‘Tijd is rijp voor nieuw offensief voor samenlevingsopbouw!’

Lessen uit vierjarig project Wij in de Wijk

Op steeds meer plaatsen zie je een hernieuwde aandacht voor samenlevingsopbouw. Maar samenlevingsopbouw gaat niet vanzelf, het vraagt stevige en intelligente, streetwise investeringen van lokale overheden. Dit concludeert Movisie op basis van het vierjarig project Wij in de Wijk. Movisie bezocht voor dit project 29 lokale initiatieven in Nederland, van Heerlen tot Súdwest-Fryslân en van Pijnacker-Nootdorp tot Voorst. Bevindingen en lessen zijn vervat in casusbundels, podcastseries en videofilms.

Hoe staat het er in Nederland voor met het ‘wij’, in een tijd dat de focus in het sociaal beleid ligt op individuele hulpverlening, zelfredzaamheid en eigen kracht? En in een tijd van verhitte debatten rond thema’s stikstofbeleid, corona, asiel en migratie? Vanuit die vraag voerde Movisie de afgelopen vier jaar het project Wij in de Wijk uit. De organisatie stak zijn licht op op 29 plekken verspreid in het land, en beschreef wijkinitiatieven van inwoners, professionals en gemeenten.

Projectleider Radboud Engbersen geeft aan dat somberte over verbinding maken ongegrond is. ‘Wie de media volgt, krijgt snel de indruk dat Nederland één groot slagveld is waar het ieder voor zich is, bubbels gedijen en groepen zich in eigen schuttersputjes hebben verschanst. Maar op de lagere schaalniveaus in onze samenleving staan burgers niet met de ruggen naar elkaar en is er veel omzien naar elkaar te bespeuren. De 29 casusbeschrijvingen van Wij in de Wijk laten dat goed zien.’

Welke lessen bevat Wij in de Wijk voor het leefbaar maken van wijken en buurten?

‘Dat zijn er vele. We hebben ze beschreven in onze casusbundels en samengevat in een aantal overzichtelijke infographics. Ik zal er hier drie uitlichten. Goede accommodaties, publiek en commercieel, en buitenruimten waar mensen elkaar kunnen ontmoeten en samen activiteiten kunnen ontplooien zijn onmisbaar. Hier is echt nog een wereld te winnen. 
Daarnaast ontdekten we een herwaardering en comeback van het opbouwwerk en van opbouwwerkachtige functies. Een ‘helper’ in de vorm van opbouwwerker of een opbouwwerkachtige functionaris is onmisbaar. Zeker waar het gaat om het verduurzamen van contacten, de aandacht voor continuïteit, het leggen van contacten met moeilijk bereikbare, kwetsbare bewoners en het verbinden van verschillende groepen. 
Ten derde hebben we het grote belang ontdekt van de mogelijkheid tot bonding. Voor sommige groepen inwoners, zeker in de superdiverse wijken, is het cruciaal dat ze onder ‘onder elkaar’ kunnen zijn met gelijkgestemden, bijvoorbeeld mensen met dezelfde migratieachtergrond of in een vergelijkbare sociaaleconomische positie. De beschutting van de eigen, herkenbare groep is nodig om staande te blijven én persoonlijk te kunnen groeien en ontwikkelen. Van daaruit zien zij bovendien vaak beter kans een plek te vinden in buurt en wijk en kunnen zij overbruggende contacten met anderen te maken.’

Wat adviseer jij aan gemeenten, op grond van vier jaar Wij in de Wijk?

‘Gezien het belang van mogelijkheden voor bonding zeggen wij: maak zelforganisatie mogelijk, faciliteer zelforganisatie. En daarnaast: investeer in gemeenschapsversterking. In de juiste ontmoetingsplekken, in robuuste maatschappelijke organisaties met voldoende professionele menskracht om het omzien naar elkaar te ondersteunen en te faciliteren. Als daar sprake van is, blijkt er verbluffend veel mogelijk te zijn waar het gaat om contactlegging en verbinding. Ook voorkom je zo dat personen in een sociaal isolement belanden dan wel opgesloten blijven zitten in schrale netwerken, met alle maatschappelijke kosten van dien. De tijd is rijp voor een nieuw offensief voor samenlevingsopbouw!’

 

Bekijk de oogst van het vierjarige project ‘Wij in de Wijk'

 

Dit interview verscheen eerder in het magazine van Binnenlands Bestuur van 24 maart 2023