‘Te veel mensen voelen zich machteloos en niet gehoord’

Scheidend wetenschappelijk directeur Saskia Keuzenkamp

Na ruim elf jaar neemt Saskia Keuzenkamp afscheid als wetenschappelijk directeur van Movisie. Dat doet ze tijdens het symposium Alle stemmen horen, op 6 maart 2025. Daarop vooruitlopend blikt Keuzenkamp terug op haar tijd bij Movisie en benadrukt ze onverminderd het belang van kennis. Ook als het gaat om mensen die niet gehoord worden.

Keuzenkamp trad in 2013 in dienst bij Movisie als teamleider Effectiviteit en Vakmanschap. Sindsdien vervulde ze verschillende rollen. In 2017 trad ze toe tot de directie van Movisie en sinds eind 2016 is Keuzenkamp - vanuit Movisie - bijzonder hoogleraar Participatie en Effectiviteit aan de Vrije Universiteit. Dit hoogleraarschap loopt door tot medio 2026, maar met ingang van januari 2025 heeft ze haar functie als wetenschappelijk directeur neergelegd en is ze met deeltijdpensioen.

Als je terugkijkt op je lange carrière bij Movisie, waar ben je dan trots op?

‘Toen ik bij Movisie kwam, was goed merkbaar dat het een fusieorganisatie was. Er was nog geen goede synergie tussen de mensen met hun verschillende vormen van expertise. Dat is enorm verbeterd. Het mooie van Movisie vind ik dat er mensen met hele verschillende competenties werken. Movisie wil er immers voor zorgen dat kennis uit wetenschap, praktijk en ervaringskennis beter wordt benut. Dan heb je mensen nodig die vanuit die drie perspectieven kunnen denken en de complementariteit van elkaars kennis en competenties weten te waarderen en benutten. Dit is in de afgelopen jaren enorm verbeterd. En dat heeft ertoe bijgedragen dat de kwaliteit van het werk is gegroeid. Er is meer balans gekomen in de onderbouwing van het werk, juist vanuit die drie kennisbronnen. En daarmee is de waarde en bruikbaarheid van ons werk voor de praktijk verbeterd.’

Afscheidssymposium: Alle stemmen horen

Op 6 maart 2025 neemt Saskia Keuzenkamp afscheid van Movisie, tijdens het symposium: Alle stemmen horen. Centrale vragen tijdens de bijeenkomst: aan wie denken we als het gaat over mensen die niet gehoord of gezien worden? Wat zit er in de weg en hoe kunnen die barrières worden overwonnen? En als we zelf wel gehoord worden, wat kunnen we dan doen om ook de niet gehoorde stem te laten klinken?

Het symposium vindt plaats op donderdag 6 maart 2025, van 14.30 uur tot 17.00 uur in de Social Impact Factory in Utrecht. 

Meer informatie en aanmelden

Jij hebt vaak gepleit voor verbetering van kwaliteit en effectiviteit van aanpakken in het sociaal domein. Hoe staat het daar nu mee?

‘Mensen die in het sociaal domein actief zijn, zijn erg bevlogen. Zij maken zich zorgen of boos over ongelijkheid, onrecht, uitsluiting en willen bijdragen aan betere ondersteuning van mensen in kwetsbare posities. De kennisbasis die hiervoor het fundament vormt is echter beperkt ontwikkeld. Zo is er wel veel wetenschappelijke kennis, maar die gaat lang niet altijd over de vraag wat werkt bij de aanpak van sociale vraagstukken. Professionals hebben kennis opgedaan tijdens hun studie en ervaring, maar er zijn te weinig prikkels en er is onvoldoende ruimte om hun kennis verder te ontwikkelen. De drang om te handelen is leidend, het zijn doeners. Overigens geldt dat zowel voor de uitvoering als voor beleidsmakers en politici. Daardoor wordt te weinig geleerd en te weinig voortgebouwd op - ook elders ontwikkelde - kennis. En betere benutting van ervaringskennis komt pas de laatste jaren meer in het vizier. De financiële middelen voor het verbeteren van het kennisfundament voor het sociaal domein en voor het bevorderen van de benutting van die kennis is heel beperkt – zeker als je dat vergelijkt met bijvoorbeeld de zorg. Het is dan ook bijzonder treurig dat het Stimuleringsprogramma Sociaal Werk door het ministerie van VWS is gestopt. Dat moest nu juist die kennis van het sociaal werk met goed onderzoek beter stutten.’

‘Versterk het kennisfundament van het sociaal domein’ 

Wat moet er gebeuren om het kennisfundament te verbeteren?

‘Het is heel belangrijk dat de energie van alle betrokkenen voor dat stimuleringsprogramma niet verloren gaat. Ik zie hier een opdracht voor alle relevante partijen: hogescholen en universiteiten, beroepsorganisaties, gemeenten, kennisinstituten. Met alles wat in hun vermogen ligt, moeten zij proberen met elkaar te werken aan versteviging van de kennisbasis en de benutting daarvan.

