Van sociaal geïsoleerd naar actief vrijwilliger

De rol van het sociaal wijkteam in het doorbreken van isolement

Sociaal isolement en angst voor de buitenwereld kunnen zodanig ontwrichtend werken dat mensen geen uitweg meer zien. Maar dat betekent niet per definitie dat alleen de (specialistische) GGZ uitkomst kan bieden. Voor het echtpaar Max en Dora kwam het kantelpunt toen ambulante ondersteuning vanuit het sociaal wijkteam structureel werd ingezet. Hoe hebben zij vanuit de neerwaartse spiraal de weg omhoog weer kunnen vinden? En hoe kan bekendheid van lokaal sociaal aanbod volgens hen worden vergroot?

Het is 2019. Het is bijna drie jaar geleden dat het echtpaar Max (toen 60 jaar) en Dora (toen 57) volledig geïsoleerd thuis kwam te zitten. Ze brengen hun dagen door met televisiekijken, online computerspellen en zorg voor het huishouden. Er is geen contact met de buitenwereld, op zo nu en dan een gesprek met het UWV en een boodschap buiten de deur na. 

Nu, zo’n drie jaar later, zijn beiden zeer actieve en inmiddels bekende vrijwilligers in het dorp. Dora is vier ochtenden in de week te vinden in een ontmoetings- en activiteitencentrum in de wijk, waar zij destijds begon als deelnemer aan creatieve activiteiten, maar inmiddels anderen creatieve vaardigheden bijbrengt en mentale ondersteuning biedt. Max kreeg op het communitycentrum ook de smaak te pakken, zette zich vervolgens in bij de kledingbank en meldde zich aan als chauffeur voor de lokale vervoersdiensten. 
Hoe kon het isolement destijds zo ver komen? Wat was het omslagpunt en wat heeft daarbij geholpen? We gingen in gesprek en blikten samen terug op deze periode. 

In isolement

Bijna drie jaar vóórdat het sociaal wijkteam in beeld kwam, kon Max door een fysieke beperking niet langer laden en lossen, iets wat in zijn werk binnen de transportsector volgens hem cruciaal is. Hij raakte afhankelijk van een WW-uitkering en zowel sollicitaties als een omscholingstraject leidden niet tot betaald werk. Ook Dora kampte met gezondheidsproblemen, viel hierdoor uit op werk, maar kreeg geen uitkering omdat zij één dag per week werkte. 

Max blikt terug: ‘Je voelde je alleen. Ik zat de hele dag achter de computer en Dora achter de televisie. We zaten in een spiraal naar beneden en depressieve gevoelens kregen we er gratis bij. We werden steeds banger voor de maatschappij en bang om belazerd te worden door mensen die je ontmoet en niet kent. Alles wat vreemd is, maakte ons angstig en dit nam toe door het thuiszitten. Dora knikt en vult aan: ‘Ik kreeg direct hartkloppingen wanneer ik naar buiten moest om boodschappen te doen.’ 

‘We waren zó geïsoleerd dat maar weinig mensen het hadden kunnen opmerken’

Wie heeft het door?

Op de vraag wie had kunnen signaleren, antwoord Max: ‘We waren zó geïsoleerd dat maar weinig mensen het hadden kunnen opmerken’. ‘Het staat of valt met contact maken met anderen. Buren kunnen iets doen als je goed contact hebt. En wanneer je in een clubje zit, vallen veranderingen op als je niet goed in je vel zit.’ Dit was bij het koppel niet het geval en ook de online contacten die er waren wisten niet hoe het ging. 

Bestemd voor iets anders 

De neerwaartse spiraal zette zich zodanig voort dat Max en Dora op het punt kwamen dat zij tezamen besloten een overdosis medicijnen en alcohol te nemen in een poging hun leven te beëindigen. ‘Nadat de poging was mislukt zeiden we tegen elkaar: ‘we zijn bestemd voor iets anders, anders was het wel gelukt’. Dit vormde het begin van een kantelproces. Het koppel had voorafgaande aan de poging een brief gestuurd naar de lokale radio omroep, met daarin bericht over het voornemen van suïcide. Nadat de politie op de stoep stond om te praten, werd een arts ingeschakeld waarmee beiden goed hebben kunnen praten. Max: ‘We zijn niet op hoog niveau naar school geweest, dus we hebben beperkte kennis van de buitenwereld. We wisten niet welke hulp er mogelijk was. De arts merkte dat hij tot ons doordrong en vertrouwde erop dat wij daadwerkelijk naar de gemeente zouden gaan om stappen te nemen en hulp te vragen.’ 

Koffie en luisteren

Max en Dora werden aangemeld bij het sociaal wijkteam en kregen met vaste regelmaat twee wijkteammedewerkers op huisbezoek. ‘We hadden geestelijke ondersteuning nodig om door te gaan. Ze waren aardig, straalden rust uit en luisterden goed. We voelden ons gehoord en hadden direct een klik. Dat is het allerbelangrijkste, want anders bouw je geen vertrouwen op. Als die klik er niet is, dan kunt je beter iemand anders erop zetten. 

