SCP: Nederlanders positiever over lhbt-personen, zichtbare intimiteit nog steeds erg gevoelig

Nieuw rapport ‘Opvattingen over seksuele en genderdiversiteit in Nederland en Europa 2022’

Nederlanders zijn de afgelopen 15 jaar positiever gaan denken over homo- en biseksualiteit. Dat blijkt vandaag uit nieuw onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) naar de opvattingen van Nederlanders over lhbt-personen. Deze positieve ontwikkeling heeft zich in de laatste paar jaar echter niet verder doorgezet. Zichtbare intimiteit tussen mensen van gelijk geslacht ligt nog steeds erg gevoelig en de acceptatie van transgender personen en genderdiversiteit is minder groot.

De positievere houding van de afgelopen vijftien jaar ziet het SCP terug in tolerantere opvattingen van Nederlanders over lesbische, homo, bi en transgender (lhbt) personen. Bijvoorbeeld als het gaat om gelijke rechten om te trouwen, een kind te adopteren of om de acceptatie van een lhbt-kind. Ook zijn de opvattingen over homo- en biseksualiteit en seksuele diversiteit in diverse lagen van de bevolking zichtbaar positiever geworden. Dat is ook te zien bij groepen mensen die gemiddeld minder positief denken over lhbt-personen, zoals ouderen en religieuze mensen.

In vergelijking met andere Europese landen blijft Nederland goed scoren als het gaat om positieve opvattingen over homo- en biseksualiteit. Alleen IJsland scoort hoger: zij hebben gemiddeld genomen de meest positieve opvattingen over homo- en biseksualiteit in Europa. 

Bekijk het SCP-onderzoek

Kanttekeningen 

Hoewel de opvattingen over seksuele- en genderminderheden dus grotendeels positief lijken te zijn, plaats het SCP ook kanttekeningen. Naast de constatering dat de afgelopen paar jaar geen verdere toename van positieve opvattingen over homo- en biseksualiteit is te zien, is ook een minder groot deel van de Nederlandse samenleving uitgesproken positief in hun opvattingen over transgender personen. Bijna een op de tien Nederlanders zou het een probleem vinden als hun kind op school les zou krijgen van een transgender docent. En het deel van de bevolking met neutrale opvattingen - dus niet positief maar ook niet expliciet negatief - is relatief groot. Uit het SCP-onderzoek komt ook naar voren dat de verschillen in opvattingen tussen bevolkingsgroepen - bijvoorbeeld jong en oud of niet en wel gelovig - over genderdiversiteit groter zijn dan die over homoseksualiteit. 

Nieuw SCP-onderzoek alleen over lhbt

In dit nieuwe onderzoek van het SCP wordt enkel gesproken over lhbt en niet over iq+. Dit onderzoek richt zich dus enkel op opvattingen over lesbische, homo, bi en transgender personen. De opvattingen over intersekse personen, queer personen en andere groepen die behoren tot de regenbooggemeenschap komen niet voor in dit onderzoek. 

Minder positieve signalen 

Een andere kanttekening is dat er vanuit de lhbt-gemeenschap minder positieve signalen komen over hun (dagelijkse) ervaringen. Dat heeft invloed op mentale gezondheid en de leefsituatie. Om meer inzicht te krijgen in deze ontwikkeling doet het SCP momenteel onderzoek naar de recente ervaringen en de leefsituatie van lhbt-personen. De resultaten van dat onderzoek verschijnen deze zomer. 

Ook verscheen recent een nieuwe Rainbow Europe Index van de Europese lhbti+ organisatie ILGA-Europe: een ranglijst die alle Europese landen schikt op hun lhbti+ wetgeving en beleid. Nederland blijft daarin steken op de dertiende plaats in Europa van landen die lhbti+ mensenrechten goed waarborgen.

Rainbow Europe Index: Nederland op 13e plaats

De Europese lijst van landen die lhbti+ mensenrechten goed waarborgen, wordt aangevoerd door Malta. De snelste stijger dit jaar is Denemarken, dat haar non-discriminatiewetgeving verbreedde en inclusiever maakte. Het land steeg zeven plaatsen en staat nu op de tweede plaats in Europa. Nederland is één plek naar boven geschoven en staat nu op de 12e plaats van de Rainbow Europe Index. Landen als België, Zweden en Frankrijk scoren beter dan Nederland. Het slechtst scoren Rusland, Armenië, Turkije en Azerbeidzjan. ‘Het is treurig dat ons land, dat ooit vooropliep in de wereld, is afgezakt naar de Europese middenmoot’, aldus COC-voorzitter Astrid Oosenbrug.