'Toon professionele moed en wees present bij huiselijk geweld'
Professionele moed en lef bij huiselijk geweld
De aanpak van huiselijk geweld is complex. Het vraagt om grondige kennis van geweld, een goed doordachte visie en adequate instrumenten om te werken met acute en structurele onveiligheid. In de praktijk blijkt dat professionals worstelen met ongemak en dilemma’s. Het vraagt professionele moed en lef om besluiten te nemen en verantwoordelijkheid te dragen. In dit artikel kijkt Nelleke Westerveld, projectleider huiselijk geweld bij Movisie, met vier ervaringsdeskundigen naar de wereld van sociaal professionals. Wat is volgens hen nodig? En welke blik werpen zij op professionele moed en lef?
Professionele moed en lef staat voor het handelen, het nemen van besluiten en het dragen van verantwoordelijkheid in moeilijke en complexe situaties. Professionele moed betekent dat professionals handelen ondanks dat ze ongemak ervaren. Professionals twijfelen en moeten verschillende belangen en risico’s tegen elkaar afwegen. Angsten en onzekerheden bij professionals spelen bij huiselijk geweld onlosmakelijk een rol. Het hoort er als het ware vanzelfsprekend bij. Een besluit is immers nog geen garantie op succes. En omdat huiselijk geweld enorm varieert in ernst en aard, de gevolgen licht tot zeer ernstig kunnen zijn en geweld een stressreactie veroorzaakt, hebben professionals moed en lef nodig om tot handelen over te gaan.
Het lijkt erop dat we professionals vragen om stoer en dapper ten strijde te trekken. Maar hoe kijken jullie daar tegen aan?
Amal is ervaringsdeskundige. Amal betekent hoop. Ze blijft liever anoniem en komt dus niet met haar echte naam in het artikel voor. Zij geeft aan dat professionele moed en lef niet alleen gaat over dapper ten strijde trekken. Zij heeft ervaren dat hulpverleners erg bezig zijn om van vraag naar vraag het gesprek met slachtoffers en plegers te voeren. Het gesprek wordt een afvinklijst en men handelt teveel vanuit een protocol. ‘Ik mis de empathie en het gevoel van medeleven’, betoogt Amal, ‘daar moet veel meer aandacht komen te liggen en dat vraagt ook moed en lef’. Jeroen de Haan-Rissmann is ervaringsdeskundige en kwartiermaker bij Movisie. Hij vult aan dat het maatwerk is. Het gaat niet alleen over dapper en stoer interveniëren, want soms is het belangrijk om niets te doen en daarmee aan te sluiten bij het proces van mensen. Volwassenen en kinderen, die met huiselijk geweld te maken hebben, zijn vaak heel loyaal aan het gezin, hun partner of hun ouders. Te snel handelen kan weerstand oproepen of ervoor zorgen dat mensen jouw hulp en zorg gaan mijden, geeft Jeroen aan. ‘‘Het vraagt ook professionele moed en lef om niet meteen in te grijpen, maar eerst te luisteren’.
Jacqueline Stofmeel en Tjarda Reesink, beiden ervaringsdeskundige op het gebied van huiselijk geweld, zijn het roerend met elkaar eens dat de grondhouding van professionals onbevooroordeeld moet zijn. Nieuwgierig en met een open houding. ‘Mensen hebben het idee dat hulpverleners altijd alles op orde hebben. Het helpt hen wanneer hulpverleners ook laten merken dat zij bijvoorbeeld ook tegenslagen kennen. Dit zorgt ervoor dat je je ook minder gaat schamen voor je eigen situatie’, zegt Jacqueline, ‘‘daar kunnen professionals open en eerlijk over zijn,’ Tjarda benadrukt dat mensen, die met huiselijk geweld te maken hebben, enorme voelsprieten hebben ontwikkeld om de ander te scannen. Doordat ze in een gevaarlijke situatie zitten, zijn ze expert geworden in het doorgronden van de ander. ‘’En als je dan niet open en eerlijk bent’, vult Tjarda aan, ‘dan merken mensen dat direct. En dat gaat ten koste van de vertrouwensrelatie. Het vraagt moed en lef om écht in gesprek te gaan. Werk vanuit het hart-tot-hart principe en laat het vragenlijstje los’. Jacqueline beaamt dit en vertelt daarnaast dat het belangrijk is om naar de oorzaken van het geweld te kijken en het tempo van mensen te volgen.