Maar er ligt zeker ook voor het Rijk een opdracht. Dat heeft immers de verantwoordelijkheid voor het algehele stelsel van zorg en ondersteuning. Zonder serieuze financiële impulsen zal het proces van professionalisering te traag gaan. Het is onbegrijpelijk dat wel veelvuldig wordt gesproken over het belang van het voorveld, van de sociale basis, van de nulde lijn, maar dat er geen substantiële financiële ondersteuning is voor het versterken van het kennisfundament waarop de praktijk zich kan baseren. En dat terwijl er miljoenen gaan naar kennisontwikkeling en professionalisering in de zorg.’

Portret Saskia Keuzenkamp

Foto: Fred Tigelaar

Jij hebt je de afgelopen jaren een warm pleitbezorger betoond van het inzetten van ervaringskennis en deskundigheid in het sociaal domein. Waarom is dat zo belangrijk?

‘De uiteindelijke maatstaf moet altijd zijn dat je dingen doet die echt voor mensen van betekenis zijn. Wat hebben zij nodig om een goede kwaliteit van leven te realiseren? Welke vormen van ondersteuning je ze biedt en hoe je dat doet, moet altijd worden ingegeven door hun behoeften en mogelijkheden. Het klinkt misschien tegenstrijdig met wat ik hiervoor zei, maar in zekere zin is de professionalisering toch ook doorgeschoten. Anders gezegd: er bestaat een kloof tussen leefwereld en systeemwereld. Er is een ingewikkeld stelsel van regelingen en voorzieningen opgetuigd, met allerlei bijbehorende procedures. Juist de mensen die ondersteuning het meest nodig hebben, zien vaak door de bomen het bos niet. De zeggenschap over hoe wij welke ondersteuning organiseren, moet worden teruggelegd bij de mensen om wie het gaat. Ervaringsdeskundigen kunnen daar een waardevolle rol in vervullen.’

Wat zijn volgens jou de grote uitdagingen van het sociaal domein in de komende jaren?

‘Toen ik bij Movisie kwam werken, had Kees Schuyt net zijn oratie uitgesproken, getiteld ‘Noden en wensen’. Op basis van een schets van de ontwikkeling van de verzorgingsstaat komt hij tot de conclusie dat ‘(..) het onvermogen onderscheid te maken tussen noden en wensen de achilleshiel is geworden van de verzorgingsstaat’. Het voert te ver om daar nu hier uitgebreid op in te gaan, maar zijn analyse is twaalf jaar later onverminderd van belang. Zeker ook met het Ravijnjaar in het verschiet is het zaak om terug te keren naar de vraag waar collectieve verantwoordelijkheid op zijn plaats is. Voor welke noden moeten wij als samenleving ondersteuning bieden? Ik vind dat in de discussie daarover de stem van mensen in kwetsbare posities goed gehoord moet worden. 

Een tweede uitdaging is het versterken van de kennisbasis voor sociaal werk en sociaal beleid. Dan gaat het zowel om het verzamelen en verder ontwikkelen van kennis over de aanpak van sociale vraagstukken als om het bevorderen van de benutting daarvan. En dan doel ik dus op drie kennisbronnen: wetenschappelijke, professionele en ervaringskennis. En als derde noem ik nog de mogelijke rol van kunstmatige intelligentie voor het bevorderen van kennisbenutting over ‘wat werkt’. Voor kennisinstituten als Movisie ligt daar nog een flinke opgave.’

Op 6 maart neem jij afscheid tijdens een inhoudelijk symposium ‘Alle stemmen horen’. Jij was inspirator voor dit congres. Waarom dit thema?

‘Goed gehoord worden is een fundamentele behoefte van iedereen. Het is natuurlijk ondoenlijk om met iedereen altijd eerst overal over te praten en dat hoeft ook niet. Daarvoor hebben we immers ons democratisch bestel. Er is bovendien veel aandacht voor de noodzaak om mensen de kans te geven mee te praten over zaken die hen aangaan en waarover zij zich bekommeren. Maar toch is er onvrede en voelen veel mensen zich te weinig gehoord. En hoewel we al redelijk wat kennis hebben over manieren om mensen te betrekken bij beleid en besluitvorming, zijn er nog te veel mensen die zich machteloos en niet goed gehoord voelen.

Het draagvlak voor onze samenleving is dat wij die samen vormgeven en daarbij aan iedereen recht doen. We moeten meer recht doen aan meerstemmigheid, aan verschillende perspectieven. Uit onderzoek is bekend dat het mensen niet per se te doen is om altijd hun gelijk te krijgen, maar wel dat hun stem serieus wordt genomen en meeweegt in de uiteindelijke keuzes in beleid en ondersteuning. Ik hoop dat we tijdens het symposium daarover met elkaar nieuwe inspiratie zullen opdoen.'