De veranderende verhouding tussen overheid en burgers

Deel 6 van 'De toekomst van cliëntenparticipatie'

De overheid trekt zich terug en vraagt van de burger meer onderlinge steun en zorg voor elkaar. Dit betekent dat de burger ook ruimte neemt en krijgt om eigen initiatieven te ontwikkelen en dat de overheid een meer faciliterende rol aanneemt en steeds meer taken loslaat. Een begrip dat in de lijn van deze ontwikkelingen ligt is de ‘doe-democratie’. Hoe kunnen gemeenten, burgers/cliënten en Wmo-raden omgaan met deze veranderende verhoudingen waarvan de doe-democratie één van de illustraties is?

Meedenken, meedoen en meebeslissen

Door de troonrede tijdens Prinsjesdag 2013 werd de participatiesamenleving als begrip ineens landelijk nieuws. De ontwikkeling van de participatiesamenleving is echter al jaren aan de gang. Al lange tijd worden onderzoeken en adviezen geschreven over de veranderende verhoudingen tussen overheid en burgers. De verticaal georganiseerde overheid maakt langzaam plaats voor meer horizontale verhoudingen tussen burgers en overheid.

Enerzijds is er sprake van een representatieve democratie in de vorm van een gemeentebestuur. Anderzijds is er de participatieve democratie van actieve burgers in een samenleving. In onderstaand vliegwiel heeft Movisie drie ‘werelden’ in beeld gebracht die bestaan tussen de representatieve en participatieve democratie, om te laten zien hoe ze elkaar in de participatiesamenleving gaan raken. Het gaat om de wereld van het meedoen (de lokale initiatieven die burgers nemen in hun eigen omgeving), de wereld van het meedenken (Wmo-raden, wijkplatforms, WWB-raden) en de wereld van het meebeslissen (de lokale gemeentelijke politiek). Met elkaar kleuren zij de participatiesamenleving, waarin de overheid terugtreedt en ruimte geeft aan burgers om zelf te ‘ondernemen’ en naar elkaar om te zien.

De figuur laat zien dat samenwerking ontstaat als de drie werelden met elkaar in verbinding komen. Daar waar die verbindingen worden gelegd ontstaat ‘doe-democratie’, de plek waar burgers meebeslissen door te doen. Kenmerkend voor die doe-democratie is dat de overheid burgers steeds meer vraagt om zelf initiatieven te nemen en voor zichzelf en hun naaste omgeving te zorgen. We zien daardoor steeds meer burgerinitiatieven ontstaan, waarin groepen burgers zelf projecten opzetten, bijvoorbeeld op het gebied van leefbaarheid (onderhoud van groen in de buurt) en duurzaamheid (gezamenlijke inkoop van zonnepanelen). De overheid geeft hiervoor ruimte, stimuleert en faciliteert (kenmerken doe-democratie: zie Kabinetsnota Doe-democratie, p. 13).

Burgerinitiatieven

Maar ook in het sociale domein ontstaan burgerinitiatieven. Een voorbeeld hiervan zijn kleinschalige woonvormen die ouders inrichten voor hun kinderen met een beperking (www.wooninitiatieven.nl). Als het gaat om burgerinitiatieven in het sociale domein liggen er vaak drie redenen ten grondslag aan de start van een initiatief of project:

  1. Vergroten van de leefbaarheid van wijk of dorp.
  2. Vernieuwen van het aanbod van welzijn en zorg.
  3. Bevorderen dat mensen met een beperking kunnen meedoen aan de samenleving.

Bekijk meer voorbeelden van burgerinitiatieven. Je vindt ze ook in het AVI-kennisdossier Burgerprojecten in zorg en welzijn.

