Stevige samenwerking in Dordrecht voor betere mantelzorgondersteuning in tijden van corona

Zorgladder Mantelzorg: inspirerend voorbeeld

Het Parkhuis biedt langdurige zorg aan intramurale en extramurale cliënten in de regio Dordrecht. Met het sluiten van dagopvang aan de start van de coronacrisis en de maatregelen kwam het Parkhuis voor uitdagingen te staan. Miranda Mol, manager extramuraal Parkhuis en Inge Hulswit, beleidsadviseur Sociaal Domein gemeente Dordrecht vertellen hoe zij door het versterken van de samenwerking erin slaagden dat mensen met dementie toch terecht konden in de dagopvang.

‘Daarnaast zijn een aantal mensen met dementie die zelfstandig thuis wonen opgevangen. Dat zijn alleenwonenden, jonge mensen met dementie die energiek heel sterk zijn en de "klassieke groep", mensen met dementie met een partner die thuis wonen’ vertelt Mol. ‘De eerste dag dat we open gingen kregen we een enthousiaste mail van een mantelzorger die vertelde dat ze weer opgelucht adem kon halen.’ 

Nood aan ondersteuning

Het effect van het sluiten van dagbesteding voor mensen met dementie was behoorlijk. Mol: ‘Op een gegeven moment merkten we dat mensen het steeds moeilijker kregen thuis. Dat signaal kwam vanuit verschillende hoeken, de casemanagers dementie bijvoorbeeld. Mensen willen naar buiten en hadden behoefte om te bewegen. Bij anderen versnelde het dementieproces. Ik belde met MEE. Zij vertelden dat bij een andere zorgorganisatie in de regio (Rivas) een dagopvang geopend was. MEE stond tegelijkertijd al in nauw contact met de gemeente. Zo zijn we tot samenwerking met de gemeente gekomen.’

Als Wmo hulp niet meer kan

Wanneer informele hulp en het sociaal netwerk geen uitkomst meer bieden voor de cliënt kunnen zij terecht bij de gemeente voor Wmo hulp. Hulswit: ‘Al voor de coronacrisis hadden we hierover met MEE afspraken gemaakt om in de mantelzorgondersteuning te voorzien. Daar was een subsidieregeling voor. Hierdoor lag er een goede werkwijze om mantelzorgers in beeld te houden. Vanaf het begin van de crisis hielden we elkaar wekelijks op de hoogte met signalen. Totdat vanuit MEE het signaal kwam dat het dat het geen weken meer moet duren. Mantelzorgers raakten langzaam overbelast. We hadden het idee om met Het Parkhuis en andere aanbieders samen te zoeken naar oplossingen. Binnen een week kwamen de organisaties met goede ideeën en randvoorwaarden waar de gemeente een rol in moet pakken.’ 

Samen gedreven

'Als gemeente is het belangrijk te vertrouwen in professionals'

Mol: ’De volgende stap die wij hebben gezet is het maken van een praktisch draaiboek: wat kunnen wij doen om zoveel mogelijk binnen RIVM richtlijnen te kunnen werken en wat hebben we daar voor nodig? We hebben tips van de andere zorgorganisatie meegenomen. Binnen twee weken kon daardoor worden gestart. Ik heel trots op wat we tot stand hebben gebracht door samen te werken. Dat iedereen gedreven was door de noodzaak en snel konden schakelen.’ 

Hulswit: ‘Als gemeente is het belangrijk te vertrouwen in professionals. Zij weten het beste wat er nodig is. Daarnaast is transparantie belangrijk in de samenwerking. Het is ook niet allemaal vlekkeloos verlopen. Door eerlijk met elkaar te delen dat soms een verschil in belangen een rol spelen. Ook helpt het om als gemeente in mogelijkheden te denken die buiten je verantwoordelijkheden vallen.’ 

Tips voor gemeenten

  • Vertrouw er als gemeente op dat zorgaanbieders weten wat er nodig is en dat zij weten wat goed en veilig is voor de cliënten
  • Wees transparant naar elkaar. Bespreek ook onderliggende belangen
  • In deze tijd gaat het meer om ‘wat is er nodig’ dan om ‘wat is de afspraak’

Weer open

Het Parkhuis is vijf maal per week open voor een beperkt aantal mensen per dag. Alle inwoners die in een zeer lastige thuissituatie zitten met iemand met dementie kunnen terecht bij het Parkhuis. Mol: ‘Dus ook mensen die niet bij onze organisatie zijn aangesloten. Daar hebben we de gemeente en de Sociale dienst Drechtsteden hard bij nodig gehad, maar dat is gelukt!’ Er moest linksom of rechtsom iets geregeld worden voordat de situatie voor mantelzorgers en mensen met dementie problematisch zou worden. Mol: ‘Wat voor indicatie mensen ook hebben.’

'Er moest iets worden geregeld voordat de situatie problematisch zou worden'

Hulswit: ‘We hebben hierna via de Sociale dienst Drechtsteden ook voor vervoer van en naar de dagbesteding ondersteuning kunnen zorgen. Via die continuering van zorg hebben we gegarandeerd dat vervoer door kan blijven gaan. Straks moet het weer langs de normale lijnen, maar iedereen was zich bewust dat dit een crisissituatie. We doen het samen voor de mantelzorgers.’ 

Naar de anderhalvemetersamenleving

In de toekomst willen de professionals en gemeenten de versterkte samenwerking vasthouden. Maar ook dan staan gemeenten en professionals voor nieuwe uitdagingen. Mol: ‘Door de coronacrisis is er gedacht in ‘wat kan wel’ en gewerkt met een bepaalde slagvaardigheid. Daardoor bloeide de samenwerking en daadkracht op. Waar we vooral tegen aanlopen is de praktische vraag over ruimte. Er zijn niet genoeg grote ruimtes om die veiligheid te garanderen. Normaal werken wij veel met vrijwilligers. Nu doen we dat bewust niet uit bescherming.’ 
Hulswit: ‘De gemeente had in een normale situatie meer zekerheden gevraagd. In hoeverre we daar na de coronacrisis of in een anderhalvemetersamenleving ook soepeler mee om zullen gaan weet ik niet. Als gemeente helpen deze zekerheden om daar kritisch te zijn of het gevoelsmatig helpt of écht helpt.