Snijden of investeren in de sociale basis, het hoeft geen dilemma te zijn

In tijden van bezuinigingen snijden of juist investeren in de sociale basis? Veel gemeenten worstelen met dit dilemma. Ze weten wel dat nu investeren betekent dat straks kosten worden uitgesteld of voorkomen. Maar hoe krijg je dat rendement aangetoond? Regioplan en Movisie verzamelen praktijkvoorbeelden die laten zien dat het wel degelijk mogelijk is.

Laten we eerst eens kijken naar het begrip sociale basis. Waar hebben we het dan eigenlijk over? Er zijn smalle en bredere omschrijvingen te vinden, maar de gemene deler is dat het gaat over informele en immateriële verbanden tussen inwoners, over leefbaarheid en sociale veerkracht: de gemeenschapskracht. Dat buren elkaar een bakje soep brengen, dat buurtgenoten begrijpen dat iemand met een ggz-achtergrond soms wat luidruchtig is.

Geen indicatie nodig

Naast de informele verbanden tussen inwoners, scharen veel omschrijvingen er ook meer formele verbanden met vrijwilligers en professionals onder. En behalve de immateriële zaken nemen velen ook de materiële infrastructuur erbij, bijvoorbeeld de gebouwen van algemene voorzieningen zoals buurthuis en trapveldje. De ene gemeente bakent het bijbehorende beleids- en uitvoeringsterrein bovendien ruimer af dan de andere: van enkel voorzieningen in het sociaal domein, tot ook cultuur en sport. Het gaat daarbij over voorzieningen waarvoor geen indicatie nodig is.

Preventieve waarde

Welke omschrijving gemeenten ook hanteren, altijd ligt er een veronderstelling van preventieve waarde onder. Zo kan effectieve mantelzorgondersteuning overbelasting voorkomen en opname van de zorgvrager uitstellen. Deze notie van preventie maakt investeren in de sociale basis voor velen vanzelfsprekend, aldus adviseur Frank Kriek van Regioplan: ‘Alle professionals, beleidsmakers en ook wetenschappers wéten dat investeren in de sociale basis verstandig is, zeker in tijden van bezuinigingen.’ Toch staan deze investeringen in veel gemeenten tegenwoordig onder druk.

Als je niet investeert, weet je nooit wat je had kunnen bereiken

Financiële ruimte houden

Hilde van Xanten, expert bij Movisie, heeft daar wel een verklaring voor: ‘Gemeenten hebben wettelijk gezien geen verplichtingen bij de invulling van de sociale basis. Dat is anders dan bij bijvoorbeeld Wmo-maatwerkvoorzieningen. Veel gemeenten hebben nu vooral aandacht voor kostenbeheersing. Maar als je tegelijkertijd zegt dat je de beweging naar de voorkant wilt maken, dan moet je daar financiële ruimte voor houden. Als je niet investeert, dan weet je nooit wat je had kunnen bereiken.’

Uitvoering opzoeken

Deze opmerking over wat je had kúnnen bereiken is cruciaal, want het gaat over de maatschappelijke resultaten die gemeenten voor ogen hebben. Van Xanten: ‘Het is belangrijk dat beleidsmakers en de uitvoerders daarover goed met elkaar in gesprek gaan.’ Ze ziet in steeds meer gemeenten dat ambtenaren dat ook ‘oprecht willen. Ze willen de uitvoerders structureel opzoeken. Door de langdurige, echte dialoog groeit het vertrouwen en een gezamenlijke koers. Ze hebben het samen over vragen als: Wat willen we bereiken voor en met de inwoners? Welke activiteiten dragen daar aan bij?’

Niet eenvoudig

Van Xanten maakt het concreet aan de hand van het voorbeeld van dagbesteding voor ouderen. ‘Een beoogd maatschappelijk resultaat kan zijn dat ouderen langer in hun eigen buurt hun dagelijkse bezigheden kunnen hebben. Als buurtcentra hun reguliere inloop zo organiseren dat mensen met beginnende dementie zich ook welkom voelen, kan geïndiceerde dagbesteding worden uitgesteld.’ Daarbij is het dan wel belangrijk dat het inloopcentrum zo nodig wat extra middelen krijgt, die elders immers ruim bespaard worden. Het centrum kan dat inzetten voor bijvoorbeeld deskundigheidsbevordering of enige extra personele inzet. Maar dat blijkt vaak nog niet zo eenvoudig.