Een andere rol voor de Wmo-raad

In deze veranderende verhoudingen is dus ook de rol van de Wmo-raad aan het veranderen. Waar voorheen een adviserende rol de standaard was, zou het in de toekomst kunnen gebeuren dat een Wmo-raad een meer verbindende rol krijgt. Gaat zij bijvoorbeeld projecten in co-creatie met kwetsbare burgers oppakken? Of gaat ze kijken welke randvoorwaarden nodig zijn om het project te realiseren? De centrale vraag is hoe de Wmo-raad gaat aansluiten bij de initiatieven van burgers. Kan zij initiatiefnemers verbinden, of de koppeling maken tussen behoeften van kwetsbare burgers en initiatiefnemers, door alert te zijn op de toegankelijkheid van initiatieven voor mensen met een beperking? Mogelijk ontstaat dan een ‘dubbele petten’ structuur, waarbij leden van de Wmo-raad zowel in hun wijk een burgerinitiatief volgen als binnen de Wmo-raad nadenken hoe deze initiatieven in de gemeentelijke context een plek kunnen krijgen. Bekijk dit voorbeeld van een initiatief waarbij ook mensen uit een Wmo-adviesraad betrokken waren.

Ook een andere rol voor de gemeenteraad

Daarnaast zien we dat in veranderende verhoudingen tussen overheid en burger ook de positie van de gemeenteraad verandert of zou moeten veranderen. Van gemeenteraadsleden – als volksvertegenwoordigers en als kaderstellers – wordt verwacht dat ze weten welke initiatieven er zijn om daar vervolgens ruimte voor te creëren. En om de gemeente deze waar nodig te laten faciliteren, zo wordt gezegd in de uitgave De rol van de raad (Ministerie van BZK, 2013). Daarbij zal zij continu balanceren tussen betrokken zijn bij een initiatief en het overnemen van een maatschappelijk initiatief door de gemeente. Als dat laatste gebeurt, is het geen maatschappelijk initiatief meer en schieten raadsleden hun doel voorbij.

Tips voor Wmo-raden en lokale belangenbehartigers

  • Het vliegwiel gaat alleen draaien als de partijen in het wiel draaien. Soms draait iedereen dezelfde kant op en ontstaat veel energie. Soms draaien de partijen tegen elkaar in, dat geeft wrijving en kan initiatieven daardoor aan scherpte laten winnen. Feit is dat wel beweging nodig is. Dus durf te experimenteren en zoek elkaar op om te zien hoe u als Wmo-raad kan bijdragen aan initiatieven die de participatie en zelfredzaamheid van kwetsbare burgers in uw gemeente bevorderen.
  • Gevaar is dat krachtige burgers initiatieven nemen en daarbij minder de belangen van kwetsbare burgers in het oog hebben en een uitsluitend karakter kunnen hebben (exclusie). Dit vraagt scherpte van Wmo-raadsleden, belangenbehartigers en gemeenteraadsleden samen. Probeer zicht te hebben op wat er aan initiatieven ontstaat en wees betrokken, zodat u op een positieve manier bij de initiatieven aandacht kan geven aan eventuele exclusie. Kijk daarbij ook wat u aan gemeenteraadsleden overlaat en wat u zelf oppakt en maak dit bespreekbaar met de gemeenteraad, zodat u van elkaars krachten gebruik kunt maken.
  • Door als privépersoon aan te sluiten bij de eigen netwerken in uw buurt of wijk, waar mogelijk ook initiatieven worden genomen, kunt u in een vroeg stadium betrokken zijn en meedenken over de invulling van de te nemen initiatieven. Op deze manier kunt u uw inclusieve kijk op de samenleving inbrengen op een informele manier.
Meer lezen:

Deze artikelenserie is samengesteld door Marjoke Verschelling, Karin Sok, Anne Lucassen en Renee Gunst (Movisie) in samenwerking met Henk Beltman en Nienke van der Veen (Aandacht voor iedereen).

  • Lees ook het nieuwsbericht: Hoe moet cliëntenparticipatie in nieuwe sociaal domein? op de website van Zorg+Welzijn.