De strijd voor gecijferdheid

Relatie tussen armoede en basisvaardigheden

Om in onze samenleving mee te doen, zijn drie basisvaardigheden onmisbaar: digitale vaardigheden, geletterdheid en gecijferdheid. De laatste is in onze maatschappij een ondergeschoven kindje, met alle gevolgen van dien. ‘Laaggecijferdheid leidt in sommige gevallen tot schulden, en dat staat meedoen in de samenleving in de weg.’

Het tekstverwerkingsprogramma Word kent de term laaggeletterdheid, maar zet onder laaggecijferdheid een rood kringeltje. Veelzeggend, maar niet verrassend voor dr. Kees Hoogland. Hij is lector wiskundig en analytisch vermogen van professionals aan de Hogeschool Utrecht. De laatste vijftien jaar ging 99,9 procent van de aandacht uit naar laaggeletterdheid. In de media zie je vaak: 2,5 miljoen Nederlanders zijn laaggeletterd. Van hen zijn er 2,1 miljoen laaggecijferd. Gelukkig komt er steeds meer aandacht voor alle drie de pijlers die belangrijk zijn om in onze samenleving mee te doen: geletterdheid, gecijferdheid en digitale vaardigheden.’

Schulden

In het schuldendomein was altijd veel aandacht voor laaggeletterdheid, zegt zijn gesprekspartner en collega dr. Tamara Madern. Zij is directeur van het Instituut voor Recht en lector schuldpreventie en vroegsignalering aan de Hogeschool Utrecht. ‘Voor laaggeletterdheid is meer aandacht dan voor laaggecijferdheid, terwijl die rol bij schulden net zo relevant is. Laaggecijferdheid betekent dat je moeite hebt met het verwerken van cijfermatige prikkels. Dat kán bijdragen aan de schuldenproblematiek, maar niet per definitie: basisvaardigheden voorkomen niet dat je energierekening verdriedubbelt. Kees Hoogland en ik zien steeds meer raakvlakken en onderzoeken de mogelijkheden om op deze terreinen samen te werken.’ Hoogland: ‘We hopen twee kanten op te werken: mensen met laaggecijferdheid toerusten, én kritisch zijn naar de aanbieders van gecijferde informatie.’

Hiaten in rekenonderwijs

Eigenlijk is het raar dat Nederlanders kunnen zeggen: ‘Ik ben geen cijfertjes-type’, zegt Hoogland. ‘Op één dag neem je tientallen beslissingen die iets met cijfers te maken hebben. Als je wakker wordt en op je wekker kijkt, neem je al je eerste gecijferdheidsbeslissing. Geen rekenmens zijn, bestaat dus niet, maar die indruk kun je door het rekenonderwijs wel krijgen. Dat komt doordat het rekenonderwijs niet praktisch en toegepast is. Kinderen maken rekensommen en worden keihard afgerekend met toetsen, maar leren niet in de wereld rond te kijken wat de betekenis is van die getallen.’

'Een ‘Meldpunt onbegrijpelijke cijferbrij’ zou best kunnen werken'

Aanbiedingen interpreteren 

Dergelijke hiaten in het rekenonderwijs spelen een rol in de schuldenproblematiek, maar het plaatje is groter, zegt Madern. ‘We weten dat er een oververtegenwoordiging is van mensen in de schuldenproblematiek die laaggecijferd zijn, maar daar spelen meer factoren. Vaak heeft deze groep een lagere sociaaleconomische status, dus minder inkomen. Heb je minder te besteden, dan kom je eerder met schulden in aanraking. Een zuivere oorzaak is dus niet aan te wijzen. Wel weten we uit onderzoek dat basisvaardigheden én bureaucratische vaardigheden van belang zijn.’

Madern: ‘In budgetcursussen is wel aandacht voor rekenen, maar vaak op een traditionele manier. In de schuldenhoek moet juist meer aandacht komen voor vragen als: hoe interpreteer je aanbiedingen? Aanbiedingen zijn onderaan de streep soms juist duurder en verleiden tot onnodige aankopen. Nog zoiets: korte- en langetermijnplanningen maken. Dat gaat niet alleen over rekenen, maar ook over berekeningen toepassen op jóuw situatie. Wat is goed voor míjn financiële situatie? Zie het als begrijpend gecijferd zijn. Dat is essentieel.’

