Succesvolle buurthulp heeft professional op de achtergrond
Door de huidige ontwikkelingen van meer zelfredzaamheid, meer in eigen kring en meer in eigen omgeving, kunnen we er niet meer omheen: de buurt. Buurthulp komt daar bijna vanzelfsprekend uit voort. Het informele karakter van buurthulp en de verantwoordelijkheid die (sociale) professionals voelen, brengen wel dilemma’s met zich mee. Hiermee bewust omgaan vergroot de slagingskans van buurthulp.
Buurthulp kan worden gezien als de missing link in het veld van informele zorg en hulpverlening. Het bevindt zich tussen de georganiseerde zorgvrijwilligers aan de ene en de mantelzorger aan de andere kant. In het handboek ‘Bouwen aan buurtzorg’ dat MOVISIE een aantal jaar geleden uitgaf (de naam buurtzorg is vervangen door buurthulp), wordt buurthulp omschreven als kleinschalige projecten voor onderlinge hulp- en dienstverlening door en voor bewoners in buurt, wijk of dorp.
Zelforganiserend vermogen van de buurt
Kenmerkend is dat buurthulp wordt opgezet vanuit onderlinge betrokkenheid, op basis van het zelforganiserend vermogen van de buurt en met een methode voor matching van vraag en aanbod. In de praktijk zijn er projecten op basis van digitale koppeling van vraag en aanbod, lidmaatschapsprojecten en klassieke vormen van buurthulp. Alle in meer of minder georganiseerd verband en met een bepaalde mate van ondersteuning door een betaalde (sociale) professional. Projecten die volledig aan het professionele oog ontspringen, zijn er ook. Dit zijn voornamelijk initiatieven die het zelf organiseren vergemakkelijken. Wie een hamer nodig heeft, kijkt op peerby.com, wie niet kan koken, gaat naar thuisafgehaald.nl en wie incidenteel hulp nodig heeft, meldt zich aan bij caire.nu.
Betrokkenheid van professionals
Hoe erg is het als professionals niet bij buurthulpprojecten betrokken zijn? In de onderzoeken naar buurthulpprojecten zien we dat er nog wel eens vertraging ontstaat, juist als een professionele organisatie, bijvoorbeeld de welzijnsinstelling, meekijkt. Vanuit deze organisaties blijkt er vaak weinig continue aandacht in de voorbereiding en borging met als resultaat enthousiaste bewoners in de wachtstand. De bulk van de voorbereidingstijd zit in afstemming en overleg en veel minder in het bewust keuzes maken voor een effectieve aanpak. We zien professionals die buurthulpprojecten tussen de bedrijven door opstarten, die ruimte geven aan vrijwilligers, maar niet goed weten hoeveel ruimte dat moet zijn en die opeens bedenken dat er verantwoording moet worden afgelegd over resultaten van de werkzaamheden van dat jaar. Gemeenten die constateren dat er dat jaar twee matches zijn geweest en het project niet meer willen financieren. Hieruit zouden we kunnen concluderen dat het opzetten van buurthulp vooral niet iets moet zijn waarbij professionals zijn betrokken.
Een klassieke vorm van buurthulp
Onderzoek én de praktijk, onder andere in IJsselstein, laten zien dat het beter kan én dat er winst is als een professional op de juiste manier is betrokken. In het Europa- en Oranjekwartier in IJsselstein is buurthulp ontstaan vanuit de bewoners. Uit een onderzoek door de gemeente kwam naar voren dat hieraan behoefte was én dat bewoners hierop wel actief wilden worden. Welzijnsorganisatie Pulse zocht daarop contact met buurtbewoners om samen met hen een plan te maken voor het opzetten van een buurthulpproject. Al vanaf het begin was duidelijk dat het project wordt gedragen door de vrijwilligers. De rol van de professional is vooral ondersteunend. Zij signaleert als de continuïteit in gevaar dreigt te komen en onderneemt actie door het doen van verbetervoorstellen. Ze heeft daarnaast de belangrijke taak verbinding te leggen met andere beschikbare zorg- en welzijnsvoorzieningen. Belangrijk bij dit alles is dat zij zoveel mogelijk overlaat aan de vrijwilligers. Uiteindelijk is een klassieke vorm van buurthulp ontstaan.
