Volwaardig werken met ervaringskennis als derde kennisbron
Naast vakkennis en wetenschappelijke zit ervaringskennis in de lift
Het inzetten van ervaringsdeskundigheid als kennisbron, naast vakkennis en wetenschappelijke kennis, kan organisaties enorm helpen bij het realiseren van hun doelen. Maar hoe pak je dat aan? Zijn er praktijkvoorbeelden om van te leren? En zijn er handige tools en instrumenten om ervaringsdeskundigheid volwaardig te benutten? Een korte verkenning.
De waardering voor ervaringskennis neemt toe. Maar organisaties vinden het niet eenvoudig om ervaringskennis als gelijkwaardige kennisbron te benutten in hun werk. Zo wordt op de werkvloer vakkennis vaak hoger ingeschat dan ervaringskennis. En bij het ontwikkelen van beleid krijgt wetenschappelijke kennis vaak meer waarde toegekend. Ervaringskennis wordt dan als minder waardevol of minder betrouwbaar gezien, waardoor het niet de erkenning krijgt die het verdient en onvoldoende wordt benut.
Effectiever en relevanter
Toch zie je een kentering. Bij steeds meer maatschappelijke organisaties en gemeenten zijn ervaringsdeskundigen actief. Vanuit begrip, herkenning en erkenning scheppen ervaringsdeskundigen helderheid over en inzicht in de leefwereld van doelgroepen en cliënten. Dat helpt gemeenten en organisaties om sociale problemen concreet te definiëren, passender beleid te ontwikkelen en de kwaliteit van hun beleid en dienstverlening te verbeteren.
Ook in de wetenschappelijke wereld wordt vaker met ervaringsdeskundigen samengewerkt. Bijvoorbeeld door samen met ervaringsdeskundigen onderzoekagenda’s op te stellen, onderzoekvragen te formuleren of samen het onderzoek uit te voeren. Dat draagt eraan bij dat onderzoeken daadwerkelijk relevant zijn voor de mensen in kwetsbare posities.
Van casestudy naar bouwstenen
Organisaties die ervaringskennis beter willen benutten worstelen wel met de vraag hoe ze dat kunnen aanpakken. Om deze vraag te beantwoorden deed Movisie een casestudy bij vier praktijksituaties, die ervaringskennis proberen in te zetten als gelijkwaardige kennisbron. De centrale onderzoeksvraag luidde: welke omstandigheden en factoren bevorderen of belemmeren het benutten van ervaringskennis als derde gelijkwaardige kennisbron ten opzichte van wetenschappelijke kennis en vakkennis?
Movisie ging voor de casestudy te rade bij de buurtteams Amsterdam (lees hier meer over in dit artikel ), die wetenschappelijke kennis, professionele kennis en ervaringskennis benutten om nog effectiever stress-sensitief te werken.
Daarnaast ging Movisie in gesprek met verschillende medewerkers van Cordaan, een in Amsterdam gevestigde organisatie voor zorg en ondersteuning aan inwoners in een kwetsbare positie (lees hier meer over in dit artikel). Centrale vraag: op welke wijze waarop zij ervaringskennis benutten in het ontwikkelen en uitvoeren van beleid.
Ook interviewde Movisie Sofie Sergeant, docent-onderzoeker aan de Hogeschool van Utrecht, over haar proefschrift, waarin ze antwoord zoekt op de vraag wat de ingrediënten en voorwaarden zijn voor het organiseren van inclusief onderzoek. Daarnaast bestudeerde Movisie haar proefschrift en gerelateerde publicaties van Sergeant. Sergeant en co-onderzoeker Henriette Sandvoort hebben veel gepubliceerd over hun samenwerking en een methodiek ontwikkeld voor het betrekken van mensen met een beperking bij het doen van onderzoek. Lees over hun samenwerking op deze website die zij zelf maakten. Op de website van de gehandicaptensector vind je verschillende vlogs en logboeken die Sergeant en Sandvoort maakten en over hun samenwerking en meer informatie over hoe je mensen met een beperking kunt betrekken bij het doen van onderzoek.
