Het is tijd voor een structurele aanpak van de (energie)armoede

Steeds meer mensen – minima, maar ook lagere middeninkomens - komen in de problemen als gevolg van de inflatie en sterk stijgende energieprijzen. En er dreigt als gevolg van de oorlog in Oekraïne ook schaarste op andere terreinen. Het is de hoogste tijd voor structurele oplossingen.

Volgens TNO leefde 7 procent van de Nederlanders (ruim een half miljoen huishoudens) in 2020 al in energiearmoede. TNO verwachtte in 2021 dat het aantal zou oplopen naar 9 procent.

Het Nibud laat weten dat ze plat gebeld worden door mensen met allerlei inkomens die tussen wal en schip dreigen te raken en geen financiële ruimte hebben om tegenvallers op te vangen. Naast lage inkomens voor wie de € 1300,- energiecompensatie niet toereikend is, gaat het om mensen met een iets hoger inkomen die buiten deze compensatie vallen. Andere ‘nieuwe groepen’ zijn senioren, flexwerkenden, middeninkomens met een flexibel energiecontract en bedrijven en zzp’ers die niet voor ondersteuningsmaatregelen van de overheid in aanmerking komen.

Wat deze signalen des te urgenter maakt, is de waarschuwing van de energiebedrijven dat de echte ellende nog moet beginnen. Tot nu toe verkochten ze nog energie die relatief goedkoop werd ingekocht.

De echte pijnplek

Tim ’S Jongers wijst in een uitstekende column in De Correspondent op het fenomeen van armoede-taylorisme. Daarbij wordt het grote structurele probleem van armoede opgeknipt in verschillende behapbare problemen, met elk eigen kenmerken. Bijvoorbeeld mobiliteitsarmoede, menstruatiearmoede en ook energiearmoede. Armoede wordt daarbij niet als een collectief, maar als een individueel probleem gezien. Energiearmoede kan de burger zelf oplossen door ander gedrag te vertonen: korter douchen, de verwarming lager zetten en een extra trui aandoen. Precies zoals de overheid in haar meest recente campagne ‘Zet ook de knop om’ bepleit. En als de burger het nog niet snapt, kan er een energiecoach langskomen om de burger te leren hoe hij of zij op energie kan besparen.

Nu blijkt uit een recent onderzoek van de Woonbond dat huurders als reactie op de stijgende energieprijzen de verwarming allang lager hebben gezet. Van de 1310 respondenten blijken er 1209 al zuinig te leven door de verwarming lager te zetten en die trui aan te trekken. 930 mensen hebben ook maatregelen genomen zoals het aanschaffen van ledlampen en radiatorfolie. De energiecoach slaat nog niet zo aan, daar hebben maar 114 respondenten gebruik van gemaakt.

Uit dit onderzoek komt ook de echte pijnplek naar voren: 51 procent van de respondenten heeft de verhuurder gevraagd om de woning te verbeteren. Het gaat daarbij met name om het beter isoleren van de woning en het vervangen van enkel glas. 86 procent van de vragers heeft deze verbetering niet gekregen! En daarbij scoren woningcorporaties, grotere vastgoedbeleggers en particuliere huisbazen even slecht.

Huurders vormen volgens TNO de grootste categorie (87 procent) die met energiearmoede te maken hebben. Maar ook veel kopers wonen in slecht geïsoleerde woningen. Bijna de helft van de huishoudens woont in huizen die slecht geïsoleerd zijn, en lang niet iedereen heeft de middelen om zelf te verduurzamen. Ecorys voorspelde in 2019, lang voor de huidige crisis, dat 1,5 miljoen huishoudens in 2030 met energiearmoede te maken hebben.

Bij lagere inkomens is dus veelal niet het (stook)gedrag het grote struikelblok. Het zijn de omstandigheden, zoals de slechte isolatie van oude huurwoningen die tot hoge energierekeningen leiden. Ook het door de regering tijdens Prinsjesdag voorgestelde prijzenplafond en de marktconforme prijzen boven dat plafond, berust op de foutieve vooronderstelling dat gedrag bepalend is voor de hoogte van de energierekening. Je straft zo mensen in niet duurzame woningen die noodgedwongen niet onder dit plafond kunnen blijven.

Verhoging volstrekt onvoldoende

‘Het structurele probleem: te veel Nederlanders hebben geen buffer om tegenvallers op te vangen’

Dat brengt ons terug bij het structurele probleem: te veel Nederlanders hebben geen buffer om tegenvallers op te vangen. Onverwachte kosten leiden dan al snel tot financiële stress en betalingsproblemen. Volgens het Nibud had in 2019 38 procent van de huishoudens moeite om rond te komen. Een andere indicatie is de bestaansonzekerheid onder werkenden. Ruim één miljoen werkenden hebben volgens de Algemene Rekenkamer geen buffer om tijdelijk of onverwacht inkomensverlies op te vangen.

De per 1 januari 2023 voorgestelde verhoging van het minimumloon en daaraan gekoppelde uitkeringen met 10% is weliswaar een stap in de goede richting, maar gezien de huidige inflatie (14,5% in september 2022 volgens het CBS) ook volstrekt onvoldoende. The European Anti-Poverty Network (EAPN) wijst erop dat in veel Europese landen het minimumloon met meer dan 10 procent wordt verhoogd. Bovendien heeft het Europees parlement op 14 september 2022 ingestemd met nieuwe wetgeving om armoede tegen te gaan.

