De sociale wijkteams tien jaar na de decentralisatie: vul de enquête in
Nieuwe ontwikkelingen, knelpunten en kansen
Hoe staan de sociale wijkteams ervoor, tien jaar na de decentralisaties? Movisie voert opnieuw een landelijke peiling uit onder gemeenten om zicht te krijgen op de ontwikkelingen, knelpunten en kansen binnen de sociale wijkteams. Wat gaat goed en waar wringt het? In dit interview delen Silke van Arum en Sonja van Rooijen de belangrijkste inzichten uit eerdere peilingen en vertellen ze waarom deelname aan de enquête ook dit jaar van groot belang is.
Sinds 2014 doet Movisie onderzoek naar de wijkteams. Wat zijn sindsdien de grootste veranderingen geweest?
Silke van Arum: ‘Nog vóór de start van de decentralisaties onderzochten we de eerste beleidsnota’s over de wijkteams en de bijbehorende verwachtingen. Opvallend was dat gemeenten de teams vooral zagen als instrument voor burgeractivatie en het vergroten van de zelfredzaamheid. Doordat wijkteams fysiek in de wijk aanwezig zijn, zouden zij weten wat er speelt, toegankelijk en nabij zijn, én outreachend werken.
In de praktijk bleek dat anders uit te pakken. De eerste jaren waren de teams vooral intern gericht en druk met hun eigen inrichting. Gaandeweg verschoof de focus naar individuele ondersteuning, ten koste van wijkgericht en collectief werken. Niet verrassend dus dat thema’s als het versterken van collectieve voorzieningen, preventie, vroegsignalering en outreachend werken steeds opnieuw terugkeren als aandachtspunten in onze peilingen.
In het boek Als we dat hadden geweten. Naar een beter lokaal sociaal domein van Peeters en Ham vertel ik in een interview uitgebreider over de ontwikkeling van de wijkteams. Het boek biedt een kritische evaluatie van tien jaar decentralisaties, gebaseerd op 19 interviews die samen een scherp beeld schetsen van een veranderend maatschappelijk veld.’
Wijkteams hebben een omvangrijk en complex takenpakket, wat extra zwaar is bij onderbezetting
Wat waren de opvallendste resultaten van het laatste onderzoek in 2022?
Van Arum: ‘Een opvallende verschuiving: in voorgaande jaren zagen we vooral het brede, integrale team voor alle hulpvragen als dominant organisatiemodel. In 2022 was er voor het eerst sprake van een vrijwel gelijke verdeling tussen drie modellen: brede integrale teams, doelgroep- en domeinspecifieke teams en generalistische teams die fungeren als voorpost voor specialistische ondersteuning.’
Waar worstelen wijkteams mee? En wat gaat juist goed?
Sonja van Rooijen: ‘De grootste knelpunten zijn wachtlijsten bij zorgaanbieders, complexe hulpvragen, hoge werkdruk, personeelstekorten, administratieve lasten en een gebrekkige samenwerking tussen organisaties. Ook de aansluiting met tweedelijnszorg is vaak onvoldoende. Daarbovenop hebben wijkteams een omvangrijk en complex takenpakket, wat extra zwaar is bij onderbezetting of hoog personeelsverloop.’
Van Arum: ‘Wijkteams moeten nog meer integraal gaan werken en intensiever samenwerken met maatschappelijke partners, voorliggende voorzieningen en buurtinitiatieven. Daar is nog veel winst te behalen. Door stagnaties in de zorgketen – zoals lange wachtlijsten – kan niet altijd snel en tijdig de juiste ondersteuning en zorg ingezet worden.
Een sterker collectief en groepsgericht aanbod zou niet alleen druk verlichten, maar ook ter overbrugging kunnen dienen als er wachttijden zijn.
Het goede nieuws: ondanks de knelpunten beoordelen de meeste gemeenten de bijdrage van wijkteams aan het sociaal domein positief.’
Heeft het landelijke overheidsbeleid invloed op de wijkteams?