Ten slotte keek Movisie naar de ervaringen van de eigen organisatie met het gelijkwaardig benutten van ervaringskennis. Hiertoe werden twee interne bijeenkomsten georganiseerd (lees hier meer over in dit artikel).
De inzichten uit het casestudy-onderzoek zijn bruikbaar voor sociaal professionals, beleidsmakers en onderzoekers die ervaringskennis gelijkwaardig willen benutten in hun praktijk, beleid of onderzoek. Daarnaast zijn de behulpzaam voor ervaringsdeskundigen zelf. Movisie vertaalde de inzichten in vier bouwstenen, die hieronder apart zijn uitgewerkt.
Bouwsteen 1: Ontwikkel een gezamenlijke visie
Wat?
Om ervaringskennis te kunnen benutten, moet er een gezamenlijke visie zijn dat het waardevol is om gebruik te maken van alle drie de kennisbronnen en dat de kennisbronnen gelijkwaardig zijn, maar niet gelijk. Dit houdt in dat de professional, beleidsmedewerker of onderzoeker de waarde van het benutten van ervaringskennis ziet en onderkent. Een gezamenlijke visie is bijvoorbeeld dat je door het gebruikmaken van ervaringskennis in praktijk, beleid of onderzoek beter kunt aansluiten bij de wensen en behoeften van de mensen om wie het gaat.
Hoe?
-
Organiseer een bijeenkomst, workshop of training om open met elkaar in gesprek te gaan over wat ervaringskennis en -deskundigheid is, over de waarde van de verschillende kennisbronnen en de manier waarop ze elkaar aanvullen.
-
Houd de gezamenlijke visie levend en breng die met enige regelmaat opnieuw onder de aandacht. Durf te vragen, steeds weer opnieuw: waarom werken we ook alweer samen? Wat is ieders waarde?
-
Veranker de gezamenlijke visie over het gebruik maken van ervaringskennis naast de andere kennisbronnen door het vast te leggen in je werkwijze, beleid of onderzoeksopzet.
Tips en tools
-
Vergeet niet om bij de komst van nieuwe medewerkers weer aandacht te hebben voor de waarde van de verschillende kennisbronnen en de gezamenlijke visie.
-
De Praatplaat In dialoog over ervaringskennis en ervaringsdeskundigheid is een handig hulpmiddel om met elkaar in gesprek te gaan over de waarde van ervaringskennis ten opzichte van wetenschappelijke kennis of vakkennis.
-
Op het Ervaringskennisplein vind je allerlei informatie over wat ervaringskennis- en deskundigheid is en hoe je het kunt inzetten.
-
De Handreiking kwartiermaken voor ervaringsdeskundigen biedt houvast aan organisaties die zich willen voorbereiden op de samenwerking met ervaringsdeskundigen.
Bouwsteen 2: Samen bepalen en beslissen
Wat?
Om te zorgen voor gelijkwaardige benutting van ervaringskennis in praktijk, beleid of onderzoek, is het belangrijk om vanaf het begin voortdurend samen te bepalen en te beslissen. Dat begint al bij het opstellen van het doel en plan. Wat we zien is dat macht en hiërarchie in de samenwerking een belemmerende rol kunnen spelen bij het gelijkwaardig benutten van ervaringskennis. Zo heeft in een onderzoekscontext een onderzoeker meestal meer macht en middelen tot zijn beschikking dan een ervaringsdeskundige. Een onderzoek start bijvoorbeeld vaak al met een doel of aanname, terwijl gaandeweg misschien blijkt dat dit niet het meest van belang is voor de mensen om wie het gaat.
Hoe?
