Slagkrachtige antidiscriminatievoorzieningen in de praktijk
Veel gemeenten willen dat inwoners discriminatie melden bij een antidiscriminatievoorziening (ADV). Maar het formele takenpakket van een ADV sluit niet goed aan bij de behoeften van veel slachtoffers. Zij hebben vaak maar één wens: dat de discriminatie stopt.
Dit bleek uit onderzoek van Movisie. Discriminatie stoppen is formeel echter niet de taak van het ADV. Een ADV heeft wettelijk de taak om meldingen van discriminatie te registeren en gedupeerden bij te staan. En als de gedupeerde dat wil, kan een ADV een onderzoek starten (met ‘hoor en wederhoor’) om vast te stellen of discriminatie echt heeft plaatsgevonden. In de praktijk zijn er echter wel al ADV-medewerkers die het stoppen van discriminatie hun missie hebben gemaakt. We spraken met verschillende van zulke medewerkers. Ook brengen we in kaart wat gemeenten zouden kunnen doen om een dergelijke ‘hands on’-aanpak mogelijk te maken in hun gemeente.
Organisaties aanspreken
Een sportschool heeft op de website een verbod op het dragen van ‘hoofddeksels’ tijdens het sporten staan. Een melding brengt daar verandering in. Een ADV-medewerker legt contact met de sportschool en legt uit dat het verbod niet mag. Het is namelijk zo dat als je hoofddeksels verbiedt, het ook vrouwen treft die een hoofddoek dragen vanwege hen geloofsovertuiging. Er wordt dan indirect onderscheid gemaakt en dat is verboden. Het gevolg is dat de sportschool de tekst op de website aanpast.
Een ander voorbeeld komt uit Tilburg. Hier is een Bed & Breakfast waar een man een kamer wil boeken, maar hij wordt geweigerd vanwege zijn afkomst. De B&B zegt dat hij geen kamer kan boeken omdat hij Roemeens is en ze geen kamers verhuren aan Roemenen. De B&B pretendeerde zelfs dat dit afgesproken was met de gemeente, wat niet het geval bleek te zijn. De man stapt naar het ADV in Tilburg, RADAR, en genereert ook internationaal media-aandacht voor de situatie. De B&B gaat door de knieën en biedt op verzoek van RADAR en de man publiekelijk excuses aan en stelt in de toekomst nooit meer iemand op herkomst af te wijzen voor accommodatie (zie dit artikel).
Bemiddeling
Nog een andere manier waarop ADV’s een verschil maken in de praktijk is door in te zetten op bemiddeling. Een ADV-medewerker vertelt over een casus waarin een man vervelende opmerkingen kreeg van een beveiliger in een kroeg vanwege zijn homoseksuele gerichtheid. Dit terwijl de man juist op hulp had gehoopt van de beveiliger, want hij werd door iemand anders in de kroeg negatief bejegend vanwege zijn seksuele gerichtheid. De ADV-medewerker stuurde een brief naar het bedrijf, haalde de politie erbij en zette in op bemiddeling. Dit hielp. Het bedrijf bood uiteindelijk excuses aan en het slachtoffer voelde zich gerust om zonder zorgen weer uit te gaan.
Een ander voorbeeld komt van een ADV-medewerker die met een school bemiddelde. Een leerling gaf aan te zijn gediscrimineerd en hierin niet serieus te zijn genomen door de school. De ADV-medewerker belde naar de school en ging mee naar het gesprek. Toen werd er wél geluisterd naar de leerling.
Het inzetten van goede contacten
Soms helpt bemiddeling niet goed en zet een ADV druk op een discriminerende partij door andere partijen te vragen om te helpen. Dat lukte in het geval van een Russische jongen die mee wilde doen aan een breakdance-wedstrijd, maar vanwege zijn afkomst geweigerd werd. Dat stond zelfs formeel op de website en als reden werd de oorlog met Oekraïne genoemd. De klachtbehandelaar van het ADV heeft toen een brief gestuurd naar de organisatie, maar kreeg in eerste instantie geen reactie. Toen heeft ze de gemeente aangesproken, want deze subsidieerde de breakdance-wedstrijd. Het goede contact met de gemeente en de wethouder, en het aanspreken van de wedstrijdorganisatie leidde ertoe dat de organisatie de tekst op de website heeft aangepast. De jongen kon zich uiteindelijk wel inschrijven én meedoen.
Als de klachtbehandelaar de hele procedure zou doorlopen, zou een andere kandidaat de baan al hebben gekregen.
Snel handelen
Soms handelen ADV-medewerkers bewust wat sneller en anders dan is afgesproken in hun landelijke richtlijnen. Een klachtbehandelaar vertelt over een zaak van langer geleden die hem altijd is bijgebleven. Een jongeman met een Marokkaanse afkomst werd bij een sollicitatie afgewezen vanwege zijn Marokkaanse naam. De organisatie waar hij had gesolliciteerd had aangegeven dat dit de reden was. De cliënt baalde, want hij wilde de baan heel erg graag. De klachtbehandelaar heeft toen besloten om het bedrijf gewoon te bellen. Want als de klachtbehandelaar de hele procedure zou doorlopen, zo vertelde deze, dan was er ondertussen al zoveel tijd verstreken dat een andere kandidaat de baan zou hebben gekregen. De klachtbehandelaar heeft verschillende telefoontjes moeten plegen, maar uiteindelijk werd hij teruggebeld door de leidinggevende, die heel begripvol reageerde. Die leidinggevende heeft er uiteindelijk voor gezorgd dat de cliënt alsnog op gesprek mocht komen en toen heeft de cliënt zelfs de baan gekregen. De klachtbehandelaar geeft aan dat het eigenlijk ongebruikelijk is om zo te werk te gaan, maar dat hij alleen op deze manier de situatie voor de cliënt écht kon verbeteren.
Inzetten van informele macht
Organisaties aanspreken, bemiddelen en goede contacten inzetten kan dus zeker helpen. Op die manier kunnen ADV’s in de praktijk een verschil maken voor slachtoffers. Ralph Sluijs, klachtbehandelaar bij discriminatie.nl, vertelt: ‘We hebben eigenlijk niet meer macht dan onze cliënten zelf. Maar je merkt dat je soms toch meer voor elkaar kan krijgen, omdat je uit naam van een organisatie handelt.’ Klachtbehandelaar Marlon Mendes Capinha, een andere klachtbehandelaar bij discriminatie.nl, merkt dit ook en benoemt dat het werk veel diplomatie vereist. Maar dat lukt niet altijd, zeggen verschillende klachtbehandelaars. En het is vervelend om de cliënt te moeten teleurstellen. ‘Verwachtingen van mensen zijn vaak heel groot’, vertelt klachtbehandelaar Dave Bekkering van RADAR. Daar kun je lang niet altijd aan voldoen. Ook klachtbehandelaar Marlon Mendes Capinha loopt regelmatig tegen de kaders aan in het werk. Ook staat de neutraliteit van het ADV nog te vaak voorop, vindt Marlon: hij vindt dat ADV's zich wel stelliger mogen uitspreken over bepaalde maatschappelijke en politieke thema's. Een klachtbehandelaar uit Den Haag heeft ook de ervaring regelmatig tegen beperkingen aan te lopen. ‘Goede contacten bij allerlei instanties kunnen heel behulpzaam zijn, maar je loopt er soms tegenaan dat partijen heel defensief kunnen reageren’, zo vertelt deze klachtbehandelaar.
Juridische stappen
Wanneer er duidelijk bewijs is van discriminatie, kan een ADV een cliënt helpen om bijvoorbeeld een klacht in te dienen bij het College voor de Rechten van de Mens. Het College kan een juridische uitspraak doen over of het inderdaad discriminatie was of niet. Deze uitspraken zijn ‘niet bindend’. Dat betekent dat er geen verplichting of consequentie aan vast zit voor de partij waarover het College formeel oordeelt dat deze gediscrimineerd heeft. Maar het oordeel wordt wel openbaar op de website van het College gepubliceerd. Klachtbehandelaar Dave Bekkering vertelt over een situatie waarin een student met een migratieachtergrond door huisgenoten werd gediscrimineerd, en de beheerder van het pand geen actie wilde ondernemen om de discriminatie te stoppen. Antidiscriminatiebureau RADAR ondersteunde de cliënt bij de procedure bij het College voor de Rechten van de Mens en het College oordeelde dat de beheerder onvoldoende heeft gedaan om de student tegen discriminatie te beschermen. Daardoor maakte die zich schuldig aan het verboden onderscheid op grond van ras. De klachtbehandelaar zette in op excuses van de beheerder.
