Seksueel geweld in coronatijd

Professionals over trends en ontwikkelingen

Zorgen omtrent huiselijk geweld en kindermishandeling in relatie tot coronamaatregelen zijn regelmatig in het nieuws. Maar hoe staat het met de preventie van en hulp bij – specifiek – seksueel geweld? Welke signalen en dilemma’s leven er in de praktijk? En vooral: wat kunnen professionals doen tegen seksueel geweld in coronatijd? In dit artikel lees je de signalen en tips die ruim twintig professionals, beleidsmedewerkers en ervaringsdeskundigen met elkaar uitwisselden.

In april, toen de coronamaatregelen nog niet waren versoepeld, heeft Movisie bij meer dan twintig professionals, beleidsmakers en ervaringsdeskundigen (hierna: ‘de professionals’) naar signalen gevraagd. Vervolgens werden die signalen aangevuld en geduid door de professionals, tijdens een online meeting. Wat viel op?

Ontwikkelingen en signalen

  1. Daling aanmeldingen Centra Seksueel Geweld (CSG’s) en aantal meldingen zedendelicten. Begin april kondigden de CSG’s al in een persbericht aan dat de aanmeldingen bij hen sterk zijn teruggelopen sinds de coronacrisis. Ook de politie constateerde in april een landelijke daling in het aantal meldingen met betrekking tot zeden. Horeca, scholen en dergelijke waren toen nog gesloten. Mensen gingen niet uit, niet op (offline) date en kwamen minder buitenshuis. Aangezien de CSG’s met name meldingen van recente situaties van aanranding en verkrachting buitenshuis krijgen, wordt aangenomen dat het aantal aanmeldingen daarom terugliep. Nu de coronavirusmaatregelen zijn versoepeld, kan het zijn dat het aantal risicovolle situaties buitenshuis weer gaat toenemen en dus ook het aantal aanmeldingen weer gaat stijgen, vermoeden de professionals.

    Het CSG Utrecht merkt dat sinds de versoepelde regels het aantal meldingen van acuut seksueel geweld weer begint te stijgen. Dit hangt mogelijk samen met het feit dat er bijvoorbeeld weer voorzichtig wordt gedatet en feestjes georganiseerd worden. Ook Anouk Devens (het CSG Amsterdam-Amstelland) merkt dat zowel acute als niet-acute meldingen bij het CSG Amsterdam-Amstelland sinds begin mei langzaamaan weer toenemen. ‘Wellicht dat mensen zich weer iets veiliger voelen om hulp te zoeken.’

  2. Meer en ernstiger geweld in huiselijke kring? In april maakten verschillende professionals zich zorgen over een mogelijke toename van seksueel geweld in huiselijke kring.* (Iva Bicanic van de Centra Seksueel Geweld noemt dit ook in eerdergenoemd persbericht.) Dit houdt verband met oplopende stress en het feit dat de vluchtmogelijkheden voor slachtoffers op het hoogtepunt van de crisis beperkt waren: geen school, sport of opvang door familieleden. Concrete cijfers hierover hebben de diverse professionals echter niet. Veilig Thuis Utrecht heeft aan het CSG Utrecht laten weten dat zij in april minder meldingen dan verwacht binnenkregen, maar de meldingen die binnenkwamen, waren wel ernstiger.
    *  Inmiddels hebben Verwey-Jonker Instituut en Augeo Foundation eerste resultaten gepubliceerd van een onderzoek naar de impact van de coronacrisis op gezinnen waar huiselijk geweld al speelde.
     
  3. Stijging meldingen online seksueel geweld. De politie ziet sinds maart 2020 een lichte stijging in meldingen van online seksueel geweld, met name wat betreft sexting en kinderporno, geeft Yet van Mastrigt (Landelijk Programma Zeden Kinderpornografie Kindersekstoerisme) aan. Liane Sloos, bestuurslid bij Stichting Rise en tevens begeleider passend onderwijs bij een samenwerkingsverband voor het voortgezet onderwijs, constateert ook een toename van signalen van online seksueel overschrijdend gedrag; met name komen er signalen vanuit het praktijkonderwijs en het VMBO.

