Sterk Sociaal Werk: hoe kun je samen leren en verbeteren?

Het kwaliteitslabel Sociaal Werk wil een bijdrage leveren aan het vakmanschap van sociaal werkers. Movisie vroeg drie sociaal werk organisaties naar hun ervaringen met dit Kwaliteitslabel en vertaalde die ervaringen naar aanbevelingen voor andere organisaties. Samen leren met collega’s, met cliënten/inwoners en met andere organisaties blijkt bijvoorbeeld stimulerend te werken. Anderen kijken vanuit een ander perspectief en kunnen je een spiegel voor houden.

De drie sociaal werk organisaties, Versa, MEEVivenz en SWWH werk(t)en met het kwaliteitslabel Sociaal Werk. Dit kwaliteitslabel wil een bijdrage leveren aan het vakmanschap van sociaal werkers. Movisie vroeg deze organisaties naar hun ervaringen met dit kwaliteitslabel en vertaalde hun ervaringen met samen leren en verbeteren naar drie aanbevelingen voor andere organisaties. Deze aanbevelingen hebben we besproken met kwaliteitsfunctionarissen in een online bijeenkomst, georganiseerd door Sociaal Werk Nederland. De uitspraken in dit artikel zijn afkomstig van de geïnterviewden en van de deelnemers aan de bijeenkomst.

Aanbeveling 1: Leer met collega’s

Een aantal genoemde ontwikkelpunten van sociaal werkers zijn: zichzelf en hun vak beter profileren, feedback durven geven aan collega’s, reflecteren op hun werk en beter registreren van hun werk. Voor deze uitdagingen helpt het als je woorden kunt geven aan je vak. Naast het kwaliteitslabel zijn de beroepscode, het beroepscompetentieprofiel, de interactieve competentiewijzer en de online training Reflecteer op je professionele basishouding waardevolle hulpmiddelen die hiertoe aanzetten. De beroepscode helpt ook om met elkaar dilemma`s in het werk te bespreken en hierbij van elkaar te leren.

Veel sociaal werkers leren met collega’s via intervisie en casuïstiekbespreking. Hierbij kan de insteek naast het leren van vraagstukken ook het leren van elkaars goede voorbeelden zijn. Een geïnterviewde: ‘Professionals die hetzelfde vakgebied hebben, leren van elkaars good practices’. Een aandachtspunt is in de praktijk vaak dat naast het leren van elkaar ook kennis van buiten wordt gehaald. Sociaal werkers kunnen bijvoorbeeld tijdens intervisie hun ervaringskennis ook toetsen aan theoretische kennis.

Naast deze waardevolle leeractiviteiten zijn er ook andere manieren om met collega’s te leren. Versa gebruikt de methode van Jennings als richtlijn: 10% leren door formele trainingen, 20% leren door coaching en feedback en 70% leren door lerend te werken. SWWH vraagt de medewerkers hun opgedane kennis in trainingen met elkaar te delen. ‘Mensen worden aangesproken om opgedane kennis van trainingen, intervisie, casuïstiekbesprekingen en leerervaringen te delen via intranet.’ Zo wordt voorkomen dat op één plek het wiel wordt uit gevonden. Binnen MEEVivenz wordt onder andere met mentoren gewerkt en worden experttafels georganiseerd.

Versa gebruikt de methode van Jennings als richtlijn: 10% leren door formele trainingen, 20% leren door coaching en feedback en 70% leren door te werken

Aanbeveling 2: Leer met inwoners en cliënten

Leer mét in plaats van over inwoners en cliënten. Een geïnterviewde: ‘Werknemers willen graag leren terwijl ze met inwoners aan het werk zijn.’ Gebruik ervaringsdeskundigen, cliënten en inwoners om continu bij hen te checken of je op de goede weg zit met het aanbod en ondersteuning van het sociaal werk. Cliëntenraadpleging of een cliënttevredenheidsonderzoek zijn hier middelen voor. Maar ook het voortdurend monitoren van de ondersteuning en het bevragen van cliënten hierbij, helpt om te leren van cliënten wat wel en niet werkt. De Participatiewaaier is een handige tool voor sociaal werkers om inwoners en/of cliënten te betrekken.

Aanbeveling 3: Leer met andere organisaties

Het leren met andere organisaties krijgt een flinke stimulans als je kiest voor intercollegiale toetsing binnen het kwaliteitslabel. Het kijken in andermans keuken is heel leerzaam en waardevol. Men leert van elkaars goede voorbeelden en krijgt een spiegel voor gehouden. Bij SWWH bleek het kwaliteitslabel een concrete manier om daadwerkelijk samen te gaan werken met de andere organisaties. Een geïnterviewde: ‘Ik zou het aanraden om met andere organisaties op te pakken. Dat is zeker een meerwaarde.’

Organisaties kunnen het leren met professionals uit andere organisaties ook stimuleren door hun medewerkers te vragen zich aan te sluiten bij een beroepsvereniging, zoals de BPSW (Beroepsvereniging van Professionals in Sociaal Werk).

Wat is het Kwaliteitslabel Sociaal Werk?

In het kwaliteitslabel staat het vakmanschap van sociaal werkers centraal. Het gaat heel specifiek in op de vragen: wie ben jij als professional in je werk en hoe ontwikkel jij je in je werk? Met dit kwaliteitslabel biedt de branche opdrachtgevers, stakeholders en klanten zicht op de kwaliteit van de dienstverlening die zij inkopen bij de sociaal werk organisaties waarmee ze samenwerken. Het kwaliteitslabel Sociaal Werk is ontwikkeld door Sociaal Werk Nederland in nauwe samenwerking met leden. Aanvullend op het kwaliteitslabel zet ook Registerplein aan tot leren en reflectie. In drie artikelen gaan we in op de ervaringen van drie organisaties met het kwaliteitslabel en geven we telkens drie aanbevelingen voor wie er ook mee aan de slag wil. Dit is het derde en laatste artikel. Lees ook de eerdere artikelen over de triggers voor leren en verbeteren en de voorwaarden voor leren en verbeteren.