Het taboe op praten over suïcide doorbreken - een ervaringsverhaal
Met het project 'Zelfmoord? Praat erover!' van GGD IJsselland wordt het taboe op praten over suïcide doorbroken. Het doel is dat professionele hulp sneller ingezet kan worden. Suïcidale gedachten kunnen ontstaan door het hebben van schulden en het leven in armoede. Op 30 juni 2020 was het webinar Suïcidepreventie bij armoede en schulden van GGD IJsselland. Collega en ervaringsdeskundige Marc Mulder was aanwezig om zijn ervaringen te delen. Vijf vragen aan Marc Mulder.
1. Op welke manier heb jij te maken gekregen met schulden en armoede?
‘Ik ben per toeval begonnen met een eigen bedrijf. Iemand die ik kende wilde een spelletjeswinkel starten en was op zoek naar een zakenpartner. Voor ik het wist hadden we een winkel. Het ging eigenlijk heel erg goed, het was altijd druk en op het hoogtepunt hadden we drie winkels en twintig personeelsleden. Ik was echt een ondernemer en bezig met hoe de toekomst eruit zou zien. De problemen ontstonden pas toen die zakenpartner wegging en het bleek dat er administratief zaken niet klopten. De zaak was volledig van mij en opeens had ik een schuld van 100.000 gulden die ik moest oplossen. Na anderhalf jaar de broekriem aanhalen was het financieel opgelost, al zat ik er persoonlijk qua energie doorheen. Net op dat moment begon er een groot bouwproject recht voor de deur van mijn spelletjeszaak. De omzet daalde daardoor met vijftig procent. Ik had nog geen reserves kunnen opbouwen dus ik kon het niet opvangen.’
2. Wat gebeurde er toen het minder ging met jouw bedrijf?
‘Wat ik toen had moeten doen was het personeel eruit zetten en zelf in de winkel gaan staan om de kosten te drukken, maar daar had ik de energie niet meer voor. Ik ging belasting en leveranciers later betalen en ik ben privé geld gaan lenen om me op die manier erdoorheen te worstelen. Helaas besloot de verhuurder het pand te gaan verbouwen, wat maakte dat de huur twee keer zo hoog werd. Ik kon dat niet betalen en ben verhuisd, al trok ik het steeds minder. Ik was alsmaar problemen aan het oplossen en niet meer met de toekomst bezig. Ik was aan het interen op mijzelf, op mijn eigen energie die ik niet meer had en op financiën die ik niet meer had. Zo bouwde ik op allerlei manieren schuld op, om de winkel maar overeind te houden.’
Mijn hoofddoel was om mijn bedrijf overeind te houden
3. Hoe ging je ermee om toen het qua energie niet meer lukte?
‘Eerst pakte ik problemen altijd keihard aan maar dat lukte me niet meer. Ik deed soms halve dagen niets doordat ik chronische stress had. Daar schaamde ik me voor en het gaf me een negatief zelfbeeld. De reden dat ik me zo druk maakte om het bedrijf was omdat ik het vanaf het begin had opgebouwd. Mijn hoofddoel was om mijn bedrijf overeind te houden, dit beïnvloedde mijn hele leven. Ik kwam er niet meer uit en liep vast. Samen met iemand van de gemeente heb ik een plan gemaakt hoe ik het bedrijf kon redden, maar ik had de energie niet meer om het plan uit te voeren. Toen ben ik gestopt met het bedrijf. Alsnog wilde ik dat de winkel bleef voortbestaan en werd het door een andere partij overgenomen. Daarna zat ik met een schuld van 140.000 euro. Ik kon blijven werken in de winkel die niet meer van mij was. Ik ging naar bijstandsniveau, maar ik moest mijn schuld aflossen. Dat was het moment dat ik naar de schuldhulpverlening stapte.’
4. Waar liep je tegenaan toen je in de schuldhulpverlening zat?
‘Het proces duurde heel erg lang. Er werden steeds andere dingen van mij gevraagd en elke keer was er een nieuw struikelblok. Een voorbeeld: de belastingdienst had beslag gelegd op mijn toeslagen. Ik had geen geld meer om eten te kopen en voor mijn kinderen te zorgen. Ik diende bezwaar in, maar het duurde nog zes weken voordat er iets mee gedaan werd. Terwijl ik geen geld had. Ik liep alsmaar tegen dichte deuren en wetten en regels aan en de brieven bleven maar binnenkomen. Ik verloor mijn eigenwaarde. Van een ondernemer met drie zaken was ik opeens iemand die niets meer voorstelde. Het werd een soort uitzichtloosheid en ik geloofde niet meer dat er nog een oplossing zou komen. De enige zichtbare oplossing werd eigenlijk om er een einde aan te maken.’
5. Wat kun je doen als schuldhulpverlener om mensen met deze problematiek te ondersteunen?
‘Het is belangrijk om te beseffen dat degene met wie je praat, mentaal niet op een hele heldere positie zit. Als hulpverlener helpt het om persoonlijke aandacht te geven en te blijven doorvragen waar de gevoelens en gedachten vandaan komen. Dit is niet makkelijk, maar alleen al het besef dat iemand mogelijk suïcidale gedachten heeft, helpt bij het voeren van een gelijkwaardig gesprek. Realiseer goed dat die ander zich helemaal blootgeeft over datgene waar schaamte over heerst en dat je daarvoor vertrouwen moet creëren. Ga zonder oordeel het gesprek in en trek geen voorbarige conclusies als iemand bijvoorbeeld niet op een afspraak komt opdagen. Vaak is het geen gebrek aan motivatie, maar ben je als hulpverlener teveel bezig met wat jij wilt en wordt de situatie niet begrepen. Zoek welke gezamenlijke weg je kunt volgen.’
Webinar Suïcidepreventie bij armoede en schulden
Deze vragen zijn gebaseerd op het gesprek in het webinar Suïcidepreventie bij armoede en schulden van GGD IJsselland. Benieuwd naar meer?