Visitatiecommissie sociaal domein; rapportage na tien trajecten
De eerste tien visitaties Financiële Beheersbaarheid Sociaal Domein laten goed zien voor welke uitdagingen gemeenten staan. Dit blijkt uit de rapportage van de visitatiecommissie. Movisie, NJi en Divosa onderschrijven de conclusies in het rapport.
Vooropgesteld dat de tussenrapportages niet representatief zijn voor álle gemeenten, geeft de commissie in deze rapportage onder meer de volgende bevindingen:
- Gemeenten kunnen meer grip op de uitgaven krijgen door een heldere visie te vertalen naar concrete doelen waarop gemonitord en gestuurd wordt.
- Ook in de toekomst willen gemeenten klaar kunnen blijven staan voor de meest kwetsbare en minst draagkrachtige inwoners. De gangbare uitspraak 'doen wat nodig is' moet opgevat worden als 'doe alleen wat nodig is en doe niet wat niet nodig is'.
- Het huidige uitgavenniveau in het sociaal domein vraagt een zakelijkere benadering. Niet alleen van gemeenten zelf, ook het Rijk is aan zet. De commissie kaart systeemvraagstukken aan die gemeenten beter in staat moeten stellen om daadwerkelijk te kunnen sturen.
VNG Visitatiecommissie
Sinds een half jaar is er een speciale commissie die namens de VNG en het ministerie van BZK gemeenten helpt om grip te krijgen en te houden op de uitgaven in het sociaal domein: de Visitatiecommissie Financiële Beheersbaarheid Sociaal Domein. Deze commissie bezoekt gemeenten die zich hiervoor aangemeld hebben. De kennisinstituten (Movisie en het Nji) en Divosa (de vereniging van gemeentelijke managers in het sociaal domein) zijn bij alle visitatietrajecten betrokken geweest.
Beleids- en inrichtingskeuzes in lijn met visie
Marion Herder, van Movisie: 'Grip hebben en houden op het sociaal domein is geen eenvoudige opgave. Gemeenten willen goede ondersteuning en hulp aan inwoners kunnen blijven bieden. Het visitatietraject helpt gemeenten om te reflecteren of hun beleids- en inrichtingskeuzes in lijn zijn met hun visie op het sociaal domein.'
Zet gerichte monitoring in
'Waar wij nog grote kansen zien is op het gebied van monitoring', vult Monique Malmberg van het NJi aan. 'Er is veel data beschikbaar maar gemeenten moeten deze gericht inzetten. Breng bijvoorbeeld de tien grootste problemen in kaart. Als je daar inzicht in hebt, kun je daar als gemeente gericht beleid op maken vanuit de bedoeling. Koppel daar dan je monitoring aan. Dan krijg je een samenhangende lijn voor keuzes. Er ligt dan een plan onder de monitoring van de gemeente. Doordat je gericht kan monitoren als gemeente, faciliteer je een leerbeweging ten aanzien van doen we de dingen goed en doen we de goede dingen.'
Leercyclus
'Blijf als gemeente leren en reflecteren', stelt Marije van Dodeweerd, procesmanager bij Divosa, 'want voor deze vraagstukken is geen pasklare oplossing.' Divosa start binnenkort met een pilot Benchmark Jeugd & Wmo waar leren en verbeteren het uitgangspunt zijn.
De knellende financiële situatie in sommige gemeenten maakt dat zij voor lastige keuzes komen te staan. Desondanks blijft het van belang om keuzes te maken die bijdragen aan de visie die de gemeente heeft op het sociaal domein. De opgave voor gemeenten is om het sociaal domein op zo’n manier in te richten dat de juiste zorg- en ondersteuning zowel nu als ook in de toekomst geboden kan worden. Met die keuzes zijn inwoners het meest geholpen.