Taboeonderwerpen bespreken met methodiek Yeni Pencere
Yeni Pencere is Turks en betekent een Nieuw Venster. En precies dat is het doel van deze methodiek voor groepsgesprekken: mensen op een nieuwe manier laten kijken naar taboeonderwerpen zoals gendergelijkheid en lhbtiqa+ acceptatie. Dialoogleider Hasan Kaplan heeft er veel praktijkervaring mee: ‘Dit helpt echt.’
In 2020 verscheen het handboek van Yeni Pencere, een coproductie van Jale Simsek, Movisie en het Inspraakorgaan Turken (IOT). Jale Simsek is de ontwikkelaar van de methodiek, waarvoor de zaadjes al veel eerder geplant waren. ‘Rond 2010 schreef ik een boekje over eerwraak. Daarna gaf ik trainingen over thema’s als eer en homoseksualiteit. In die tijd ging ik steeds meer beseffen dat bespreekbaar maken één ding is, maar dat we er daarmee nog niet zijn. Ik wilde de mensen echt raken, binnenkomen. Want als ze al over dit soort onderwerpen praatten, dan ging het altijd over anderen. Nooit over henzelf.’
Ingang
De gesprekken moesten dus meer aansluiten bij wat de mensen zelf bezighoudt. ‘Je moet een ingang hebben om over dit soort gevoelige onderwerpen te praten’, zegt Hasan Kaplan. Hij werkt bij het Steunpunt zelfregie & herstel, als netwerkverbinder en coördinator van het programma Gouden Mannen. Ook zette hij zich in als dialoogleider bij het Inspraakorgaan Turken, waarbij hij werkte met het handboek van Yeni Pencere. Tegenwoordig begeleidt hij dialoogleiders en ambassadeurs bij het werken met deze methodiek.
Tactiek
‘Dialoogleiders en ambassadeurs vragen me geregeld hoe ze hun bijeenkomst over gendergelijkheid of homoseksualiteit moeten aankondigen’, vertelt Kaplan. ‘Dan geef ik ze mee dat je een tactiek moet gebruiken en dat ze het een gesprek over discriminatie kunnen noemen. Tijdens de bijeenkomsten betrekken we het steeds eerst op de mensen zelf: wat doet discriminatie met jou? Bijvoorbeeld als je aangesproken wordt op je hoofddoek of je baard, of als je het gevoel hebt dat je achtergrond een rol speelt bij sollicitaties?’
Zorgvuldige compositie
Door het eerst op zichzelf te betrekken wordt het daarna makkelijker om de denkslag te maken dat discriminatie in elke situatie, voor iedereen die er mee te maken heeft, niet getolereerd mag worden. Om dit uiteindelijke doel te bereiken, dus om op een positieve manier naar gendergelijkheid en lhbtiqa+ personen te kijken, is de methodiek zorgvuldig gecomponeerd met drie bijeenkomsten die op elkaar verder bouwen (zie kader).
De drie bijeenkomsten van Yeni Pencere
Het handboek geeft uitgebreide achtergrondinformatie over hoe de methodiek is opgebouwd. Tegelijkertijd is het een praktische handleiding die de gespreksleider stap voor stap door de drie bijeenkomsten gidst, inclusief voorbeeldvragen om te stellen en oefeningen voor de deelnemers.
- Bijeenkomst 1: Het thema is ouderschap en overdracht. Het gaat hier om de overdracht van overtuigingen tussen ouders en kinderen en wat dit betekent.
- Bijeenkomst 2: Het thema is man/vrouw rol ofwel genderrollen. Hier gaat het meer over de geïnternaliseerde overtuigingen met betrekking tot genderrollen.
- Bijeenkomst 3: Het thema is overdracht genderrollen en seksualiteit. In deze laatste bijeenkomst komt het onderscheid tussen seksualiteit en sekserollen aan de orde.