Rendement aantonen

En dat is meteen een andere, misschien wel de belangrijkste, reden waardoor investeringen in de sociale basis onder druk staan. ‘Ook al weten de profs wel dat nu investeren betekent dat je later bespaart’, zegt Kriek, ‘het is lastig om dat rendement te laten zien. Met de huidige wijze van verantwoorden die veel gemeenten hanteren, lukt dat althans onvoldoende. Dat roept vragen op bij de gemeenteraad. En als er toch keuzes gemaakt moeten worden, dan ligt het voor het voor de hand te snijden in activiteiten waarvan onvoldoende duidelijk is gemaakt hoe ze renderen.’

Dikke verantwoordingsrapporten

Kriek werkt met verschillende gemeenten aan het zichtbaar maken van het rendement van de sociale basis. Hij ziet geregeld dat de huidige manier van verantwoorden vooral laat zien dat de activiteiten volgens afspraak zijn uitgevoerd. ‘Er komen ongelooflijk dikke verantwoordingsrapporten langs, die heel beschrijvend opsommen waaraan het geld is uitgegeven.’ Maar dat zegt volgens Kriek onvoldoende over of de centrale doelen van de gemeente daadwerkelijk gerealiseerd zijn.

Vertaal de gemeentelijke doelen naar activiteiten in de sociale basis

Werkzame mechanismes

‘Als je wilt kunnen aantonen dat het geld effectief is besteed, dan moet je als aanbieder jouw activiteiten koppelen aan de gemeentelijke doelen’, zegt Kriek. Of eigenlijk, zoals Van Xanten ook al benadrukte: de gemeentelijke doelen vertalen naar activiteiten in de sociale basis. Kriek: ‘De crux in die vertaalslag zit hem erin dat je daarbij kennis gebruikt over wat werkzame mechanismes zijn.’ Bij Movisie is veel informatie te vinden over werkzame elementen in interventies, zoals in de Wat werkt bij-dossiers.

Effectief tegen eenzaamheid

Kriek legt dit verder uit met het voorbeeld van eenzaamheid. ‘Het gemeentelijke macrodoel kan bijvoorbeeld zijn dat het percentage eenzame ouderen daalt van veertig naar dertig procent. Dan volstaat het niet om in je verantwoording te vermelden dat je vijftien koffieochtenden hebt georganiseerd. Uit onderzoek blijkt immers dat ontmoetingsmogelijkheden lang niet altijd afdoende zijn.’ Het verminderen van negatieve gedachten blijkt juist wel te werken. En specifiek voor ouderen is het leren omgaan met computer en internet effectief tegen eenzaamheid.

Ongelooflijk sterk verhaal

‘Bied je bijvoorbeeld computerles aan ouderen, dan kun je dat in de verantwoording opnemen’, vervolgt Kriek. ‘Daarbij dien je wel te laten zien dat je dat op de goede manier doet. En vervolgens kun je vermelden hoeveel mensen uit de beoogde doelgroep je daarmee bereikt. De deelnemers kun je persoonlijk uitvragen, ook over of het werkzame mechanisme inderdaad werkt: Is het aantal sociale contacten dat u heeft veranderd? Hoe denkt u dat dit komt?’ Als uitvoerders hun verantwoording op deze gelaagde manier inrichten, dan hebben ze volgens Kriek ‘een ongelooflijk sterk verhaal.’ Regioplan heeft een systematiek ontwikkeld om op deze manier te verantwoorden.

De keuze snel gemaakt

Kortom, het gezamenlijk vaststellen van maatschappelijke doelen en die met behulp van bewezen werkzame mechanismes vertalen naar activiteiten, helpt om te sturen op rendement van de sociale basis. De combinatie met de gelaagde manier van verantwoorden, maakt dit rendement bovendien inzichtelijk in termen van maatschappelijke winst. En dan zou het zo maar kunnen zijn dat er helemaal geen dilemma meer is, dan is de keuze snel gemaakt: investeren loont.

Tekst: Tea Keijl

Reeks over bezuinigingen

Dit is het achtergrondartikel in een reeks artikelen over bezuinigingen en rendement van de sociale basis. Lees ook de volgende artikelen: