VN-Verdrag Handicap vereist toegankelijke democratie

‘Aanvankelijk kon ik nauwelijks geloven dat ik écht mee mocht doen’

Een democratie vereist dat álle burgers mee kunnen doen. Dat meedoen geldt ook voor politiek en beleid. Een mooi streven, maar als het gaat om burgers met een beperking, dan worstelen sommige gemeenten daar nog mee. In dit artikel laten we zien waarom het belangrijk is dat gemeenten deze handschoen tóch oppakken, en vertellen twee mensen met een beperking hun succesverhaal.

‘Nederland telt ongeveer twaalfduizend volksvertegenwoordigers en bestuurders. Daarvan heeft 0,5 procent een beperking, tegenover 10 tot 15 procent van de overige Nederlanders. Dat is een ontzettend brede groep burgers, want je kunt lichamelijk, psychisch, verstandelijk of anderszins beperkt zijn. Deze groep neemt niet of nauwelijks deel aan politieke of bestuurlijke functies.’
 
Aan het woord is Henk Beltman, projectleider bij Zorgbelang Inclusief, een organisatie die werkt aan een leefbare, inclusieve maatschappij waarin iedereen mee kan doen. Als mensen met een beperking niet mee kunnen doen in politiek of bestuur, is dat een probleem, zegt hij. ‘Omdat ze een groot deel van onze bevolking vormen, en een representatieve democratie vereist dat álle burgers mee kunnen doen aan de samenleving. Anders is het geen democratie voor álle burgers.’

Grondwettelijke stimulans

Naast het streven naar een representatieve democratie is het VN-verdrag Handicap de grondwettelijke stimulans voor gemeenten om meer betrokkenheid van burgers – onder wie mensen met een beperking – te genereren, stelt Beltman. ‘Nadat dit VN-verdrag werd geratificeerd, vroegen Tweede Kamerleden hoe het met de politieke participatie van mensen met een beperking stond. Het kabinet kwam vervolgens met een actieplan met allerlei goede voornemens. Eén van deze plannen is het project Toegankelijke Politiek in Gelderland. Mensen met een beperking die belangstelling hadden in politiek en er politiek toe wilden doen, meldden zich hiervoor aan. We zijn met dertig van hen aan de slag gegaan. Dit project diende ertoe om te kijken wat ze konden betekenen. Ze dachten mee met het verkiezingsprogramma, de campagne, ondersteunden de fractie en sommigen van hen werden uiteindelijk burgerraadslid.’

‘Men voelt zich niet altijd serieus genomen’

Beeldvorming

Beltman zegt dat mensen met een beperking met een aantal knelpunten te maken krijgen als ze politiek actief willen worden. Beeldvorming is daar één van. ‘Men voelt zich niet altijd serieus genomen. Niet degene in een rolstoel, maar de begeleider wordt aangesproken. Verder speelt financiële onzekerheid een rol, want wie gemeenteraadslid wordt, wordt gekort op de WIA-uitkering. Dat is een grote belemmering. Een ander punt is de technische ondersteuning, maar dat is tegenwoordig nog de minst grote uitdaging.’ Er zijn allerlei faciliteiten om te zorgen dat iedereen aan een gemeenteraadsvergadering mee kan doen, van schrijftolken tot leesapparatuur, zegt Beltman, verwijzend naar de praktijkverhalen van Simone Cox en Françoise Groenendaal (zie kaders). ‘De griffies zijn over het algemeen zeer behulpzaam, alleen speelt onbekendheid bij sommigen nog een rol.’

Ook mensen met een verstandelijke beperking hebben te maken met beeldvorming. Beltman: ‘Voor politieke en bestuurlijke functies heb je over het algemeen een bepaald kennisniveau en vaardigheden nodig. Dat is niet meteen voor iedereen weggelegd of heeft niet ieders belangstelling. Echter: alle burgers, ook mensen met een verstandelijke beperking, kunnen een bijdrage leveren aan de politiek. Als deelnemer aan een partijvergadering, in de verkiezingscampagne, als steunfractielid, enzovoorts. Niet iedereen hoeft een abstracte inleiding te kunnen houden. Politiek is breed, je moet het ene niet hoger inschatten dan het andere. Alle burgers kunnen een bijdrage leveren.’

‘Rolmodellen stimuleren anderen, laten zien wat er mogelijk is. Het belang van rolmodellen is gigantisch groot’

Succesfactoren

Om mensen met een beperking actiever te betrekken bij politiek en bestuur, noemt Beltman als eerste succesfactor het belang van rolmodellen. ‘Dat belang is gigantisch groot. Rolmodellen stimuleren anderen, laten zien wat er mogelijk is. De tweede factor, de technische ondersteuningsfaciliteiten, is inmiddels geen grote hobbel meer, zoals ik eerder zei. Wat ook meespeelt, is de cultuur van gemeenten. Sommige gemeenten vergaderen laat, dat vergt extra energie van mensen met een beperking. Verder is inzicht in de financiële situatie van belang, want veel mensen zijn bang om op hun uitkering gekort te worden, of deze zelfs te verliezen. In de praktijk wordt dit vaak opgelost door deze mensen de maximale vrijwilligersvergoeding te geven, al staat dat niet in verhouding tot de geleverde inzet.’

Beltman zag bij het project Toegankelijke Politiek in Gelderland met eigen ogen dat systematische begeleiding over een langere periode belangrijk is. ‘Als mensen opgenomen zijn in een project, gaat het niet meer om losse bijeenkomsten of trainingen. Men voelt zich onmisbaar, nuttig en onderdeel van een groter geheel, wat hun inzet uiteindelijk weer ten goede komt.’

