Transitie jeugdzorg kans om het echt anders te doen

Ondanks alle politieke onrust is er één transitie onomstreden: de transitie van de jeugdzorg. We kennen allemaal de verhalen over falende jeugdhulpverlening, over kinderen en ouders die vermalen worden in de bureaucratie en de soms gekmakende zoektocht naar de juiste hulp. Het moet anders, maar hoe?

De transitie van de jeugdzorg gaat over alle kinderen en jongeren tot 18 jaar (4,5 miljoen) en hun ouders of opvoeders. Naar schatting vijftien procent van deze kinderen en jongeren doen op enig moment een beroep op een specifieke jeugdzorgvoorziening. Bij de transitie zijn veel partijen betrokken die met jeugdigen te maken hebben: jeugdzorg, welzijn, onderwijs, kinderopvang, sport, cultuur, verenigingsleven, vrijetijdsbesteding.

Géén kind buiten spel

Uitgangspunt voor de herziening van het jeugdzorgstelsel is dat alle jeugdigen in Nederland gezond en veilig moeten kunnen opgroeien, hun talenten kunnen ontwikkelen en naar vermogen kunnen meedoen. Ouders zijn hiervoor eerst verantwoordelijk. De overheid komt in beeld als dit niet vanzelf gaat. Dan moet het jeugdstelsel snel, goed en op maat functioneren: géén kind buiten spel! De bestuurlijke en organisatorische transitie moet de voorwaarden creëren voor de transformatie: de inhoudelijke vernieuwing van de jeugdzorg. Daarbij gaat het om het veranderen van gedrag, cultuur, werkwijzen en het omgaan met elkaar bij burgers, professionals, instellingen en gemeenten om de gewenste verandering te effectueren.

Overheveling van middelen

Allereerst vindt de feitelijke transitie plaats. Dit betreft de overheveling van middelen van Rijk en provincies naar gemeenten en de daarbij behorende wetswijzigingen en organisatorische veranderingen. In het voorstel voor de nieuwe Jeugdwet krijgen gemeenten per 1-1-2015 de verantwoordelijkheid voor de beschikbaarheid van jeugdhulp en de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering. Deze verantwoordelijkheid omvat het verzorgen van een positief opvoed- en opgroeiklimaat, preventie en vroegsignalering tot en met de zware gespecialiseerde zorg en hulp in het gedwongen kader. De jeugdzorg moet daardoor niet alleen effectiever, maar ook efficiënter georganiseerd worden: de decentralisatie gaat gepaard met tien procent reductie van het totale budget.

Invoering passend onderwijs

Daarnaast hebben ook de ontwikkelingen rond het passend onderwijs grote gevolgen voor de zorg voor de jeugd in de toekomst. Met de invoering van de nieuwe wetgeving per 1 augustus 2012 wordt de scherpe scheiding tussen regulier en speciaal onderwijs opgeheven. Via afstemming tussen het onderwijs en gemeenten en lokale zorgpartners moet er uiteindelijk meer maatwerk in het onderwijs komen. Overigens wordt bij de invoering van het passend onderwijs tien procent op het budget bezuinigd.

Wat moet anders?

Om een werkelijke transformatie te bewerkstelligen, moeten burgers, professionals, organisaties en gemeenten kinderen en jongeren fundamenteel anders gaan benaderen. Probleem- en risicodenken mogen niet langer leidend zijn, maar de vraag naar hoe een goede ontwikkeling van jeugd er uit ziet en wat daarvoor nodig is. De ontwikkeling van kinderen en jongeren in de verschillende domeinen (cognitief, motorisch, sociaal emotioneel, cultureel en moreel) wordt beïnvloed door veel factoren. De bronnen voor een positieve ontwikkeling zijn te vinden in het gezin, in de buurt, in de klas en op school, maar ook in de stad of zelfs de maatschappij. Het is de kunst om deze op te sporen en deze verder te ondersteunen of stimuleren.

Kansen

  • Begin bij de basis en biedt kinderen een goede start. Dit vraagt om investeringen in een gezonde ontwikkeling in de eerste levensjaren en de voorzieningen die daarbij een rol spelen, zoals de ouders, speelvoorzieningen en kinderopvang.
  • Zorg dat ouders op een positieve manier aangesproken worden op hun verantwoordelijkheid en stimuleer initiatieven waarin ouders elkaar onderling steunen en helpen bij opvoedingsvraagstukken.
  • De transitie biedt de kans om meer oog te hebben voor het stimuleren en faciliteren van de zogenaamde pedagogische civil society. Een krachtige pedagogische civil society houdt in dat ouders, verzorgers, professionals en vrijwilligers bereid zijn om in hun eigen sociale netwerken en in het publieke domein de verantwoordelijkheid rond het opvoeden en opgroeien van kinderen met elkaar te delen. Vrijwilligersinitiatieven op het terrein van opvoeding, leefbaarheid en vrijetijdsbesteding kunnen daarbij belangrijke partners worden. Helaas zitten zij nu vaak niet aan tafel als gesprekspartner als het gaat om de transitie jeugdzorg. Hoogste tijd dus om ze uit te nodigen! Succesvolle voorbeelden zijn bijvoorbeeld te vinden bij de Eigen Kracht Centrale waarmee het eigen netwerk gemobiliseerd wordt. Denk ook aan opvoedparty’s of de meeleefgezinnen waarbij vrijwilligers hulp bieden aan ouders met een psychiatrische problematiek.
  • Bevorder participatie en talentontwikkeling bij jeugd en jongeren. Betrek ze bij de samenleving in brede zin en geef ze daarin de ruimte om op hun eigen wijze en binnen hun eigen mogelijkheden een bijdrage te leveren en waardeer die. Dit biedt kansen voor verdergaande samenwerking tussen voorzieningen in de jeugdzorg, onderwijs en bijvoorbeeld het jongerenwerk of de sport die veel ervaring hebben met talentontwikkeling bij jongeren. Zoals in projecten over talentontwikkeling waarbij scholen en bedrijfsleven samenwerken of de maatschappelijke stages waarbij leerlingen uitgedaagd worden om zich in te zetten voor een maatschappelijke organisatie en zo hun grenzen verleggen en talenten ontdekken.
  • De transformatie biedt de kans om vanuit verschillende voorzieningen en instellingen meer effect te bereiken met de inzet van minder middelen. De grens tussen professionele voorzieningen en vrijwillige inzet zal diffuser worden, maar ook tussen voorzieningen onderling. De verdergaande samenwerking en afstemming met anderen zal gefaciliteerd en zelfs gestimuleerd moeten worden door organisaties en gemeenten. Succesvolle voorbeelden zijn: Alert4you (samenwerking tussen kinderopvang en jeugdzorg) en Buurtzorg Jong (hulp vanuit kleine zelfsturende teams). Het kind en het gezin centraal zetten, kan leiden tot een meer effectieve aanpak van eventuele problemen omdat er maatwerk geleverd wordt.

Al deze kansen kunnen alleen verzilverd worden als de overheid en instellingen bereid zijn om professionals, vrijwilligers en burgers meer handelingsruimte te geven en knellende regelgeving en handelingsprotocollen terugdringen. Het moet gaan om vertrouwen en steun in plaats van wantrouwen en controle. Dat betekent een cultuurverandering waar we samen de schouders onder moeten zetten, in het belang van onze jeugd!

Dit artikel is gepubliceerd in MOVISIES 15, november 2012. MOVISIES is de relatiekrant van MOVISIE en verschijnt drie keer per jaar. MOVISIES ook bij u in de brievenbus? Meld u nu aan!