Veertien nieuwe koplopers cliëntondersteuning aan de slag

Op 21 november pitchten 14 nieuwe koplopergemeenten in het gemeentehuis van Almere over hun aanpak en ambities voor cliëntondersteuning. Cliëntondersteuning helpt inwoners passende zorg en voorzieningen te regelen. Koplopergemeenten zijn gemeente die de ambitie hebben hier vorm aan te geven.

Gemeenten worstelen nog met diverse vragen rondom cliëntondersteuning. Waar begint en eindigt de cliëntondersteuning? Hoe maken cliëntondersteuning bekend bij de inwoners? Wanneer pakt een professional taken op en wanneer een vrijwilliger? Dat is waar koplopergemeenten mee aan de slag gaan. Dat doen ze niet alleen, maar vaak samen met ervaringsdeskundigen, vrijwilligers en professionele organisaties die cliëntondersteuning bieden en vertegenwoordigers van de inwoners/cliënten. Uiteindelijk geven zij ‘het stokje’ over en dragen kennis over aan andere gemeenten.

Thumbnail

Het project Koplopers Cliëntondersteuning is een initiatief van gemeentekoepel VNG, in samenwerking met Ieder(in) en de Koepel Adviesraden Sociaal Domein, met financiering van het ministerie van VWS. Movisie ondersteunt het project. Het is een vervolg van het Koploperproject cliëntondersteuning vorig jaar.

Het kan in Almere

Jerzy Soetekauw is wethouder Wmo in Almere heette alle deelnemers welkom. Gemeente Almere is een van de eerste serie van 14 koplopers die vorig jaar gestart is. ‘In Almere zeggen we altijd: het kan in Almere, zo zijn we ook aan de slag gegaan’. Volgens Soetekauw gaat cliëntondersteuning verder waar het wijkteam stopt. ‘Zij helpen eigen regie te houden voor hen voor wie de moeilijke taal van professionals soms niets zegt.’ In Almere is een ‘OCO-pool’ ontstaan die bestaat uit ervaringsdeskundige die los staan van het wijkteam. ‘We stellen ons open om van ons te leren, maar we staan nadrukkelijk ook open om van jullie te leren’.

Lees ook over methode Jet

Movisie

Anne-Marie van Bergen, projectleider van het koploperproject bij Movisie blikt terug op het eerste koploperjaar 2017-2018. Wat hebben we geleerd? Zij geeft een aantal kwesties aan, waar de eerste koplopers zich mee bezig hebben gehouden. Eenduidige antwoorden zijn er (nog) niet; dat kan ook niet vanwege de grote diversiteit in inrichting van het sociaal domein bij gemeenten. Wat belangrijk is, is dat in het gesprek van gemeente met vertegenwoordigers van inwoners en aanbieders van cliëntondersteuning een praktijk in ontwikkeling is, die lokaal goed werkt.

Kabinet stelt €55 miljoen beschikbaar

‘Dat stond in de brief van 12 juli 2018 aan de Tweede Kamer’ aldus Jelle Rauwerdink, Programmamanager cliëntondersteuning bij het Ministerie van VWS, die in een presentatie de aanpak vanuit het ministerie toelichtte. Rauwerdink geeft aan dat het zowel een opgave betreft voor gemeenten (cliëntondersteuning Wmo2015) als voor zorgkantoren (cliëntondersteuning Wlz). Er zijn veel opgaven rond cliëntondersteuning. De voornaamste vier doelen waar nu aan wordt gewerkt zijn:

  1. Betere bekendheid bij cliënten, naasten en/of wettelijk vertegenwoordigers vooral eerst bij alle ‘toegangsprofessionals’.
  2. Betere vindbaarheid, door het dichtbij de toegang te organiseren (let op: onafhankelijkheid behouden)
  3. Betere kwaliteit, o.a. door meer deskundigheid/specialisatie en aansluiting tussen informeel en formeel.
  4. Meer inzicht in wie nu exact welke cliëntondersteuning waarom en wanneer nodig heeft en een overzicht van het bestaande ondersteuningsaanbod (in brede zin)

Bekijk de presentatie van VWS

Het belang van vroeg inzetten Cliëntondersteuning

Ilya Soffer is directeur bij Ieder(in). Zij geeft aan dat het om mensen zo goed mogelijk mee te laten komen in de samenleving belangrijk is cliëntondersteuning vroeg in te zetten en mee laten bewegen met leven, zeker bij mensen met levenslange beperkingen. Zij ziet dat er heel veel vormen van cliëntondersteuning zijn, maar vindt dat niet bij voorbaat verkeerd. ‘Er zijn wel 30 termen voor vormen van cliëntondersteuning. Het zou goed kunnen dat deze ook allemaal nodig zijn. Dat kunnen we met elkaar uitpluizen.’ Verder stelt ze dat onafhankelijkheid nodig is om zeker te zijn dat de cliëntondersteuner echt naast iemand staat en in diens belang meedenkt, zonder hinder van de belangen van de financier of van de organisatie die zelf hulp of diensten verleent.

Maak kennis met de Koplopergemeenten

Na deze inspirerende en toelichtende presentaties, volgden de korte pitches van de nieuwe koplopers. Deze nieuwe editie van het Koploperproject is een vervolg op de eerste ronde koplopers vorig jaar. De nieuwe koplopers dit jaar zijn: Alkmaar, Breda, De Wolden, Dordrecht, Gouda, Heeze-Leende, de Oosterschelderegio, Putten, regio Twente, Roosendaal, Teylingen, Tilburg, Veldhoven en Voorst.

Thumbnail

Deze veertien gemeenten stelden zichzelf en hun ambitie rondom cliëntondersteuning voor. ‘Volgens ons idee is grootste uitdaging om cliëntondersteuning voldoende laagdrempelig beschikbaar maken’ ‘We zijn ervan overtuigd dat cliëntondersteuning bijdraagt kwalitatief betere zorg’ begint Gemeente Tilburg. Gemeente Putten stelt een nieuwe term voor: ‘Iedereen kan van de een op de andere dag in een situatie komen, dat vragen oproept. Daarom stellen wij een nieuwe term: onafhankelijke inwoner ondersteuner. Want inwoners en cliënten zijn niet gelijk. OIO dus, niet OCO!’

Andere gemeenten droegen aan dat het belangrijk is om te luisteren naar behoeften en ook zeker niet van alleen de gemeente te werken maar actief de samenwerking op te zoeken met lokale partijen en organisaties.

Alle gemeenten kregen van Hans Hobijn, cliënt en cliëntondersteuner van Almere een van de estafettestokjes die symbool staan voor kennisoverdracht.

Opbrengsten Open Space

Tenslotte deelden de deelnemers ideeën met elkaar uit over zes verschillen vraagstukken. Dit zijn de opbrengsten:

  • Zorg voor bekendheid bij cliënten zelf maar ook bij de professionals. Start dan bij de plekken die we allemaal kennen, zoals de huisarts,  een buurthuis of de POH-ers.
  • Levensbreed betekent: alle levensgebieden zoals we die binnen het sociaal domein benoemen, levenslang en met speciale aandacht voor life-events. Sluit bij voorbaat geen zaken uit en ga steeds het gesprek aan.
  • Hoe meten we de kwaliteit van cliëntondersteuning? Laten we ruimte maken om dit samen te onderzoeken.
  • Het gevaar van richten op specifieke doelgroepen is dat er nieuwe schotten kunnen ontstaan. Laten we dat vermijden. Kennis en houding tegenover de verschillende doelgroepen is echter belangrijk.

koploper-clientondersteuning-2018-2

*Fotografie: Mladen Pikulic