Gepuzzel
Simsek legt uit: ‘Het was best een gepuzzel. Het gaat erom mensen mee te nemen zodat ze hun eigen opvatting vorm kunnen geven. Ze moeten niet dichtklappen, maar juist een laag dieper aanboren. Dat bleek te lukken met het thema communicatie binnen het gezin. Dat gaat over intergenerationele overdracht: waar komen je eigen opvattingen eigenlijk vandaan? Hoe ontstaan overtuigingen?’
Zo is het
Kaplan merkt in de praktijk dat ouderschap en opvoeding inderdaad onderwerpen zijn waar mensen graag over willen praten. ‘Zeker als de gespreksleider volgens de methodiek werkt en een veilige sfeer weet te creëren. Dan vertellen ze over hun opa’s en oma’s en hoe die in een andere cultuur leefden. Dat grootouders de macht hadden en zeiden: ‘Dit zijn onze waarden en normen. Zo is het en zo blijft het.’ Maar de derde en vierde generatie van nu, die vragen zich af wat zij hun eigen kinderen mee willen geven.’
Twee smaken
Een oefening tijdens de tweede bijeenkomst is om de deelnemers in duo’s met elkaar in gesprek te laten gaan over wat hun ouders hen hebben voorgeleefd. Simsek is onder de indruk van wat dat op kan leveren aan inzichten bij de deelnemers. ‘Iemand vertelde dat zijn vader altijd alles klakkeloos aannam. Hijzelf was juist erg gaan rebelleren en daardoor voelde hij zich een slecht mens. Hij had voor zijn familie geheimgehouden dat hij twee keer gescheiden was. Dit komt voort uit de Turkse cultuur waarin mensen minder getraind zijn in zelfreflectie dan in het individualistische Nederland. Ze kennen eigenlijk maar twee smaken: het voorbeeld nadoen of zich er tegen verzetten.’
Zelf nadenken
Het gaat Simsek erom dat mensen hun eigen verantwoordelijkheid leren nemen. ‘Dan kun je overal over praten. Ik wil mensen losmaken van hun culturele en religieuze aannames. Niet door daar tegenin te gaan, maar door er iets aan toe te voegen. Ik hou ze soms ook de eerste regel van de Koran voor. Die zegt: ga zelf nadenken.’
Behulpzame buurvrouw
De derde bijeenkomst gaat over seksualiteit. Het gaat daarbij ook over relaties tussen twee mannen en twee vrouwen. ‘Daar kun je pas over beginnen als de sfeer echt veilig is’, vertelt Kaplan. Hij stelt vragen die de deelnemers aan het denken zetten: ‘Bijvoorbeeld of de deelnemers in hun kennissenkring iemand hebben die homo of lesbisch zijn. Veel mensen blijken dan wel een buurvrouw ofzo te kennen die ook nog eens erg aardig en behulpzaam is.’ Simsek benadrukt het belang om bij de feiten te blijven: ‘Ik vertel bijvoorbeeld dat het geen knopje is dat mensen in kunnen drukken, dat ze niet zelf kiezen op wie ze vallen.’
Je eigen kind
Kaplan brengt het dicht naar de eigen situatie van de deelnemers: ‘Ik vraag hoe ze zouden reageren als hun eigen zoon of dochter op hetzelfde geslacht zou vallen. Zou je je eigen kind uitschelden en uitsluiten? Of zou je hem proberen te helpen? Soms blijft het dan stil in de groep. Daarom raad ik andere gespreksleiders altijd aan om tijdens de voorbereidende gesprekken al iemand te vinden die hierover wel wat wil zeggen. Die kun je op zo’n moment dan aanwijzen.’
Erg blij
Kaplan is erg blij dat de methodiek er is. ‘Het helpt dialoogleiders echt om toe te werken naar het doel van meer positiviteit en acceptatie van hoe andere mensen leven. Het fijne van Nieuw Venster is ook dat je niet alles honderd procent hoeft te volgen, je kunt er als gespreksleider ook eigen thema’s in verwerken. Zelf volg ik voor zo’n tachtig procent de methodiek en de rest komt van mezelf.’
Dit artikel werd op 22 november 2024 gepubliceerd in Zorg + Welzijn.