    Simone Belt (Helpwanted.nl) verwachtte een stijging van meldingen omdat jongeren nu meer online zijn. Dit blijkt te kloppen: ‘In januari en februari hadden we 479 en 488 meldingen. In maart, toen de lockdown begon, was dat gestegen naar 550; in april zelfs naar 829, dus bijna een verdubbeling ten opzichte van begin dit jaar’. Vooral het aantal meldingen van ‘sextortion’ – afpersing met seksueel getint beeldmateriaal – bleek gestegen. ‘Omdat fysiek contact is beperkt, worden er meer naaktfoto’s gestuurd; we zien dan ook een stijging van de meldingen van naaktfoto’s die zonder toestemming zijn gedeeld of verspreid – en verwachten dat dit voorlopig zo blijft. In de anderhalvemetersamenleving zullen we nóg meer online zijn. Ondanks dat de regels voor jongeren eerder versoepelen, verwacht ik dat het aantal meldingen omtrent online seksuele grensoverschrijding onverminderd hoog blijft.’

    Aantallen met betrekking tot seksueel geweld en seksueel misbruik zijn echter altijd al moeilijk in te schatten, ook buiten coronatijd, noemt Janine Klungel (Stichting Rise). Dat (aan)meldingen bij organisaties stijgen of dalen, betekent niet automatisch dat seksueel geweld ook meer of minder voorkomt.

  4. Signaleren en bespreekbaar maken moeilijker – meer ‘piekeren’. Met name op het hoogtepunt van de crisis was het waarschijnlijk moeilijker ongemerkt telefonisch contact op te nemen met een hulporganisatie of de politie, denken de professionals. Het signaleren door professionals, of een vertrouwelijk gesprek aangaan met iemand, is moeilijker op afstand. Scholen waren dicht, hulpverleners hadden minder vaak face-to-facecontact. Tea Hol (LVAK, Vereniging Aandachtsfunctionarissen huiselijk geweld en kindermishandeling) noemt als voorbeeld twee ouderen die seksueel misbruikt werden door hun mantelzorger: mogelijk dat signalen minder snel werden opgevangen omdat de thuiszorg niet meer aan huis kwam?

    En als er al sprake is van face-to-facecontact, bijvoorbeeld bij jeugdartsen, moet dat soms tot een minimum worden beperkt. Dat maakt het ingewikkelder om signalen op te vangen en vermoedens (tijdig) bespreekbaar te maken, aldus Astrid Kruyt (GGD Utrecht). ‘Voor consultatiebureaus blijft het lastig. Zij mogen mensen vanwege de coronarisico’s maximaal tien minuten zien. Problemen bespreken is dan lastig, mensen komen voor voeding en vaccinatie en vertrekken weer. Schoolkinderen mogen niet eens langskomen. Wel bellen we ouders van kwetsbare kinderen om hulp aan te bieden. Maar de meest bruikbare info komt meestal pas na twintig minuten, tijdens het deurklinkgesprek. Die tijd hebben we niet.’

    Zowel Anouk Devens als Willy van Berlo (Rutgers) geven aan dat er nu minder mogelijkheden zijn voor deskundigheidsbevordering rondom preventie, signaleren en bespreekbaar maken van seksueel geweld; eerder geplande trainingen en voorlichtingen aan professionals gaan nu niet altijd door. Organisaties leggen prioriteiten elders of willen liever geen online training volgen over dit onderwerp. En trainingen met jongeren zijn niet geschikt om online uit te voeren, aldus Willy van Berlo.