Presentiebenadering
De presentiebenadering gaat ervan uit dat professionals hulp consequent moeten zien als relationeel. Professionals moeten zijn met de ander zodat ze goed kunnen zien en begrijpen. Uitgangspunt is de leefwereld en het perspectief van de ander. Dat staat centraal. Dat vraagt dat professionals benaderbaar moeten zijn en niet oplossingsgerichtheid moeten werken. Uit de praktijk blijkt dat veel professionals, die werken met huiselijk geweld, vaak maar één ding direct willen: het gedrag moet veranderen en het geweld moet direct stoppen. Dit wordt ook wel de reparatiereflex van de professional genoemd.
'Protocollen kunnen niet tegen écht luisteren op'
De vier ervaringsdeskundigen benadrukken het belang van present zijn bij huiselijk geweld. Maar er is veel professionele moed en lef nodig om niet in de reparatiereflex te schieten. Professionals die direct en te snel in oplossingen denken, krijgen mensen niet mee in de veranderingen. Dat kan de indruk wekken dat er sprake is van zorgmijdend gedrag. Maar, stellen ze, probeer dan eerst even een keer niets te doen. En vraag aan mensen wat ze nodig hebben. Het is daarnaast belangrijk dat professionals zich realiseren dat mensen in een stresssituatie niet alles kunnen overzien en onthouden. Het doorbreken van huiselijk geweld is complex. Mensen hebben stress door de voortdurende spanning en zijn aan het overleven. Als mensen vervolgens teveel moeten van professionals, dan krijgen ze ook stress van de hulpverlening. In het meest gunstige geval staan mensen positief tegenover de voorgestelde interventies. Maar in de praktijk blijken veranderingen een stuk moeilijker te realiseren. Het vraagt professionele moed en lef om dan present en blijvend nabij te zijn. Huiselijk geweld veroorzaakt immers ook een stressreactie bij de professional. Maar direct oplossen is niet altijd de beste oplossing.
Motiverende gespreksvoering
Als je als professional te maken krijgt met relatiegeweld, wil je vaak direct aan de slag met verandering en veiligheid creëren. In het meest gunstige geval staan mensen positief tegenover de voorgestelde interventies. Maar: in de praktijk blijken veranderingen een stuk moeilijker te realiseren. Het is bekend dat stijl van werken en houding van professionals belangrijk zijn voor het optreden van een gedragsverandering.
We weten dat een directieve, confronterende manier van gespreksvoering weerstand of verzet oproept. Een reflectieve en ondersteunende manier bij het voeren van gesprekken doet de weerstand verminderen en motivatie voor verandering versterken. Een belangrijke manier om de kans op gedragsverandering te vergroten, staat beschreven in de motiverende gespreksvoering.
Jullie geven aan dat professionele moed en lef gaat over de basishouding van professionals. Professionals moeten leren om present te zijn. Maar is dat alles? Of zijn er nog meer aandachtspunten waar professionele moed en lef voor nodig is?
Alle ervaringsdeskundigen begrijpen dat praten over huiselijk geweld spannend is en een unheimisch gevoel kan oproepen bij professionals. Maar ze benadrukken dat mensen die te maken hebben met huiselijk geweld, zelf dagelijks deze spanning ervaren. Als er voldoende vertrouwen is en schuld- en schaamtegevoelens niet worden versterkt, kunnen professionals best over huiselijk geweld beginnen. Amal beaamt dit en stelt dat professionals vooral veel meer ruimte moeten nemen om écht te luisteren. ‘Als professionals vooral aan het vermijden zijn, dan moeten ze niet aan de slag met huiselijk geweld’, betoogt Jeroen.