Van Rooijen: ‘Zeker. De wijkteams hebben er veel nieuwe opgaven bijgekregen, zoals de Hervormingsagenda Jeugd en het Toekomstscenario Kind- en Gezinsbescherming. Ook werken ze steeds vaker met cliënten die levenslang en levensbreed ondersteuning nodig hebben, zoals mensen met een lichamelijke en/of verstandelijke beperking. In dat licht wordt steeds vaker gesproken over ‘stevige lokale teams’.’
Werk je bij een gemeente? Doe mee en maak kans op het spraakmakende boek 'Als we dat hadden geweten'
Elke 10e deelnemer ontvangt het boek Als we dat hadden geweten. Naar een beter lokaal sociaal domein – een kritische en inspirerende terugblik op tien jaar decentralisaties, vol praktijkverhalen en scherpe analyses. Het invullen van de vragenlijst kost ongeveer een half uur en de antwoorden kunnen tussentijds worden opgeslagen. Jouw input is van grote waarde: samen brengen we de ontwikkeling van de sociale wijkteams in kaart en geven we richting aan verbetering. Het rapport verschijnt dit najaar en is te downloaden via de website van Movisie.
Ben jij werkzaam bij een gemeente? En ben jij degene die hier vanuit jouw functie bij de gemeente inzicht in kan geven? Meld je dan aan voor de peiling. Vul de enquête in via onderstaande button.
Welke nieuwe onderwerpen worden meegenomen in de enquête van dit jaar?
Van Rooijen: ‘Vorig jaar (2024) werd het Richtinggevend kader toegang Sociaal domein vastgesteld, met 13 ambities waaraan wijkteams zich moeten relateren. Op verzoek van VWS en VNG vragen we dit jaar hoe de teams zich hierop voorbereiden.
We verdiepen ook het onderwerp huiselijk geweld en kindermishandeling, in het kader van het Toekomstscenario Kind- en Gezinsbescherming. Daarnaast onderzoeken we voor het eerst de organisatie van bemoeizorg, gezien de toename van zorgmeldingen over verward en onbegrepen gedrag.'
Waarom is het belangrijk dat gemeenten ook dit jaar weer meedoen?
Van Arum: ‘Door het invullen van de vragenlijst krijgen we een landelijk beeld en doordat we dit sinds 2014 periodiek doen kunnen we de ontwikkelingen van de wijkteams volgen. Dat helpt om te bepalen waaraan een impuls gegeven moet worden of welke ondersteuning nodig is. Zo kan Movisie gericht ondersteuning bieden, bijvoorbeeld via een lerend netwerk rond collectief werken of door praktijken te stimuleren waarin werkzame elementen centraal staan.’
Wie kan meedoen, hoe werkt het en hoeveel tijd kost het?
Van Rooijen: ‘De VNG heeft de vragenlijst op 14 mei 2025 verstuurd naar alle gemeenten, gericht aan de wethouders Sociaal Domein. In de praktijk vullen beleidsmedewerkers (jeugd, Wmo) de vragenlijst in. De vragenlijst staat open tot 20 juni 2025. Het invullen kost ruim een half uur, maar tussentijds opslaan is mogelijk. De meeste vragen zijn multiple-choice.’
Waar kijken jullie persoonlijk naar uit in de resultaten?
Van Rooijen: ‘We hopen op een goede respons. We zijn benieuwd of de samenwerking met andere partijen is versterkt, en of teams zich op dezelfde doelgroepen richten of dat daar verschuivingen in zitten.’
Van Arum: ‘Ik ben vooral benieuwd of er meer collectief gewerkt wordt. In 2019 hebben we naar aanleiding van de uitkomsten van de peiling gepleit om een impuls te geven aan collectief werken door te experimenteren en gemeenten met hun wijkteams te ondersteunen in lerende netwerken. Begin dit jaar zijn we gestart met een tweede lerend netwerk, met acht wijkteams. Er lijkt meer aandacht te zijn voor het collectief werken, maar zien we dat ook terug in de peiling?’
Van Rooijen: ‘En leven de ambities uit het Richtinggevend kader al echt binnen de wijkteams? Om daar goed zicht op te krijgen, is een hoge respons cruciaal.’
Ben jij werkzaam bij een gemeente? En ben jij degene die hier vanuit jouw functie bij de gemeente inzicht in kan geven? Meld je dan aan voor de peiling. Vul de enquête in via onderstaande button.