    Meerdere professionals horen in het veld dat piekeren een groeiend probleem is. Mensen zitten door de crisis meer thuis en hebben meer tijd om stil te staan bij (eerdere) gebeurtenissen. Door dat piekeren kunnen mensen meer zorgen of problemen ervaren, bijvoorbeeld met betrekking tot misbruiksituaties uit het verleden. Stichting Revief herkent dit uit haar achterban, net als Simone Belt van Helpwanted.nl: ‘Chatgesprekken met jongeren duren langer, waarschijnlijk omdat ze minder mensen om zich heen hebben om mee te praten. Ook komen ze vaker dan voorheen terug om het gesprek voort te zetten. Veel jongeren die al een tijd geleden te maken hebben gehad met online seksueel geweld, gaven aan er nu pas over te piekeren.’

    Revief noemt verder dat de drempel om seksueel geweld bespreekbaar te maken nu nog hoger is omdat de mogelijkheden voor face-to-facecontact beperkter zijn. Denk aan mensen die voor het eerst in therapie gaan en een vertrouwensband met de therapeut moeten opbouwen. Stichting Rise hoort vanuit haar achterban dat corona bij mensen die seksueel geweld/misbruik hebben meegemaakt regelmatig veel meer oproept, zoals angst, dreiging, herbeleving en extra overbelasting van het stresssysteem. Niet alle hulpverleners konden hun werk online voortzetten. Janine Klungel: ‘Juist in die situaties zijn gesprekken met onder anderen ervaringsdeskundigen voor veel mensen van groot belang (geweest), zodat zij zich kunnen uiten en zich gehoord voelen.’

    Online begeleiding/hulpverlening kan voor de één drempelverhogend werken, maar voor de ander mogelijk juist drempelverlagend zijn, noemt Judith Pijnacker van gemeente Amsterdam. Anouk Devens: ‘Ambulant hulpverleners, therapeuten en cliënten ontdekken dat hulpverlening via video in sommige gevallen juist goed gaat en willen dat, deels, blijven doen.’

    Wat zijn de verwachtingen in relatie tot de anderhalvemetersamenleving? Tea Hol: ‘Ik verwacht dat hulpverleners en aandachtsfunctionarissen het moeilijker zullen blijven vinden om huiselijk geweld, waaronder seksueel geweld, bespreekbaar te maken. Dit blijft liggen omdat er te veel andere problemen zijn.’

  5. Specifieke doelgroepen: krijgen zij voldoende aandacht? Jos Noordover (Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland) benoemt dat de lockdown – het lang bij elkaar ‘opgesloten’ zitten – voor mensen met een verstandelijke beperking een bron van allerlei vormen van geweld kan zijn, ook seksueel geweld. Mensen met een licht verstandelijke beperking zullen ook meer online zijn, met daarbij een grotere kans dat er misbruik van hen gemaakt wordt.

    ‘Als brancheorganisatie hebben we geen zicht op de cijfers hiervan. Wel hebben we een op de site van het Kennisplein gehandicaptensector en de VGN-site informatie waarop we professionals in toegankelijke taal tips geven voor hoe je cliënten kunt ondersteunen om zich veilig te voelen. In een reclamespot op radio en televisie zeggen we: voor mensen met een verstandelijke beperking bestaat de anderhalvemetersamenleving niet; zij hebben nabijheid nodig. Dus wij zijn erg benieuwd hoe die samenleving er voor onze doelgroep gaat uitzien.’

    Emily Allwood (Pharos) krijgt via verschillende kanalen signalen over de toename van huiselijk geweld en seksueel geweld bij migrantengroepen. Het is moeilijk te zeggen of dit om nieuwe gevallen gaat, of om situaties die door de maatregelen rondom het virus zijn verergerd. Dat mensen thuis geïsoleerd opgesloten zitten, kan herinneringen uit het verleden oproepen, wat weer spanningen of (mentale) gezondheidsproblemen in de hand kan werken. De informatievoorziening is vaak niet afgestemd op deze doelgroep.