Onderdeel daarvan zijn nieuwe richtlijnen om het wettelijke minimum inkomen te verhogen tot 60 procent van het gemiddeld inkomen. In Nederland is dat nu 47 procent. Officieel heeft Nederland maximaal twee jaar de tijd om aan deze richtlijn te voldoen en het bruto minimumloon te verhogen van 10,14 euro (2022) naar 14 euro per uur.

Vergrijzing en stijgende zorgkosten

De hoge energieprijzen zijn niet het enige probleem dat op ons af komt. In de nabije toekomst krijgen we naast de energietransitie ook te maken met vergrijzing en stijgende zorgkosten. Het beleid van de overheid is tot nu toe om dergelijke stijgingen voor een deel van de bevolking (gedeeltelijk) te compenseren.

Dergelijke ad-hoc maatregelen zullen steeds minder voldoen. Om te voorkomen dat er bij elke (economische) tegenvaller weer een nieuw armoedefenomeen opduikt (smartphone-armoede, rollator-armoede enzovoort) is het hoog tijd voor een systematische aanpak van armoede. We hebben een structurele aanpak nodig om inkomensongelijkheid en kansenongelijkheid tegen te gaan en systemische belemmeringen weg te halen. De maatregelen die de landelijke armoedecoalitie in haar brief aan de Tweede Kamer opsomt, vormen hiervoor een goed startpunt.

Kansrijke manieren om energiearmoede tegen te gaan

Tijdens een online bijeenkomst op 22 september 2022 wisselden professionals en ervaringsdeskundigen ideeën uit over hoe we van de doekjes voor het bloeden tot een meer structurele aanpak kunnen komen om armoede tegen te gaan. De volgende goede voorbeelden kwamen aan bod:

Energiecorporaties

In Nederland zijn nu zo’n zeshonderd energiecorporaties actief. Deze organisaties hebben zich verenigd in Energie Samen, de landelijke koepel en belangenorganisatie van energiecoöperaties en andere collectieve energie-initiatieven. Deze corporaties halen de basisvoorziening energielevering uit de markt en maken burgers mede-eigenaren ervan. In tegenstelling tot de markt kunnen zij deze basisvoorziening ook op de langere termijn tegen een stabiele en redelijke prijs blijven leveren. Zij hebben geen winstoogmerk, eventuele winsten vloeien terug naar de gemeenschap.

Wit en hoogopgeleid

In de corporaties zijn nu voornamelijk witte hoogopgeleide eigenaren van koopwoningen actief. Een belangrijke vraag is dan ook hoe ook andere burgers kunnen profiteren van dit model, en bijvoorbeeld van de opbrengst van zonnepanelen? Woningcorporaties zouden huurders kunnen faciliteren bij het zichzelf organiseren en het in eigendom krijgen van panelen. Een aantal doet dit al. Sommige corporaties plaatsen panelen tegen geringe of geen vergoeding. Anderen maken gebruik van een financieringsconstructie via Wocozon of huurconstructie via Iederzon waarbij huurders een klein bedrag per maand betalen.

Ook zijn er energiecorporaties waaraan iedereen met een relatief geringe inleg kan deelnemen. Valleienergie heeft bijvoorbeeld een project waaraan vanaf 100 euro kan worden meegedaan. De gemeente Ede heeft bovendien een regeling waarbij de laagste inkomens zonder investering mee kunnen doen.

Een andere mogelijkheid zou het hergebruik van afgeschreven zonnepanelen zijn. Deze worden nu vaak vernietigd. Ze hebben een lager rendement dan de nieuwste modellen, maar zijn nog geschikt voor plaatsing op huurwoningen.

Benaderingen die winst opleveren

Wijkenergie Werkt is een sociale onderneming met Rotterdamse roots. Zij voeren in overleg met de wijkbewoners klussen uit om tot energiebesparing te komen. Zij leiden ook samen met toekomstige werkgevers bewoners op om deze klussen uit te voeren. Zo levert deze aanpak niet alleen besparingen op de energierekening op. Het genereert ook inkomen en creëert duurzame werkgelegenheid.

De FIXbrigade in Amsterdam Noord en Amsterdam Nieuw-West heeft een vergelijkbare aanpak. De fixers voeren ook kleine energiebesparende maatregelen uit die voor bewoners tot behoorlijke besparingen kunnen leiden. Dit doen ze gratis voor mensen met een laag inkomen en voor alle anderen tegen een geringe vergoeding. Daarnaast worden werkzoekenden via een leerwerktraject opgeleid, waardoor hun kansen op de arbeidsmarkt verbeteren.

Algemene maatregelen

Daarnaast kwamen de deelnemers met een aantal voorstellen om op de lange termijn de (energie)armoede aan te pakken. Genoemd werden onder andere:

  1. Terugdraaien van de privatisering van basisbehoeften, het gaat daarbij niet alleen om energie en water, maar ook om zorg en wonen.
  2. Een basisinkomen of een andere eenvoudig uit te voeren inkomensvoorziening die voldoende inkomen garandeert voor een menswaardig bestaan.
  3. Het faciliteren van woningdelen. Naast financiële besparingen biedt dit ook voordelen als het tegengaan van eenzaamheid.
  4. Energielabel bij het bepalen van de huurprijs (sterk) mee laten wegen en het tot gebrek verklaren van enkel glas.
  5. Een grotere inbreng van ervaringsdeskundigen, waarbij zij niet alleen mogen meepraten over besparingstips, maar ook gehoord worden en meebeslissen over structurele oplossingen.

Dit artikel van juli 2022 heeft in november een update gekregen.