‘Steden zijn LHBTI-beleid gaan omarmen’

Terugblikken en vooruitblikken op 10 jaar lokaal LHBTI-beleid

Op 8 december organiseerde Movisie een congres over 10 jaar LHBTI-beleid. Wat zijn de successen? En voor welke ambities zullen we de schouders er nog onder moeten zetten? Arnold van den Broek (gemeente Amsterdam), Koen van Dijk (COC Nederland), Dounia Jari (Maruf), Marjanne van Loon (gemeente Amersfoort) en Sophie Schers (Transgender Netwerk Nederland) gingen daarover in debat op de conferentie. Voorafgaand aan de congres wierpen we met hen alvast een blik vooruit.

Congres '10 jaar lokaal LHBTI-beleid' op 8 december gemist?
Bekijk het getekende verslag! 

Gevraagd naar de hoogtepunten van lokaal LHBTI-beleid, noemen verschillende panelleden de Regenboogsteden. Koen van Dijk (directeur COC Nederland): ‘Gemeentelijk LHBTI-beleid op zich beschouw ik als een hoogtepunt. Het Rijksbeleid van OCW dat de motor was voor koplopergemeenten, nu Regenboogsteden, heeft echt geholpen. LHBTI-beleid is steeds meer op de agenda gekomen van steden, ze zijn het gaan omarmen. Ze zijn het gaan zien als iets waaraan ze aandacht moeten besteden. Hoe dat komt? Ik denk doordat ze het contact met de LHBTI-gemeenschap hebben verstevigd. Daardoor is een natuurlijke motivatie ontstaan.’

Genderdiversiteit

Meerdere panelleden noemen ook de vooruitgang die is geboekt bij het bevorderen van bewustzijn van genderdiversiteit als een van de hoogtepunten uit de afgelopen jaren. De Verklaring van Dordrecht uit 2012 is daarbij een belangrijke motor geweest. Deze bevat tien punten om discriminatie op de werkvloer te voorkomen, om iemands transitie op het werk te vergemakkelijken en om een grotere bewustwording op het werk te bevorderen over het bestaan van genderdiversiteit. Inmiddels hebben verschillende grote gemeenten in Nederland de verklaring ondertekend.

'Een ander hoogtepunt vind ik de inspanningen die er zijn geweest om het verhaal van transgender personen steeds meer bekend te maken in de samenleving’

Sophie Schers beleidsmedewerker bij het Transgender Netwerk Nederland (TNN): ‘Het feit dat wij als TNN zijn ontstaan, zie ik als een van de hoogtepunten uit de afgelopen jaren. En natuurlijk de transgenderwet die er is gekomen, die het mogelijk maakt het geslacht te wijzigen in je geboorteakte. Zonder dat je daarvoor een operatie moet hebben ondergaan. Die wet heeft een flinke boost gegeven voor de beweging. Die nieuwe wet heeft op verschillende manieren gewerkt. Er kwam meer bewustwording, er kwam media-aandacht, de overheid moest zich meer in het onderwerp gaan verdiepen. In de periode ervoor was wat ik noem het medisch perspectief dominant in de opvattingen over transgender personen. Dat is veranderd. Een ander hoogtepunt vind ik de inspanningen die er zijn geweest om het verhaal van transgender personen steeds meer bekend te maken in de samenleving.’

Zichtbaarder geworden

Dounia Jari is voorzitter van Maruf, de stichting die zich inzet voor queer moslims in Nederland en daarbuiten. Ook zij is te spreken over de inzet van gemeenten rond LHBT in de afgelopen jaren. En specifiek voor de queer moslims.

Deze groep mensen, voor wie Maruf zich inzet, is zichtbaarder geworden stelt ze. ‘Kijk naar rolmodellen als Dino Suhonic en Souad Boumedien; zij zijn veelvuldig in de media te zien. Maruf zelf is ook bekender geworden. We geven workshops om queer moslims te empoweren. Dat doen we sinds het begin, maar toen ging de werving moeizaam. We moesten vrienden van vrienden benaderen om een groep vol te krijgen. Nu is dat anders, mensen kennen ons, ze weten ons te vinden. Onze positionering, vooral ook online, is verbeterd.’

Waar moet nog aan worden gewerkt, wat zijn belangrijke issues?

Koen van Dijk: ‘Veiligheid in de openbare ruimte. Dat is écht een issue. In de praktijk worden LHBTI’s toch nog regelmatig geconfronteerd met agressie. Zeker transpersonen maar ook homoseksuele mannen die hand in hand over straat lopen. Voor gemeenten en LHBTI-gemeenschappen ligt daar nog een grote uitdaging. In het uitvinden wat die onveilige gebieden precies zijn, wat die onveilige gevoelens zijn en wat we eraan kunnen doen. Zowel in het vervolgen van daders en natuurlijk ook in preventie.’

'Veiligheid in de openbare ruimte is écht een issue'

Wat zijn ambities voor de komende jaren?

Marjanne van Loon (beleidsadviseur diversiteit Gemeente Amersfoort): ‘Oei, ik kijk niet zo ver. Ik denk in kleinere tijdstappen. Te beginnen met de komende gemeenteraadsverkiezingen. Welk college krijgen we, welke raadsleden? Je weet niet wat er gaat gebeuren. Niet dat ik bang ben dat het LHBTI-beleid in elkaar stort hoor. We zijn niet voor niets de meest gemiddelde stad van Nederland, diversiteit blijft. Maar het is wel zaak om de nieuwe bestuurders en nieuwe raadsleden van goede informatie te voorzien. Zodat ze zien wat er allemaal nodig is op het terrein van LHBTI-beleid.'

Anderen zien onder meer in het empoweren van LHBTI-groepen een blijvend belangrijk beleidsthema voor de komende jaren. Arnold van den Broek (beleidsadviseur gemeente Amsterdam): ‘Vooral van kwetsbare groepen als biculturele groepen. Bij hen is de acceptatie van LHBTI’s minder groot. Ook bij nieuwkomers in Nederland, vluchtelingen onder meer, moet daar meer aandacht voor komen.’

Koen van Dijk ziet daarbij in het afschaffen van het doelgroepenbeleid kansen om voor deze groep op te komen.‘Dat we juist de focus gaan leggen op de mensen uit de LHBTI-gemeenschap die het meest kwetsbaar zijn. In een mainstream LHBTI-beleid heb je kans dat het 14-jarige Marokkaanse meisje verstopt in een buurt veel te weinig aandacht krijgt. Terwijl juist zij kwetsbaar is. Ook buurtteams moeten hier alert op zijn. Dat de problematiek van hun cliënten met een biculturele achtergrond wel eens te maken kan hebben met genderidentiteit. Mensen worden nooit op één grond kwetsbaar, het is vaak een combinatie van uitsluitingsfactoren.’

Lees ook alle integrale interviews met de vijf panelleden.

Nieuw: Regenbooggids voor gemeenten
Gebruik de Regenbooggids om LHBTI-beleid te ontwikkelen en uit te voeren in uw eigen gemeente, of het bestaande diversiteits- of inclusiebeleid uit te breiden.