Niemand verantwoordelijk voor het stoppen van discriminatie
Antidiscriminatievoorzieningen (ADV’s) zitten verspreid door het hele land en iedere gemeente moet er verplicht eentje hebben. Daarmee lijkt de aanpak van discriminatie gedekt in Nederland. ADV’s hebben echter niet formeel de taak om discriminatie te voorkomen, aan te pakken of te stoppen. Het ADV heeft ook geen bevoegdheden om ketenpartners, zoals het jongerenloket, de politie of het OM hierop aan te sturen. Als die besluiten niets te doen in een situatie van discriminatie, dan kan een ADV hier weinig tegenin brengen. In de praktijk zien we echter wel dat er veel ADV-medewerkers zijn die deze taak op zich hebben genomen. Zij maken zich hier hard voor en boeken ook zeker successen, zoals in dit artikel te lezen is. Omdat deze taak niet wettelijk geborgd is, kan het echter zijn dat situaties van discriminatie jaren voortduren, zoals bij discriminatie op het werk of in de buurt. Zembla maakt een uitzending over zo’n situatie: een gezin met een Turkse achtergrond wordt vanwege hun afkomst weggepest uit de buurt. De ADV-medewerker staat hen bij, maar heeft niet middelen om de discriminatie te stoppen. Uiteindelijk verhuist het gezin.
‘Slachtoffers worden nu verantwoordelijk gemaakt voor de aanpak. Maar de aanpak ligt net zo goed bij de daders en de samenleving als geheel.’
Een rol voor gemeenten: een steviger takenpakket voor ADV’s
Verschillende ADV-medewerkers zoeken dus creatieve wegen om de situatie van slachtoffers structureel te verbeteren. Doordat zij als ADV het gesprek aangaan met organisaties blijkt er meer mogelijk dan wanneer alleen de cliënt dat doet. Toch blijft het behelpen, want als een bedrijf, school of instelling niet wil meewerken, dan blijft voor het ADV alleen de lange route over naar een oordeel van het College voor de Rechten van de Mens of het begeleiden van de cliënt naar de politie. Als het meldproces volledig ingericht zou worden naar de behoeften van gedupeerden, dan zouden ADV’s meer formele macht hebben om de situatie van hun cliënten structureel te verbeteren. Dit werd eerder al geconcludeerd in Movisie-onderzoek. Wettelijk is dat nog niet zo geregeld, maar lokaal zouden gemeenten hier al mee kunnen experimenteren. Zij kunnen ADV’s taken toebedelen in preventie (en verschillende gemeenten doen dat ook al: zie dit artikel), maar ook in het aanpakken en stoppen van discriminatie in lopende zaken. Gemeenten kunnen een ketensamenwerking stimuleren en faciliteren op het terrein van antidiscriminatie, met het ADV als coördinator. Het zou dan gaan om een ketensamenwerking waaraan alle partijen (jongerenwerk, scholen, politie, en meer) zich formeel aan verbinden en samenwerken in het geval van discriminatie. Tevens kan de ketensamenwerking zorgen voor goede nazorg. Ook zou deze ketensamenwerking in kunnen zetten op preventie bij situaties waarin vaak gediscrimineerd wordt. Klachtbehandelaar Ralph Sluijs vindt dit interessant: ‘Dat je de aanpak een beetje weghaalt van de slachtoffers, want slachtoffers worden nu eigenlijk voor een belangrijk deel verantwoordelijk gemaakt voor de aanpak. Maar de aanpak ligt net zo goed, of misschien nog meer, bij de daders en de samenleving als geheel.’