    Verschillende partners van Pharos en ook de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) maken zich zorgen en vragen aandacht voor deze doelgroep. Mia McKenzie (IOM) zegt dat mensen met een migratieachtergrond in dergelijke crises een groter risico lopen doordat ze in een kwetsbaardere situatie verkeren (‘vooral ongedocumenteerden die door hun status geen of moeilijkere toegang hebben tot de reguliere kanalen’). Mensen met een migratieachtergrond maken in het algemeen minder gebruik van de reguliere kanalen (zoals Veilig Thuis of de CSG’s) en zoeken vaker hulp via het eigen informele netwerk, zelforganisaties, kerken, de moskee of het buurthuis, maar veel voorzieningen waren gesloten. De coronahelpdesk voor statushouders probeert dat gat te vullen.

Tips

Tijdens de online meeting werd met name gefocust op de laatste drie ontwikkelingen: het online seksueel geweld, het signaleren/bespreekbaar maken en piekeren en ‘aandacht voor specifieke doelgroepen’. Welke tips hebben de professionals voor anderen?

De tips…

… in verband met de aanpak van online seksueel geweld

  • Professionals die met jongeren werken: wees op de hoogte van de problematiek van seksueel geweld en hoe je hier met jongeren over in gesprek raakt. Helpwanted.nl heeft tijd beschikbaar voor online voorlichting hoe dit aan te pakken. Níet doen: jongeren de schuld geven (‘Had je maar geen naaktfoto moeten sturen’).
  • Veel ouders zijn bang dat je kind begrenzen (ook qua online gedrag) gelijkstaat aan voorbijgaan aan zijn/haar privacy. Verschillende professionals noemen dat je als ouder een norm mag stellen. ‘Als je merkt dat jouw kind naaktfoto’s stuurt of vraagt, neem dan als ouder je verantwoordelijkheid.’ Maar heb ook aandacht voor positief (online) gedrag, laat merken dat je interesse hebt in waar je kind mee bezig is.
    De publicatie ‘Over de grens’ is weliswaar uit 2011, maar biedt ouders nog steeds houvast voor gesprekken over seksualiteit.
  • Lees hier de tips op de site van LVAK over hoe kinderen te begeleiden bij het gebruik van telefoon en sociale media.
  • Wijs jongeren op sites als helpwanted.nl en chatmetfier. En wijs jongeren en volwassenen ook op de chat van de CSG’s en de chat van Veilig Thuis.
  • Vermoed je dat iemand seksuele gevoelens heeft voor een minderjarige en daar ook op gaat handelen? Neem dan voor advies contact op met Stop it now.
  • De Viersprong heeft een behandeling voor jongeren met ernstig seksueel grensoverschrijdend gedrag (MST-PSB).

De tips…

… in verband met preventie, signaleren, bespreekbaar maken en ‘piekeren’