Vrijwillige buurtbewoners op de eerste plaats
De vrijwillige buurtbewoners hebben met nadruk de regie in het buurthulpproject in IJsselstein. Dit is niet altijd zo. Professionals hebben de neiging zelf de grens te bepalen, zo blijkt uit onderzoek door MAS-student Algemene Sociale Wetenschappen Esther Gotink. Zij heeft in haar onderzoek gekeken naar hoe preventief huisbezoek wordt georganiseerd en gecontroleerd. Vanuit hun visie dat zij maatwerk willen leveren en zich verantwoordelijk voelen voor de kwaliteit van de hulpverlening, bepalen professionals wat vrijwilligers mogen doen. Tegelijkertijd heeft de professional steeds minder tijd om uitvoerend werk te doen. Dit suggereert dat de professional zich beter kan richten op een goede inkadering: zorgen voor een vangnet en verbinding met andere organisaties.
Wennen aan buurthulp
Buurthulp lijkt zo vanzelfsprekend. Hoezo moet daar een professional bij betrokken zijn? Zeker in tijden van bezuiniging zal deze vraag op tafel komen. Snelle resultaten in de vorm van matches blijft een veelgehoorde wens van financiers en daarmee ook een veelgehoorde reden om een buurthulpproject weer te stoppen. Maar buurthulp verdient een kans. We zijn niet meer gewend de buren te vragen om hulp als we in nood zitten. Maar we zijn op weg naar een samenleving waarin we dat wel meer zullen moeten. Buurthulp biedt een mooie oefensituatie. Je hoeft je buren niet direct te vragen, maar belt een formeel telefoonnummer. Daarmee heeft buurthulp alle aspecten die de Wmo ambieert in zich. Bovendien blijkt dat mensen zeker actief willen zijn en op vrijwillige basis hulp willen verlenen. De vragers hebben alleen nog even tijd nodig. Promotie wordt daarmee een belangrijk onderdeel om buurthulp te laten werken en krijgt zo twee doelen: het bekend maken van het project én het bijdragen aan de transformatie van onze samenleving naar een participatiesamenleving. Het reclame maken voor een cultuur waarin je een ander iets mag vragen.
Een goede rolverdeling tussen professional en buurtbewoner
De buurtprojecten zelf moeten zorgen voor een goede rolverdeling - bewust en in co-creatie - tussen professional en vrijwillige buurtbewoner. Vrijwilligers dragen het project, helpen mensen waar ze kunnen en waar dat passend is. De professional
ondersteunt deze vrijwilligers. Bijvoorbeeld bij het ontwikkelen van vaardigheden en zorg voor onverwachte en moeilijke situaties. Ook kan de professional zorgen voor positionering van buurthulpprojecten in het lokale voorzieningenstelsel. Daardoor kan doorverwijzing makkelijk vorm krijgen bij te zware vragen én kan buurthulp mensen helpen die via andere kanalen om hulp vragen. Met respect voor het proces waarin we zitten, met oog voor kwaliteit van zowel vrijwilliger als professional, zodat zowel de professional, maar zeker ook de ‘zorgvrager’ kunnen wennen aan de mogelijkheden die hulp door een vrijwilliger kan bieden!
Dit artikel is een bewerking van het artikel 'Succesvolle buurthulp heeft professional op de achtergrond' door Anita Peters en Wilco Kruijswijk van MOVISIE dat werd geplaatst in Vakwerk, Tijdschrift voor vrijwilligerswek, 2012/3. Vakwerk is inmiddels samen met MO/samenlevingsopbouw en TSS opgegaan in het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken.