‘Veel dove mensen zeggen dat ze nooit meer zo’n fijne bubbel hebben meegemaakt’

Gay Games was echt een unieke ervaring herinnert gebarentaalwetenschapper Joni Oyserman zich. ‘Op het gebied van de inzet van gebarentaaltolken was Gay Games Amsterdam 1998 echt een mijlpaal. Het was uniek. Voor het eerst zeiden mensen: “Help, ik kan niet kiezen. Er zijn te veel toegankelijke evenementen! Ik kan hier naartoe, maar ook daar en daar naartoe. Waar moet ik beginnen?”’

Wat is je mooiste herinnering aan de Gay Games?

Joni: ‘Nou, ik heb er een aantal. Het feit dat er zoveel internationale doven waren in het team en om daarmee samen te werken. Het hele warme gevoel in het team. Mensen die samenwerkten om er met zijn allen een succes van te maken. De voorbereidingen, de overleggen, het luisteren naar elkaars verhalen. We stroopten met zijn allen de mouwen op en linksom of rechtsom: we kregen de dingen voor elkaar. Dat was een super ervaring. Ik heb eigenlijk na de Gay Games nooit meer datzelfde ervaren.’

(Tekst gaat verder onder de afbeelding.)

Joni maakt gebaar

Joni Oyserman

Hoe zag je leven er toen uit?

Joni, lachend: ‘Dat is lang geleden, dus ik moet er even over nadenken. Ik was in die tijd 23, 24 jaar oud en studeerde op de Hogeschool Utrecht voor docent Nederlandse gebarentaal. Die opleiding voor zowel tolken als docenten gebarentaal is in 1997 begonnen en was in Nederland behoorlijk uniek. Ik zat in de pilotgroep. In die tijd woonde ik in een studentenkamer in Amsterdam en was ik aan het sporten. Vanuit het Roze Gebaar, de Rainbow Coalition voor dove mensen, waren er regelmatig bijeenkomsten en daar kwam iemand binnenlopen die vertelde dat de Gay Games naar Amsterdam kwamen en dat er dove mensen als vrijwilliger nodig waren. Dat was Maloush Köhler, die zelf horend is. Ik dacht: leuk, waarom niet, en stak mijn hand op en zo is het balletje gaan rollen.’

Ervaringsverhalen over Gay Games Amsterdam 1998

Volgend jaar is het 25 jaar geleden dat Gay Games Amsterdam 1998 plaatsvond, een mijlpaal in de Roze Revolutie. We kijken terug samen met vrijwilligers, deelnemers en bezoekers op dit evenement. Paul van Yperen legt hun ervaringen vast en vraagt Movisie-experts Hanneke Felten en Simon Timmerman wat we daar nu van kunnen leren. Fotografe Marian Bakker zoekt foto’s uit haar archief en Mariët Sieffers maakt nieuwe portretten. Op 1 augustus 2023 ronden we dit storytelling project met in totaal 25 ervaringsverhalen af als bijdrage aan de viering van Gay Games Amsterdam 1998-2023. Heb je ook mooie herinneringen aan de Gay Games? In 2022, tijdens de Prideweek is bij IHLIA in het OBA in Amsterdam de mini-tentoonstelling Herinneringen aan Gay Games Amsterdam 1998 te zien. Bekijk ook de website Herinneringen aan Gay Games Amsterdam 1998 van IHLIA LGBTI Heritage en de Initiatiefgroep Gay Games Amsterdam 1998-2023.

Uit de Collectie van IHLIA LGBTI Heritage.

‘Ik had geen benul hoe groot het evenement zou worden en wat het zou gaan inhouden. In die tijd hadden we nauwelijks internet, e-mail kwam net op, geen mobiele telefoons. Alle communicatie ging vooral via papieren nieuwsbrieven, face-to-face contacten of per fax, dus dove mensen liepen achter qua informatievoorziening. Dus Gay Games? Tsja, ik ben lesbisch, maar ik had er geen duidelijk beeld van. We keken de kat uit de boom. Uiteindelijk hebben we een hele grote groep dove vrijwilligers voor de Gay Games bij elkaar gekregen, maar dat was een behoorlijk langdurig proces.’

Waarop was die drempelvrees gebaseerd?

‘Gebrek aan gelijkwaardigheid, gebrek aan het ervaren van gelijkwaardigheid. In die tijd waren veel doven lager opgeleid. Inmiddels zijn er gelukkig veel meer hoogopgeleide doven maar destijds was de situatie heel anders. De basishouding van veel doven was: dat soort dingen kan ik niet. Intussen is er heel veel veranderd, maar we zijn nu nog steeds niet gelijkwaardig: op het gebied van communicatie, op het werk, qua opleiding, qua toegankelijkheid. De dovenwereld ziet er nu ook heel anders uit dan destijds. We hadden veel face-to-face contact in dovenclubs en dovencafés. We zaten heel erg in onze eigen bubbel. Intussen ziet die bubbel er anders uit. Er zijn steeds meer doven die in het regulier onderwijs les hebben gehad. De ouderwetse dovenscholen en -internaten zijn aan het verdwijnen of zijn al verdwenen. In de dovenschool in het noorden heb je nog een havoklas, maar 90% van de doven zitten nu in het regulier onderwijs.’

(Tekst gaat verder onder de afbeelding.)

: Joni Oyserman, Kere van der Veer en Maloush Köhler - zwart wit

Van onder naar boven: Joni Oyserman, Kere van der Veer en Maloush Köhler, gemaakt door Marian Bakker (1998).

Was het leuk om in zo’n warm bad als de Gay Games terecht te komen?

‘In 1995-1996 heb ik gebackpackt in Australië en Nieuw-Zeeland en in Sydney maakte ik de Mardi Gras mee. Dat was voor mij de eerste keer en mijn mond viel open. Wat is dit voor bijzonders? Al die mensen! Die ervaring nam ik mee naar Amsterdam, dus toen Maloush om vrijwilligers vroeg had ik wel een plaatje in mijn hoofd van die Mardi Gras in Australië. Het zou wel eens heel groots kunnen worden.’

Ging je zelf als deelnemer meesporten?

‘Nee, daar had ik geen tijd voor. Het was zo druk. We waren 24 uur per dag continu bezig met dingen regelen en doen in het Special Needs-programma. Daarin waren onderdelen voor accessibility, voor doven, voor blinden, voor rolstoelgebruikers. Wij waren als sectie Deaf Access binnen Special Needs verantwoordelijk voor de toegankelijkheid van dove deelnemers. We organiseerden bijvoorbeeld trainingen voor de scheidsrechters over toegankelijkheid zodat zij bijvoorbeeld bij het zwemmen lichtsignalen gebruikten in plaats van fluitjes. We regelden de tolkeninzet en zetten workshops op voor tolken. We hadden vier gebarentalen: de Nederlandse Gebarentaal, International Sign, BSL (British Sign Language) en ASL (American Sign Language). We bekeken het programma op hoeveel tolken er bij een evenement ingezet moesten worden: soms wel vier per keer.
Een van de topevenementen was de Rocky Horror Show in Carré. In die voorstelling hebben we vier tolken geïntegreerd. Dat was uniek - nog nooit eerder zo gebeurd. De organisatie van de Gay Games zelf stond hier super open voor en vroeg: “Kunnen jullie dit regelen?” We dachten: waarom niet, en hebben de kostuums geregeld. Alles kon. We hebben een week lang kunnen experimenteren. Wat konden we ook tijdens die week nog veranderen? Van die ervaring hebben we heel veel geleerd voor latere evenementen. Hoe zet je een tolk in, hoe bouw je een systeem daarvoor op. Het heeft enorm veel bijgedragen aan de zichtbaarheid van de tolkenvoorziening in Nederland.’

(Tekst gaat verder onder de afbeelding.)

Joni Oyserman en Maloush Köhler in gesprek

Joni Oyserman en Maloush Köhler in gesprek en Fons Kenkhuis kijkt toe in Filmtheater Rialto tijdens een persconferentie van de Gay Games, december 1996, gemaakt door Marian Bakker.

Hoe reageerde de dovenwereld?

Joni: ‘Dove mensen waren niet gewend dat zoveel evenementen communicatief voor hen toegankelijk waren. Op basis van eerdere ervaringen was de eerste gedachte automatisch: ik kan er wel naartoe gaan maar ik kan het toch niet volgen. Als ik dan zei: “Maar we hebben tolken ingezet”, dan reageerde men eerst: “Bij welk evenement dan?” “Elke dag wel ergens!” Dan was de reactie een beetje sceptisch: “Echt waar?” En dan kwam langzaam de reactie van: “Dat wil ik wel eens zien.” En toen de eerste mensen kwamen was de reactie: “Wow!” De kwaliteit van het tolken was een ander verhaal - het wisselde sterk en daar waren ook opmerkingen over - maar wat een hoeveelheid aan evenementen met tolken! We mogen er zijn, we horen erbij. Daardoor werden we gelijkwaardig. Althans, een beetje minder ongelijkwaardig.’

‘Ook veel dove hetero’s vonden het achteraf een heel warm evenement en hadden zich heel welkom gevoeld. Ze voelden dat er niet op ze neer werd gekeken en op de toegankelijkheid werd heel positief gereageerd. Veel dove mensen zeggen dat ze nooit meer zo’n fijne bubbel hebben meegemaakt. Ja, het was een bubbel en daarna is het dagelijkse leven weer teruggekeerd. Het leven zoals het daarvoor was.’

Wie is Joni Oyserman?

Joni Oyserman doet promotieonderzoek aan de Universiteit van Leiden naar gebarentaallinguïstiek, onderwijs en de geschiedenis van gebarentaal. Daarnaast heeft zij een eigen bedrijf dat trainingen verzorgt voor docenten en tolken gebarentaal, advies geeft en materialen/curriculum ontwikkelt. Sinds kort zit zij ook in het Adviescollege voor het Ministerie van Binnenlandse Zaken over het implementeren van het VN Verdrag Handicap op gemeentelijk, provinciaal en landelijk niveau. Joni: ‘Er staan nog veel vragen open, zoals de tolkenvoorziening in Nederland: waar kunnen tolken worden geïntegreerd als onderdeel van politiek beleid in de maatschappij? Daar valt nog heel veel werk te verzetten.’

Portretfoto Joni Oysterman

Portretfoto Joni Oyserman door MacSiers Imaging.

Hoe moeten we volgend jaar de Gay Games herinneren?

Joni: ‘Laten we zichtbaar maken hoe gelijkwaardig de Gay Games waren. De vriendelijke sfeer dat iedereen er mocht zijn, dat er geen hokjes waren, dat het vanzelfsprekend was dat iedereen zichzelf kon zijn. Terwijl in de dagelijkse maatschappij die hokjesgeest natuurlijk sterk meespeelt. Er waren veel tolken waarmee het heel leuk samenwerken was. Het was een super positief event waar nauwelijks tot geen signalen van discriminatie zijn geweest. Misschien idealiseer ik het achteraf en die gelijkwaardigheid hebben we nog steeds niet bereikt maar de Gay Games waren een mooi voorbeeld van hoe het zou kunnen zijn. Ik hoop dat we dat ons blijven herinneren en niet vergeten.’

Er waren 100 dove deelnemers en daar bovenop nog eens 150 dove bezoekers. Dat was een heel mooi resultaat van jullie werk.

Joni: ‘Ja, het was groot. In een week zijn er meer dan 250 tolkuren ingezet.’

Wat zou je een doof, lesbisch meisje van 24 van nu willen meegeven?

Joni: ‘Mooie vraag. Ik zou mijn vroegere ik willen meegeven: probeer je nog meer te verplaatsen in andere mensen. Ik denk dat we nog niet genoeg geleerd hebben om empathisch te zijn. Ik heb deze ervaring met de Gay Games gehad en ik hoop dat jij ook dergelijke ervaring zult hebben. Ik hoop dat je begrip tegenkomt in het leven. Tijdens de Gay Games gingen allerlei kastdeuren open maar in mijn eigen wereld waren nog wel wat knelpuntjes.’

Heeft die week je geholpen om daar opener over te worden?

Joni: ‘Achteraf wel, maar niet meteen. Het is wel een onderdeel van mijn leerproces geweest.’

Reacties van Movisie-experts Simon Timmerman en Hanneke Felten

Simon Timmerman

‘Wat mooi om te lezen dat er tijdens Gay Games Amsterdam 1998 al zo actief werd nagedacht hoe een evenement zo inclusief mogelijk kan zijn. Naast dat bezoekers zich identificeerden als lhbti+ persoon werd er ook rekening gehouden met een auditieve beperking. Door de inzet van vele tolken lukte het om ook voor hen inclusief te zijn. Super belangrijk, want dan voelen mensen zich gezien en erkend. In mijn werk voor Regenboogsteden zie ik steeds vaker dat het lukt om diverse kenmerken van mensen, naast bijvoorbeeld lhbti+ zijn, te verbinden. Zo wordt er momenteel gewerkt aan een nieuwe handreiking over lhbti+ personen met een beperking. Ook voor mensen die evenementen of activiteiten is het goed om na te denken wat ze kunnen doen om zo toegankelijk mogelijk te zijn. Dat willen we zelf ook. Op 14 oktober a.s. organiseren wij het Congres Regenboogsteden 2022 in Jaarbeurs Utrecht. Naast dat je als organisator kunt checken of een locatie toegankelijk is voor bijvoorbeeld rolstoelgebruikers, kun je ook actief inventariseren wat er nodig is. Bij aanmelding vragen wij aan deelnemers of zij nog specifieke wensen hebben op het gebied van toegankelijkheid. Op deze manier kunnen we ervoor zorgen dat iedereen zich welkom voelt op ons congres.’

Hanneke Felten

‘De Gay Games liep op het terrein van toegankelijkheid echt voorop! Een voorbeeld voor organisaties toen, maar ook nu kunnen organisaties nog veel hiervan leren. Ik hoop dat dit mooie artikel eraan bijdraagt dat de beweging in Nederland die strijd tegen validisme en de beweging die strijd tegen lhbti+-discriminatie meer met elkaar gaan optrekken. Validisme is de term die wordt gebruikt voor de vooroordelen, stereotiepe beelden, stigmatisering en discriminatie in onze samenleving ten aanzien van mensen met een beperking. Vorig jaar onderzocht ik met collega’s wat werkt tegen validisme ten aanzien van mensen met een fysieke beperking en er blijken veel overeenkomsten te zijn met wat werkt in de aanpak van lhbti+-discriminatie. Zo werkt het in beide gevallen om de ervaringsverhalen van de mensen die deze vormen van discriminatie overkomen, centraal te zetten, er kennis van te nemen en je er in te leven in hen. Tegelijkertijd moeten we ook niet doen alsof je als horend persoon weet hoe het is om doof te zijn. Regelmatig proberen goedbedoelde simulaties de ervaringen van mensen met een beperking na te bootsen. Bijvoorbeeld door mensen (die kunnen zien) een blinddoek om te doen, zodat zij zogenaamd ervaren hoe het is om blind te zijn. Of door mensen die kunnen lopen in een rolstoel door een stad te laten gaan. Uit de wetenschappelijke literatuur komt naar voren dat dit vaak geen vooroordelen vermindert. Hoewel het wel de empathie kan vergroten, heeft zo’n actie zoveel ongewenste negatieve effecten, dat het eindresultaat vaak niet positief is. Mensen die kunnen zien en met een blinddoek gaan rondlopen ervaren dit als ‘heel erg heftig’ en de afstand ten aanzien van mensen die blind zijn, neemt dan juist toe in plaats van af. Effectiever is om kennis te nemen van de verhalen van ervaringsdeskundigen zelf. Ik hoop ook dat dit mooie verhaal van Joni hieraan bijdraagt.’

Foto’s: Marian Bakker (1998) en MacSiers Imaging (2022)
Tekst: Paul van Yperen