‘Mijn gemeente is proactief’

Simone Cox was eerst steunfractielid en nu gemeenteraadslid in Brummen.

‘Mijn beperking is dat ik heel slechtziend ben. Ik kan geen zwartdruk lezen, maar alle computers, tablets en telefoons hebben tegenwoordig spraaksoftware die tekst voorleest. Als raadslid krijg je een iPad om alle stukken te lezen. Dat lukt mij – ook met behulp van braille – dus prima. In het verleden waren er bepaalde pdf’s die de spraaksoftware niet kon lezen. Gelukkig komt dat weinig meer voor, ook omdat er inmiddels veel kennis bij de overheid is om alle documenten leesbaar te maken. Wel is het zo dat vertrouwelijke stukken nog steeds worden uitgeprint en ergens in het gemeentehuis liggen opgestapeld – ze mogen het gemeentehuis niet uit. Ik dacht dat dit om een paar pagina’s ging, tot ik er een keer gebruik van moest maken en een stapel van ruim zestig pagina’s ontdekte. Momenteel wordt daar een oplossing voor gezocht.

Mijn gemeente is heel proactief bezig als het gaat om voorzieningen voor politici met een beperking, de griffie beschouwt dit als vanzelfsprekend. Ik krijg bijvoorbeeld presentaties van ambtenaren die op een scherm worden geprojecteerd niet achteraf maar al vooraf digitaal toegestuurd. En laatst maakten we een grote fietstocht om een aantal ruimtelijke issues te bekijken. Zelfstandig fietsen lukt mij niet, dus regelde de griffie dat ik op een tandem mee kon. Wat ik daar zo prettig aan vond, is dat dit probleem al was getackeld voordat ik het überhaupt hoefde aan te kaarten.’

‘Dát ik mee mocht doen was voor mij essentieel'

Françoise Groenendaal is burgerraadslid in de gemeente West Betuwe.

‘Ik ben doofblind; enerzijds heb ik een progressieve oogziekte, dus ik kijk door een soort koker. Daarnaast ben ik slechthorend. Momenteel wordt er een nieuw gemeentehuis gebouwd, met ringleiding. Dat wordt voor mij een stuk gemakkelijker, omdat ik net een nieuw hoortoestel heb dat geweldig functioneert met bluetooth. Op dit moment heb ik nog een schrijftolk, ik heb 170 tolkuren tot mijn beschikking.

Doordat ik slechtziend ben, vallen vooroordelen weg en praat ik dus onbevangener met iemand. Het maakt mij niet uit of ik met een wethouder praat en of iemand er netjes uitziet, want dat zie ik pas heel laat.

Het feit dát ik mee mocht doen en dus meetelde, was een essentiële stap voor mij; ik kon het aanvankelijk nauwelijks geloven. Wat de gemeente verder kan doen? Allereerst: een goede vergaderstructuur creëren. Als ik op tijd de data en het type vergadering weet, kan ik op tijd de ondersteuning van bijvoorbeeld een schrijftolk regelen.

Ook is het fijn als de stukken het liefst maximaal een week van tevoren worden aangeleverd, zodat ik het op mijn manier tot me kan nemen. Daarnaast moeten de stukken digitaal dusdanig toegankelijk zijn dat ik ze kan vergroten of luisteren.

Wat verder helpt, is welwillendheid van de griffie om samen met mij te zoeken naar oplossingen. Een schrijftolk heeft bijvoorbeeld na vijftig minuten per definitie een pauze van vijf tot tien minuten nodig. Dit vraagt van de voorzitter een andere mindset. Overigens heb ik gemerkt dat ook raadsleden zonder beperking zo’n pauze prettig vinden, maar om dit structureel anders op te pakken, is nieuw.  

Tot slot: in mijn geval zijn de locaties heel vaak niet met openbaar vervoer bereikbaar. Ik ben dus afhankelijk van de vervoersvoorziening of taxi, of moet met iemand meerijden. Het is fijn als de gemeente hierin kan voorzien.’

Meer tips voor gemeenten, politieke partijen en mensen met een licht verstandelijke beperking lees je hier: ‘Meer zeggenschap voor mensen met een licht verstandelijke beperking’.

VN-Verdrag Handicap: wat doet Movisie?

In het kader van het VN-Verdrag en inclusie van mensen met een beperking onderneemt Movisie vele activiteiten en werkt Movisie samen met verschillende partners. Zo publiceert Movisie samen met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten periodiek peilingen bij gemeenten hoe zij vorderen met de implementatie van het VN-Verdrag Handicap. Ook is Movisie is samen met Vilans 'accounthouder inclusie' op het kennisplein voor de gehandicaptensector. Op het Kennisplein is relevante informatie voor iedereen die in de gehandicaptensector werkt bijeengebracht.

Kijk voor meer informatie over de inzet van Movisie op deze pagina

Pilots ministerie BZK: politiek actief met een beperking

Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft twee pilots opengesteld voor mensen met een beperking die politiek actief willen worden of al zijn. De eerste pilot is bedoeld voor degenen die zich kandidaat willen stellen voor de Provinciale Staten- en waterschapsverkiezingen in maart 2023. De tweede pilot richt zich op de ondersteuning van volksvertegenwoordigers met een beperking die al in functie zijn bij provincies, gemeenten of waterschappen. Met deze pilots wordt onderzocht of meer mensen met een beperking politiek actief worden als zij met dit soort voorzieningen in dezelfde uitgangspositie worden gebracht als mensen zonder beperking. De Nederlandse Vereniging voor Raadsleren voert de pilots uit namens het ministerie van BZK.
 
Lees meer over de pilots en het aanmelden

Tekst: Wilfred Hermans