Seksueel geweld bij mannen blijft te vaak onzichtbaar

Seksueel geweld wordt vaak geassocieerd met vrouwelijke slachtoffers, maar ook mannen worden ermee geconfronteerd. Toch is er weinig bewustzijn en nog minder hulp beschikbaar. Thomas Garrod-Pullar, oprichter van MenAsWell, zet zich in om deze groep zichtbaar te maken en beter te ondersteunen.

MenAsWell is een organisatie die zich richt op mannelijke slachtoffers van seksueel geweld, met specifieke kennis en expertise over seksueel geweld in de lhbtiqa+-gemeenschap. Vanuit zijn persoonlijke ervaring en het gebrek aan erkenning en hulp richtte Thomas deze organisatie op. MenAsWell biedt 1-op-1 ondersteuning aan slachtoffers en via ondersteuning peergroups. Thomas is daarnaast betrokken als Expert mannelijke slachtoffers bij de Nationale Taskforce T@ACKLE.

Portretfoto van Thomas

‘Ik ben ooit zelf slachtoffer geweest en schrok van de reacties toen ik mijn verhaal deelde’, vertelt Thomas. ‘Er werd getwijfeld, genegeerd of het werd als minder ernstig gezien. Dat motiveerde me om iets op te bouwen wat ik zelf toen nodig had.’ ‘Maar’, vult Thomas aan, ‘dat ik mij richt op mannen, betekent niet dat ik de impact van geweld op vrouwen niet serieus neem. Ik vind dat we terecht van mannen verwachten, dat zij verantwoordelijkheid dragen voor de veiligheid van vrouwen. Dat gesprek moet gevoerd worden. Maar tegelijkertijd weet ik dat wanneer traumatische ervaringen van mannen niet worden herkend en ze geen steun krijgen, het trauma niet effectief kan worden verwerkt. En een onverwerkt trauma kan bij iedereen het risico op schade en geweld in relaties vergroten. Aandacht voor zowel mannen als vrouwen is nodig’.

Mannelijke slachtoffers: cijfers en gevolgen

Ongeveer 20% van de mannen maakt in zijn leven seksueel geweld mee (Rutgers). Dit cijfer is aanzienlijk, zeker gezien het structurele gebrek aan aandacht voor deze groep. Veel mannen rapporteren hun ervaringen niet, uit schaamte, schuldgevoel of angst om niet geloofd te worden. Wanneer ze wél hulp zoeken, krijgen ze vaak geen passende ondersteuning. Een goed voorbeeld van die gemiste aansluiting is het feit dat het Centrum Seksueel Geweld weliswaar openstaat voor iedereen, maar dat een fysieke plek speciaal voor mannen ontbreekt. ‘We zien mannen die jarenlang zwijgen omdat ze denken dat ze de enigen zijn, of omdat ze het zelf nauwelijks als geweld durven te benoemen’, zegt Thomas. ‘En áls ze hulp zoeken, lopen ze vaak vast in systemen die niet voor hen zijn ingericht.’ Het gevolg is psychologische schade: gevoelens van isolatie, boosheid, schuld en eenzaamheid. In sommige gevallen leidt dit zelfs tot suïcide, doordat mannen nergens terechtkunnen en jarenlang rondlopen met onverwerkt trauma.

Genderkwesties bij mannelijke slachtoffers

Mannelijke slachtoffers van seksueel geweld stuiten op hardnekkige maatschappelijke overtuigingen over mannelijkheid. “Een echte man laat zich geweld niet overkomen” of “mannen genieten toch altijd van seks”. Mannen leren niet om te praten, maar leren dat woede en geweld mannelijk gedrag is. Dit soort ideeën vormen een enorme drempel voor mannen om zich uit te spreken. Binnen de hulpverlening ontbreekt vaak kennis over hoe trauma zich bij mannen uit: hun verdriet manifesteert zich soms als woede of terugtrekgedrag, waardoor een trauma niet wordt herkend. Ook vrienden, familie of professionals reageren geregeld met ongeloof of afwijzing. Daardoor voelen mannen zich extra geïsoleerd en versterkt het trauma zich alleen maar.

'Binnen de hulpverlening ontbreekt vaak kennis over hoe trauma zich bij mannen uit'

‘Veel mannen krijgen niet de juiste hulp, of worden zelfs niet serieus genomen’, zegt Thomas. ‘We horen regelmatig dat professionals hun ervaringen bagatelliseren of het niet herkennen als seksueel geweld, juist omdat het om een man gaat.’  ‘En dat is ernstig’, zegt Thomas, ‘als er geen aandacht is voor mannelijke slachtoffers, dan wordt er ook geen beleid ontwikkeld voor deze groep. Met als gevolg dat de hulp en ondersteuning niet aansluit bij de behoefte van mannelijke slachtoffers waardoor zij zich niet gezien en gehoord voelen als ze om hulp vragen’.

Seksueel geweld binnen de lhbtiqa+-gemeenschap

Binnen de lhbtiqa+-gemeenschap is seksueel geweld een groot maar vaak onzichtbaar probleem. Cijfers laten zien dat ongeveer 24% van de homoseksuele en biseksuele mannen slachtoffer is van seksueel geweld. Factoren als sociale druk maken het moeilijk om grenzen aan te geven of ongewenst gedrag te benoemen. ‘Binnen de lhbtiqa+-gemeenschap heerst vaak het idee dat je als gay man altijd seksueel beschikbaar bent’, legt Thomas uit. ‘Dat maakt het heel moeilijk om te zeggen dat iets je grenzen overging. Soms hoor je zelfs: “Maar jij wilde het toch?” Dat is ontzettend schadelijk.’

Ook speelt ‘minority stress’ een rol: stress die ontstaat door uitsluiting, discriminatie en stereotypering, zowel binnen als buiten de eigen gemeenschap. Deze minderheidsstress zorgt ervoor dat lhbtiqa+ mensen op hun hoede zijn en minder open zijn over wat hen is overkomen. Enerzijds willen ze voorkomen dat de buitenwereld over hen oordeelt, anderzijds willen ze behoeden dat de community in een verkeerd daglicht komt te staan. Deze stress en verlamming, gecombineerd met gebrek aan passende hulp, maakt deze groep extra kwetsbaar.

'Zorg voor toegankelijke hulp, erken het verhaal van mannen'

Wat moet er veranderen?

Volgens Thomas is het hoog tijd dat er serieuze aandacht komt voor mannelijke slachtoffers van seksueel geweld. Dat vraagt om structurele erkenning in beleid, gendersensitieve zorg voor mannen, meer bewustwording onder professionals én toegankelijke hulpverlening. In andere landen, zoals het Verenigd Koninkrijk en België, bestaan al specifieke programma’s voor mannelijke slachtoffers. Nederland blijft daarin achter. Thomas pleit voor concrete actie vanuit de overheid, gemeenten en maatschappelijke organisaties. ‘Doorbreek het stigma. Erken het verhaal van mannen. En zorg voor toegankelijke hulp. Niemand zou er alleen voor moeten staan.’