Cijferstress

Mensen kunnen in de stress raken van cijfers, vervolgt Madern. ‘Om schulden te kunnen oplossen en niet verder in de problemen te komen, moet je rekeningen snappen. Het komt regelmatig voor dat mensen niet weten wat ze precies moeten betalen. Ze krijgen brieven van bijvoorbeeld de Belastingdienst met daarin tig cijfers, maar ze hebben geen idee welk bedrag ze terug moeten betalen. Er staan talloze opties om in termijnen te betalen, maar hoeveel ze precies moeten betalen, is niet voor iedereen duidelijk. En betaal je een cent te weinig, dan krijg je een aanmaning omdat je te laat bent.

Mensen kunnen hier zo bang en onmachtig van worden, dat ze niet meer durven en kunnen handelen. Daarmee pakken ze zichzelf feitelijk geld af. Vanwege deze stress blokkeren ze en zijn ze niet meer in staat te handelen. Daarom is het beter om laaggecijferdheid te voorkomen, in plaats van aanpakken als er al problemen zijn.’

Ook aan de inkomstenkant gaat het vaak mis. Madern: ‘Mensen moeten talloze brieven en formulieren interpreteren om uiteindelijk op de juiste manier aanvragen te doen; soms moeten ze wel zeventien formulieren invullen om uiteindelijk in hun recht te staan.’

Coronadashboard vol cijfers

Als je laaggecijferd bent, wordt het moeilijker om deel te nemen aan de samenleving, stelt Hoogland. ‘De wereld om ons heen bestaat uit structuren en getallen en mathematiseert steeds verder. Neem het corona dashboard. 80 procent van de informatie bestaat uit getallen, schuifjes, landkaarten met dichtheden. Alleen maar gecijferd- heidinformatie. Vijftien jaar geleden zou zo’n dasboard bestaan uit taal. En kijk eens hoeveel gecijferdheidinformatie er staat bij een willekeurig artikel op bol.com.

'Kinderen leren niet in de wereld rond te kijken wat de betekenis is van getallen'

Als je mensen met laaggecijferdheid wilt trainen, gaat het niet om het maken van sommen, maar om hogere orde vaardigheden: cijfers interpreteren, er kritisch mee om kunnen gaan. Dergelijke verkoopwebsites hebben algoritmes waarmee ze eigenlijk misbruik maken van het feit dat veel mensen deze vaardigheden om kritisch met cijfers om te gaan níet hebben. Daardoor halen deze mensen niet zelden te dure spullen in huis die ze niet nodig hebben. In sommige gevallen komen ze in de schulden, en dat staat meedoen in de samenleving in de weg.’

Pionieren

Madern: ‘Er zijn krachtige marketinginstrumenten om mensen te verleiden. Een oplossing zou wetgeving kunnen zijn die dit aan banden legt. Maar dat is een longshot, dus we moeten mensen ook weerbaarder maken. De publieke dienstverlening – gemeenten, de Belastingdienst – zouden sowieso iets met dit thema moeten willen. Gek genoeg zijn alle brieven wel begrijpelijker geworden, van taalniveau C1 naar B1, maar aan de cijferkant is weinig gesleuteld. Verder pleit ik voor verdere educatie over het onderwerp gecijferdheid, zeker ook gericht op volwassenen. Dat wordt al gedaan, zoals in budgetcursussen, maar vaak nog impliciet.’

Blijven leren

Hoogland oppert vrolijk dat een ‘meldpunt onbegrijpelijke cijferbrij’ best zou kunnen werken. Alle beetjes helpen, want het is nog pionieren geblazen om meer aandacht voor gecijferdheid te krijgen. ‘Het ministerie heeft eindelijk erkend dat we niet één, maar drie basisvaardigheden op peil moeten krijgen. In gesprekken met het ministerie merkte ik dat lange tijd de gedachte leefde: als je op de basisschool de basisvaardigheden leert, zit je de rest van je leven gebakken. Dat is te simplistisch gedacht in onze veranderende maatschappij. Mensen moeten blijven leren op dit gebied.’

Niettemin zijn we inmiddels onderweg, zegt Hoogland, wijzend op bijvoorbeeld de website gecijferdheidteltmee.nl met good practices. ‘Maar er zijn nog steeds veel mensen die nadeel ondervinden van hun laaggecijferdheid. Als ze om die reden vermijdingsgedrag gaan vertonen, krijg je een inclusieprobleem.’

Lees hier meer over laaggecijferdheid