Praten over geweld met mensen is moeilijk. Professionals zijn bang om de relatie te verliezen, dat mensen boos worden of dat ze mensen vals beschuldigen. Ook confronteert huiselijk geweld professionals met zichzelf. Jacqueline vertelt dat veel professionals onvoldoende vragen durven te stellen. Niet aan plegers én niet aan slachtoffers. ‘Maar’, betoogt Jacqueline, ‘net die ene spiegelende vraag kan aanzetten tot verandering’. Het is belangrijk om niet te wachten tot er allerlei bewijzen zijn. Het gesprek kan geopend worden door zorgen uit te spreken en te vragen aan betrokkenen wat er speelt. Daarbij is het belangrijk dat professionals durven te normeren en in het gesprek het grensoverschrijdend gedrag kunnen benoemen. Jeroen heeft in zijn eigen geschiedenis hulpverleners meermaals timide zien afdruipen, geïntimideerd door de pleger. Maar als zij niets durven te zeggen, dan laten ze slachtoffers aan hun lot over. Die ene vraag is van levensbelang. Tjarda beaamt hoe belangrijk het is dat professionals het gesprek aangaan. Een slachtoffer verlegt voortdurend normen en grenzen om te overleven. En, vertelt Tjarda, slachtoffers hebben dan ook vaak geen idee meer wat ze wel en niet kunnen accepteren. Door huiselijk geweld ben je volledig uit balans. Het is dan enorm belangrijk dat professionals normeren.
Normstellend kader
Een professional moet dus zowel op zijn handen kunnen zitten én tegelijkertijd het zien als er iets ernstigs aan de hand is en er direct gehandeld moet worden. Dat betekent dat professionals over veel kennis over huiselijk geweld én onveiligheid moeten beschikken. Dit klinkt simpel, maar is in de praktijk complex. Opvattingen over wat huiselijk geweld en onveiligheid is, zijn vaak sterk afhankelijk van eigen ervaring en persoonlijke waarden en normen. Wat de ene professional als grensoverschrijdend gedrag ziet, wordt door de andere professional als normaal beschouwd. Uit de praktijk blijkt dat het extra lastig is om grensoverschrijdend gedrag zoals verwaarlozing, intimidatie en chantage te duiden. Het is daarom allereerst belangrijk om duidelijk en eenduidig te formuleren wat grensoverschrijdend gedrag is. Een normstellend kader, zoals bijvoorbeeld RelatieWijs, kan hierbij helpen.
Naast present zijn én het gesprek durven voeren, wat gunnen jullie mensen die met huiselijk geweld te maken hebben, nog meer?
Amal is van mening dat als professionals écht luisteren naar mensen en dan doen wat nodig is, ze ook beter buiten de kaders durven te werken. ‘Protocollen kunnen niet tegen écht luisteren op’, zegt ze. Tjarda vult aan dat als mensen in de penarie zitten, hulpverleners soms de weg moeten wijzen. Maar, vult ze aan, begin met één stap uit de puzzel. Alle puzzelstukjes zijn te overweldigend en teveel. Jacqueline knikt en bevestigt dat ook de vraag aan mensen zelf kan helpen. ‘Vraag ook gewoon waar je mee kan helpen’, zegt ze, ‘veel mensen weten dat zelf dondersgoed. En creëer ook voorspelbaarheid, dat geeft veiligheid. Zeg wat je doet en doe wat je zegt, dat helpt’. En, sluit Jeroen het interview af, ‘vermijd het gesprek niet, maar ga met iedereen afzonderlijk in gesprek. Jouw vraag maakt soms net dat verschil’. Professionele moed en lef van professionals werkt aanstekelijk. Het maakt mensen zelf ook sneller moedig om iets aan de situatie te veranderen.