  • De methode Vlaggensysteem helpt om seksueel gedrag en seksueel grensoverschrijdend gedrag van en met kinderen en jongeren te bespreken en duiden.
  • Seksueel misbruik/geweld is een probleem van sociaal isolement – veelal door de dader afgedwongen – ook buiten coronatijd. Dit isolement duurt meestal (nog) jaren – en soms een heel leven lang – nadat het seksueel misbruik/geweld zelf gestopt is. Zoek contact en praat met volwassenen en kinderen bij wie je seksueel geweld/misbruik vermoedt. Doorbreek hun sociaal isolement. Voer gesprekjes over wat er thuis gebeurt en leg de inhoud hiervan vast in een logboek.
  • Blijf alert op de kleinste signalen die je in korte bezoekjes opvangt.
  • Laat mensen weten dat situaties van seksueel grensoverschrijdend gedrag, van seksueel geweld (recent én langer geleden) ook dringend genoeg zijn om contact over op te nemen met de huisarts, niet alleen coronagerelateerde klachten.
  • Als dagverblijven, scholen of organisaties in de zorg iets signaleren: trek op tijd bij een aandachtsfunctionaris aan de bel zodat de lijntjes kort blijven.
  • Er speelt nu dusdanig veel dat bestaande problemen of trauma’s kunnen verergeren. Blijf dat monitoren. Besef dat mensen nu mogelijk meer piekeren en daardoor meer zorgen of problemen kunnen ervaren, bijvoorbeeld naar aanleiding van misbruik in het verleden of in verband met naaktfoto’s die ze eerder hebben verstuurd en waarbij ze nu pas gaan nadenken over de mogelijkheid dat daarvan misbruik kan worden gemaakt.
  • Bedenk dat mensen zich vaak zelf schuldig voelen of schamen in verband met meegemaakt seksueel grensoverschrijdend gedrag (waaronder geweld). Wijs kinderen bijvoorbeeld op www.nietjouwschuld.nl of volwassenen op lotgenotenorganisaties als Revief en Stichting Rise.
    Op de site van de CSG’s staan tips over hoe je iemand kunt steunen die een ongewenste seksuele ervaring heeft meegemaakt.
  • Besef dat het voor mensen online nog moeilijker kan zijn om signalen te bespreken dan offline – al wisselt dat wel per persoon. Bedenk daarbij tegelijk dat er ook veel wél goed gaat.
  • Voor kinderen zijn aangepaste lessen gemaakt over seksueel misbruik, en voor onderwijsprofessionals is er informatie over het signaleren van en handelen bij seksueel misbruik in tijden van corona. Kinderen kunnen ook informatie vinden op www.pubergids.nl.
    Docenten die meer informatie willen over hoe te handelen bij vermoedens van seksueel geweld kunnen ook informatie vinden op de website van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen. En er staan tips voor leraren, in verband met onveiligheid thuis en afstandsleren, op de site van Stichting School en Veiligheid.
  • Bedenk dat er ook sprake kan zijn van seksueel geweld in volwassen partnerrelaties: zie dit artikel op de site van Movisie. En een ‘relatietest’ is hier te downloaden.
  • De Rijksoverheid heeft een brochure voor professionals gemaakt met tips om in gesprek te gaan met mensen over spanningen thuis tijdens de coronamaatregelen (NB: deze brochure gaat niet specifiek over seksueel geweld).

De tips...

… in verband met specifieke groepen

  • Erken dat de crisis op bepaalde groepen / mensen nog meer impact kan hebben dan op anderen.
  • Bied mensen met een migratieachtergrond informatie over het coronavirus en gendergerelateerd geweld in verschillende talen en cultuursensitief aan, eventueel met inzet van ambassadeurs uit de gemeenschap. (Pharos, Arq en Parnassia maakten een ‘handreiking psychosociale ondersteuning aan mensen met een migratieachtergrond, vluchtelingen en asielzoekers tijdens de coronapandemie’).
  • Verzamel persoonlijke verhalen over de impact van de maatregelen in relatie tot gendergerelateerd geweld, met aandacht voor onder andere cultuur, gender, het hebben van een beperking of trauma.
  • Informatie over het coronavirus voor mensen met een verstandelijke beperking, inclusief een ‘piekerkaart’, is te vinden op de website van VGN.  

Algemeen: wijs mensen op de CSG’s, Veilig Thuis, ikvermoedhuiselijkgeweld.nl, en bel 112 (politie) bij direct gevaar. Professionals: gebruik de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling.

Dit artikel kwam tot stand met input van professionals van Movisie (initiatiefnemer), Rutgers, Pharos, de Centra Seksueel Geweld in Utrecht en Amsterdam-Amstelland, het Steunpunt Seksueel Geweld Amsterdam, Landelijk Programma Zeden Kinderpornografie en Kindersekstoerisme van de Nationale Politie, Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland, Revief, Stichting Rise, Helpwanted.nl, de Viersprong, de Internationale Organisatie voor Migratie, de LVAK, bureau Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen, gemeente Amsterdam en de GGD regio Utrecht.

Verder lezen over seksueel geweld

Coronadossier

Dit artikel is onderdeel van een dossier waarin wij kennis verzamelen over het coronavirus. Heb jij een vraag die Movisie kan beantwoorden? Tips of noemenswaardige initiatieven? Stuur dan een e-mail naar Hans Alderliesten, h.alderliesten@movisie.nl.

Naar het dossier