De sociaal werker is een allrounder

Verslag van de Sociaal Werk Olympiade

Het gemeenschappelijk fundament van het sociaal werk, wat houdt dit precies in? En welke specifieke kennis, houding en vaardigheden hebben professionals in huis? Op de Sociaal Werk Olympiade op woensdag 8 april 2015 werd hierover gebrainstormd door een diverse groep van sociaal werkers, docenten en managers. Alle ideeën dragen bij aan het ‘Huis van de sociaal werker’ waarmee de branche het sociaal werk kan profileren en ontwikkelen.

Circa vijftig ‘bouwers’ voerden hun ingevingen in op een laptop, waarna deze werden geclusterd. Movisie-adviseur Paul Vlaar: ‘Het doel is een eerste houtskoolschets van het Huis van de sociaal werker. We zijn dankbaar voor álle ideeën en inbreng die tijdens de Olympiade zijn gegeven. Er is geen idee dat verloren gaat.’ De Sociaal Werk Olympiade is een initiatief van de NVMW, BVJong, Movisie en de MOgroep. Deze partijen hebben zich hierin verenigd omdat zij allen streven naar een gemeenschappelijke profilering én professionalisering van de sociaal werker.

Eenheid met variëteiten

Onderzoeker Marcel Spierts verzorgde een inspirerende lezing en pleitte voor eenheid en variëteit binnen sociaal werk. In de geschiedenis zijn er meerdere momenten geweest waarbij de eenheid en verscheidenheid van sociaal werk werd benadrukt, zoals de conferentie ‘eenheid en eigenheid’ in 1967. Op deze conferentie werd gepleit voor een gezamenlijke gerichtheid op het welzijn van individu en samenleving. Dit op basis van een hechte samenwerking waarin eenheid en eigenheid volledig tot hun recht konden komen.

’De condities om samen te komen en de eenheid van sociaal werk te benadrukken zijn nu gunstig’

Stabiele beroepsidentiteit

Ook de oprichting van de Nederlandse Organisatie voor Welzijnswerkers (NOW) in 1978 was een poging om de eenheid tussen maatschappelijke werkers, opbouwwerkers en sociaal-cultureel werkers te bewerkstelligen. Maar door tegenstrijdige belangen viel de NOW tien jaar later weer uit elkaar. Volgens Spierts is de tijd rijp voor een hernieuwde poging: ‘De condities om samen te komen en de eenheid van sociaal werk te benadrukken zijn nu gunstig. Eenheid in sociaal werk verhoogt het overzicht en de herkenbaarheid en kan bijdragen aan een stabiele beroepsidentiteit.’

Allrounders

‘De toenemende complexiteit van hedendaagse vraagstukken vraagt om de inzet van allrounders’, vervolgt Spierts. ‘Tegelijkertijd vraagt diezelfde complexiteit om combinaties van verschillende soorten beroepskennis. In die zin vormen de verschillen in deskundigheid tussen bijvoorbeeld maatschappelijk werkers, jongerenwerkers en opbouwwerkers niet een obstakel, maar een kans. Bij eerdere pogingen was er sprake van geforceerde eenheid, nu gaat het erom recht te doen aan de verschillen. Het gaat om eenheid in verscheidenheid. Het Huis van de sociaal werker is daarvoor een adequate metafoor, die helpt om nieuwe betekenissen te ontdekken en de discussie tussen eenheid en variëteit te voeren. De metafoor het Huis van de sociaal werker maakt duidelijk dat sociale professionals met een gelaagde beroepsidentiteit te maken hebben. Ze zijn zowel sociaal werker als maatschappelijk werker, opbouwwerker of jongerenwerker.’

’De verschillen in deskundigheid bieden een kans’

Hoe nu verder?

De komende weken wordt alle input van de deelnemers aan de Olympiade geanalyseerd. Deze ideeën vormen de eerste stap om te komen tot het Huis van de sociaal werker. Dit huis is geen doel op zich. Het doel is dat alle partijen in de branche (van professionals tot werkgevers en onderwijs) informatie in handen hebben om het vak te profileren en te ontwikkelen. Het is een impuls en bron voor professionalisering en beroepsvereniging van professionals. Het biedt het sociaal werk kaders om een beroepsregister in te richten. In het Huis van de sociaal werker leven allrounders die tevens maatwerk kunnen bieden. De eerste steen is gelegd.