afspraken. Weten dat je bij elkaar terecht kunt.’

Tom van der Hout: ‘Het succes zit ook in laagdrempeligheid en goede bereikbaarheid voor elkaar. En ook: dat je zaken uit kan spreken als je vindt dat ze niet goed gaan. We zijn heel blij met de collega’s van Karen die zich specifiek inzetten als aandachtfunctionaris.’ Karen van Doorn: ‘Een van hen heeft bij Veilig Thuis gewerkt en weet de collega’s van Veilig Thuis goed te vinden. Een andere collega heeft veel ervaring opgedaan met ontspoorde mantelzorg en trainingen gevolgd. Een stuk professionalisering helpt ook in de samenwerking. Daarnaast speelt creativiteit een rol. We zien dat je bij bepaalde vormen van ouderenmishandeling tegen wet- en regelgeving aanloopt. Dan moet je als professional aanspraak maken op je eigen inventiviteit en creativiteit om de ouderenmishandeling of overbelaste mantelzorg te stoppen. Zo hebben we eens een wijkagent gevraagd bij een gesprek aanwezig te zijn. Dat is juridisch misschien niet veel waard, maar schrikt een pleger toch af.’

Welke leerpunten halen jullie uit de samenwerking?

Tom van der Hout: ‘Een continu leerproces is verwachtingen naar elkaar uitspreken. Over en weer hebben we verwachtingen van elkaar die niet altijd reëel zijn. Of die wel reëel zijn, maar als lastig worden ervaren. Als Veilig Thuis in een lastige casus bijvoorbeeld bepaalt dat deze melding bij het wijkteam hoort, dan blijven we met elkaar in gesprek. We gooien het niet over de schutting. Dat moet je met elkaar kunnen bespreken. Ook is de verwachting vaak dat we bij Veilig Thuis hulpverleners zijn. Dat zijn we niet. We hebben geen behandelverantwoordelijkheid. We ondersteunen en voeren procesregie, maar we nemen niet de hulpverlening over.’

Karen van Doorn: ‘Voor ons is het belangrijk dat we nieuwe mensen in ons team hier bewust van maken. Ook van het feit dat wij het belangrijk vinden om te overleggen met Veilig Thuis en als het nodig is een melding maken. Want we moeten ook bijdragen aan meer inzichtelijkheid in ouderenmishandeling. Zo wordt de noodzaak voor hulpverlening duidelijk.’ Meer informatie: ontspoorde mantelzorg.

Samenwerkingstips

  1. Spreek verwachtingen naar elkaar uit. Ga met elkaar in gesprek daarover.
  2. Maak afspraken waar je elkaar op kan aanspreken.
  3. Zoek elkaar op, ook als het niet lekker loopt. Laat je gezicht af en toe zien.

Auteur: Judith Snel