Sociaal werkers hebben een overkoepelend kader nodig
Veel sociaal werkers kunnen niet uitleggen wat ze doen en waarom. In de krappe arbeidsmarkt nemen organisaties vaker mensen voor sociaal werk functies aan die geen relevante opleidings- of werkervaringsachtergrond hebben. Daardoor doen professionals sociaal werk zonder kennis over methodieken, methoden, technieken en instrumenten die ertoe doen.
Herman de Mönnink constateerde dit probleem al in zijn spraakmakende Marie Kamphuis Lezing 2022. Ook miste hij een gezamenlijke en breed gedragen gezamenlijke basismethodiek. Welke methodieken en methoden kun je wel als basis voor sociaal werk gebruiken?
In gesprekken met Movisie stellen experts dat het heel goed is dat, na de samenvoeging van de verschillende sociale hbo-opleidingen tot Social Work, er een beroepsprofiel, beroepscode en landelijk opleidingsdocument zijn ontwikkeld. Maar een aantal experts vinden wel dat een overkoepelend kader mist. Er is behoefte aan een kern- of basiscurriculum. In het huidige landelijk opleidingsdocument uit 2017 zijn de zeven bouwstenen van de kennisbasis, waaronder methodische kennis, niet uitgewerkt. Hogescholen kunnen daardoor zelf kiezen welke methodieken/methoden/sociaal werk theorieën onderwezen worden, die passen bij wat de beroepspraktijk in de regio vraagt. Maar dat is voor het vak en de identiteit van sociaal werkers onduidelijk. Welke methoden jij je in je opleiding eigen maakt, is daardoor afhankelijk van waar je in het land naar school bent gegaan en of je überhaupt een Sociaal Werk opleiding gevolgd hebt. Dat laatste geldt lang niet voor alle sociaal werkers.
Te weinig methodische kennis om je werk goed te doen
Volgens de hogescholen die we spraken, nemen organisaties in een krappe arbeidsmarkt vaker mensen voor sociaal werk functies aan die geen sociaal werk opleidings- of werkervaringsachtergrond hebben. Dat leidt tot een werkveld waarin professionals sociaal werk doen, zonder dat ze grondig geschoold zijn in sociaal werk methodieken, methoden, technieken en instrumenten. Daardoor hebben zij lang niet altijd de methodische professionaliteit in huis die nodig is om goed sociaal werk te doen. In het sectorplan Hogere Sociale Studies (2023) staat een voorbeeld van een welzijnsorganisatie die steeds minder mensen met een Sociaal Werk diploma aanneemt, en vervolgens hogescholen vraagt een interne training te ontwikkelen om de basis aan te leren rond samenlevingsopbouw, methodisch werken en interprofessioneel werken.
Versterken van de methodische professionaliteit begint bij (scholing van) aankomende professionals, maar dus ook van zij-instromers en permanente (bij)scholing/kennisonderhoud van sociaal werkers. Uit hetzelfde sectorplan: ‘Een onderzoekende grondhouding is essentieel voor een sociaal professional om jezelf tijdens je loopbaan te kunnen blijven ontwikkelen. Hiermee houd je regie op je eigen loopbaan en blijf je als professional in verbinding met jezelf in relatie tot wat de omgeving (cliënt, groep, organisatie, beroepsgroep, samenleving) vraagt of nodig heeft.’
Onbewuste kennis
Uit ons onderzoek naar professionele besluitvorming, Beslissen onder hoogspanning, blijkt dat kennis in besluitvorming nauwelijks een rol lijkt te spelen , maar wel het besluiten op basis van ‘tacit knowledge’ (letterlijk: onbewuste kennis). Deze tacit knowledge is in sociaal werk heel belangrijk, en ontwikkelen mensen als ze kennis internaliseren, ervaring opdoen, vlieguren maken. Dit is echter kennis die moeilijk uitlegbaar en overdraagbaar is. De Beroepsvereniging BPSW signaleert de behoefte bij professionals om een ‘verhaal te kunnen vertellen’, en ziet dat er veel animo is voor trainingen methodisch werken. Volgens de experts wordt er te weinig aan kennisonderhoud gedaan. Dat is problematisch. Veel sociaal werkers kunnen niet uitleggen wat ze doen, waarom ze dat doen en waartoe dat moet leiden.
Fragmentatie en modegevoeligheid
De experts zien ook dat onderwijs, uitvoering en onderzoek nog te veel aparte werelden zijn, waardoor kennis niet gebruikt wordt. Bij kennisontwikkeling is bovendien vaak sprake van projectsubsidies en impulsen, waardoor weinig gedaan wordt aan borging en onderhoud. Fragmentatie ligt dan op de loer, waardoor je als sociaal werker door de bomen het bos niet meer ziet. Het sociaal werk is modegevoelig, en impulssubsidies dragen daaraan bij.
Toch vond Movisie een aantal methodieken en methoden die meerdere bronnen noemen als basis voor sociaal werk.
Methodisch werken of handelen
Methodisch werken of handelen vraagt van professionals dat zij methodisch kunnen redeneren en een methodische cyclus doorlopen. In het sociaal werk zijn verschillende benaderingen van methodisch handelen. Veel gebruikt en beschreven is de probleemoplossingscyclus, ook bekend als de regulatieve cyclus, methodische cyclus, of PDSA (Plan-Do-Study-Act) of ASPIRE (Assess, Plan, Implement, Review , Evaluate). Deze verschillen onderling wel van elkaar maar de stappen zijn herkenbaar.
Via het doorlopen van 5 stappen werk je methodisch naar een bevredigend resultaat:
- Probleemstelling
- Diagnose/situatie analyse
- Plan/ontwerp
- Interventie
- Evaluatie
Dit soort fasemodellen wordt in het sociaal werk meestal niet lineair bedoeld, maar ‘cyclisch-iteratief’: plannen ontwikkelen zich stukje bij beetje. Vragen van inwoners en sociale problematiek waar sociaal werkers zich mee bezighouden zijn vaak te ingewikkeld voor een lineaire benadering en veranderen gaandeweg het proces.
Andere benaderingen van methodisch handelen komen we bijvoorbeeld tegen in het jongerenwerk, waar het vertrekpunt niet de vraagverheldering of probleemanalyse is, maar waar het methodisch werken aansluit bij wat in de leefwereld speelt. Het precieze doel en de te gebruiken methodieken zijn afhankelijk van de situatie, wensen en mogelijkheden van de betrokkenen op dat moment. Hier wordt het cyclisch doorlopen van het proces van oriënteren, ontwerpen, organiseren, uitvoeren en evalueren ‘programmeren’ genoemd.
De gereedschapskist
Herman de Mönnink stelt in De gereedschapskist van de sociaal werker dat een sociaal werker op flexibele wijze in staat moet zijn om de juiste methodecombinaties (multimethodisch werken) in te zetten bij specifieke knelpunten/krachtbronnen. Met een multimethodisch stappenplan wordt in drie stappen de situatie van de cliënt in kaart gebracht. Deze drie-stappenaanpak bestaat uit: 1. persoonlijke archiefkast (PAK), 2. psychosociale assessment van levensbehoeften (PSA), 3. psychosociale interventie (PSI). Om aan die situatie te werken reikt De Mönnink 20 voor het sociaal werk belangrijke methoden en technieken aan.
Ad Snellen en René van der Drift zien methodieken/methoden meer als leveranciers voor methodisch werken. Wanneer je naar concrete methodieken kijkt, zo stellen zij, heb je te maken met onvergelijkbare grootheden. Ze zijn daarom ook ‘in elkaar te schuiven’. De twee experts benadrukken het belang van procesmatig werken, waarbij je als sociaal werker drie gelijktijdige processen begeleidt. Het gaat om interactieontwikkeling, cliëntontwikkeling en probleemafwikkeling (waar we in de probleemafwikkeling de fasering zoals bij andere benaderingen herkennen: intake, probleemanalyse, doelformulering, strategiebepaling, uitvoering van probleem specifieke interventies en afsluiting/evaluatie). Snellen en van der Drift bieden met het basismodel een methodiek overstijgend analysekader en bepleiten het eclectisch-integratief werken als metavisie: als sociaal werker beperk je je niet tot één visie of methodiek, maar maak je bestanddelen uit verschillende benaderingen je eigen en kan je deze afwisselend inzetten.
Een gemeenschappelijke basis
De contexten waarin sociaal werkers werken, lopen enorm uiteen, de benaderingen kennen overeenkomsten maar ook verschillen. Ondanks die grote verscheidenheid, hebben Metz en Verharen in De fiets van het sociaal werk (2020) de conclusie getrokken dat het methodisch werken van sociaal werkers een gemeenschappelijke basis heeft: ‘Kenmerkend voor het methodisch werken van sociaal werkers is dat het doelgericht, systematisch, situationeel, relationeel, versterkend, moreel en tastend is. Vanuit deze kenmerken krijgt het methodisch werken vorm in afstemming met verschillende aangrijpingspunten, ambities, verschijningsvormen en contexten'.
Methodisch handelen kent dus meerdere verschijningsvormen, maar heeft binnen het sociaal werk wel een gemeenschappelijke basis.
Drie artikelen over de methodische professionaliteit van sociaal werkers
Als beroepsgroep sta je steviger als je methodische professionaliteit solider is. Movisie werkt samen met experts en andere partners in een meerjarig project om de methodische professionaliteit van sociaal werkers te versterken. Gezamenlijk werken we aan een overzicht en instrumentarium voor sociaal werkers, met sociaal werkers, opleidingen, beroepsverenigingen, onderzoekers en branchevereniging(en) en beroepsverenigingen. Dit is het tweede artikel in een drieluik. Eerder verscheen De hoogste tijd voor methodische professionaliteit. Hierna verschijnt nog een derde artikel over methodische professionaliteit die ook het resultaat is van deze samenwerking.
Voor meer informatie en de geraadpleegde bronnen zie:
De-hoogste-tijd-voor-methodische-professionaliteit.pdf 241.63 KB