Er werd tijd genomen voor gesprekken en het creëren van een vertrouwensband. Met een kop koffie op de bank, zonder direct van alles te moeten. Vanuit deze veilige basis, konden de coaches Max en Dora stimuleren om, tezamen letterlijk de eerste stappen naar buiten te gaan zetten. ‘Ze lieten ons inzien dat er meer is dan de huiskamer en dat we rustig aan veranderingen gingen opbouwen.’

‘We voelden ons gehoord door het sociaal wijkteam en hadden direct een klik’

De eerste stappen naar buiten

De sociaal werkers legden contact met het ontmoetingscentrum in de wijk, waar laagdrempelige activiteiten plaatsvinden. Dora: ‘Het hielp dat de coaches in het begin meegingen. Het was spannend en ik was erg zenuwachtig.’ Beiden zetten door en met een steuntje in de rug, maar grotendeels op eigen kracht, bleef het koppel verschijnen in het centrum. Na ongeveer een maand kwam voor Dora het omslagpunt; de angst was afgenomen en het vertrouwen in eigen kunnen gegroeid. De positieve flow motiveerde haar extra om deel te nemen aan allerlei creatieve activiteiten, waaronder kaarsen maken. Bij Max ontstond dit gevoel toen hij ‘terug naar het stuur’ ging als chauffeur voor de plaatselijke vervoersdiensten.

En toen kwam de coronacrisis. Even voelde het koppel wel de angst om weer terug bij af te raken en niet meer te durven. ‘Het was een terugval. Alles liep net en toen kwam dit. Toch hebben we de draad weer opgepakt. Ik ben toen als vrijwilliger ook weer met de boodschappenservice begonnen. En ook moesten er nog steeds mensen naar het ziekenhuis en de fysio worden vervoerd’, aldus Max. 

Waar moet ik aankloppen

Nu, terugkijkend, benadrukken Max en Dora dat het niet zo ver had hoeven komen wanneer zij eerder met ondersteuningsaanbod bekend waren geweest. De huisartsen- en tandartsenpraktijken zouden volgens hen een grotere rol kunnen spelen in signalering van (psycho)sociale problematiek en bekendmaking van sociaal aanbod. Max: ‘Dat zijn plekken waar je tóch soms naartoe moet. Belangrijk is dat daar goed wordt doorgevraagd op de vraag ‘hoe het gaat’ en dat daar iets staat over mogelijke hulp. Als we eerder een flyer hadden gezien van het sociaal wijkteam, dan had dat ons aangesproken. Stappen zetten blijft moeilijk, maar je bent verder als je bekend bent met het aanbod.’ Al reflecterend benadrukt Max tevens dat hulp niet altijd ‘buiten de deur’ hoeft plaats te vinden, maar dat er ook opties zijn telefonisch, per mail of per chat.

Het bereik van de regio TV 

Van een heel andere orde, maar evengoed belangrijk, wordt de regionale televisiezender genoemd als medium om lokaal sociaal aanbod onder de aandacht te brengen, bijvoorbeeld tijdens een reclameblok. ‘Jongeren kijken niet naar de plaatselijke televisie, maar ouderen kijken wél heel vaak naar die zender. Die willen weten wat er lokaal speelt. De boodschap moet dan zijn dat er laagdrempelig hulp beschikbaar is, op alle gebieden. Op deze manier bereik je dan in één keer een grote groep, zeker ook in coronatijden’, aldus Max.  

Zelfvertrouwen kan groeien

Ten slotte blikken we terug op wat alle veranderingen voor Max en Dora persoonlijk hebben betekent. Dora spreekt uit dat haar zelfvertrouwen is gegroeid, zeker nu zij iets voor anderen kan betekenen. ‘Ik ben iemand die goed kan luisteren. Mensen vragen me advies of om mee te denken. Ik heb ook meer contacten buiten het vrijwilligerswerk en iemand is ook echt een vriendin geworden.’ Max vertelt positief over alle ontwikkelingen, maar vindt het nog lastig om trots op zichzelf te zijn. ‘Ik moet nog doorhebben en leren dat ik een goed mens ben. Mijn huidige coach helpt me om meer zelfvertrouwen te krijgen.’ 

Hoe Max en Dora de nabije toekomst voor zich zien? ‘Ons doel is om weer verder in de maatschappij te groeien en ons te omgeven met mensen die we mogen en of kunnen helpen. Max en Dora groeien verder zeg maar.’ 

Meer lezen? Bekijk de terugblik op 5 jaar landelijke inzet van sociale wijkteams; inzichten en aanbevelingen: 'Sociale (wijk)teams: vijf jaar later'

Lees het rapport