-
Zorg ervoor dat ervaringsdeskundigen vanaf de start en in het hele proces meebeslissen. Al aan de start bij het bepalen van het doel en wat van belang is, maar ook bij het bepalen hoe ervaringskennis onderdeel is van praktijk, beleid of onderzoek en een plek heeft in een beleidsadvies of onderzoeksrapport. Zoek daarbij ook eens naar andere vormen dan een standaardrapport om resultaten en adviezen te delen. Hierdoor deel je de macht en eigenaarschap. Dus niet: een onderzoeker of beleidsmaker die als ‘scheidsrechter’ bepaalt welke kennis van belang is en wat niet en hoe deze gepresenteerd wordt.
-
Maak macht en hiërarchie bespreekbaar. Wanneer je in praktijk, beleid of onderzoek met ervaringsdeskundigen wilt samenwerken, vraagt dat om een bewustzijn van de machtsrelaties en hiërarchie binnen je samenwerking. Soms moet je voor bepaalde stemmen bewust meer ruimte maken, zeker als ze in de minderheid of niet direct zichtbaar zijn. Een neutrale facilitator kan hierbij behulpzaam zijn.
-
Het helpt wanneer ervaringsdeskundigen in alle lagen van de organisatie functioneren; zowel op beleidsniveau als in de uitvoeringspraktijk. Dit zorgt voor meer aansluiting tussen ervaringskennis en vakkennis. Zie ook: We zijn geen herstelpolitie
Tips en tools
-
Ga er niet vanuit dat iedereen alles kan. Bespreek wat de ander wil of kan en welke rol(len) het beste passen. Ervaringsdeskundigen kunnen diverse rollen en taken hebben. Let op: Het helpt wanneer ervaringsdeskundigen de ruimte krijgen om constructief mee te denken en niet alleen in de rol van ‘criticus’.
-
Sta open voor ongevraagd advies. Dit draagt bij aan een gelijkwaardige samenwerking. Dit voorkomt ook dat ervaringskennis en -deskundigheid alleen op afroep wordt ingevlogen, wanneer de ander denkt en bepaalt dat het nodig is.
-
De publicatie Ervaringskennis in beleid biedt houvast bij het samenwerken in een beleidscontext.
Bouwsteen 3: Werk aan vertrouwen en veiligheid
Wat?
Wederzijds vertrouwen is de basis van elke samenwerking, zo ook in de samenwerking met professionals die vanuit verschillende kennisbronnen werken. Als je een ander perspectief wilt horen dan moet je ruimte maken en zorgen voor vertrouwen en veiligheid. Ook ervaringsdeskundigen moeten zich veilig voelen om hun ervaringen te kunnen delen en vertrouwen hebben in wat er met de uitkomsten gebeurt. Bij het opstarten van een nieuwe samenwerking is het daarom belangrijk om een vertrouwensband op te bouwen en aandacht te hebben voor de werkrelatie. In het contact wil iedere professional graag gezien en gehoord worden. Zorg voor een veilige omgeving waarin ervaringsdeskundigen zich vrij voelen om hun verhaal te delen en waarin de beleidsmaker, onderzoeker of professional openstaat voor hun persoonlijke ervaringen en hun inbreng.
Hoe?
-
Onduidelijke beelden en perspectieven van elkaar kunnen de samenwerking en gelijkwaardige benutting van ervaringskennis gaan belemmeren. Neem daarom de tijd om elkaar echt te leren kennen en begrijpen. Bespreek met elkaar wat ieder (ervaringsdeskundige, professional, beleidsmaker of onderzoeker) kan betekenen in de samenwerking, wat ieders rol is en de waarde van elke kennisbron. Vraag elkaar naar wie je bent en wat je nodig hebt om goed te kunnen samenwerken. Vraag elkaar naar je valkuilen. Ook die zijn bespreekbaar.
-
Zorg dat je elkaar begrijpt en vraag door als dat niet zo is. Ga met elkaar in gesprek als je je niet begrepen voelt of het gevoel hebt dat je ‘niet serieus genomen wordt’. Vermijd jargon en gebruik toegankelijke taal, zowel mondeling als schriftelijk. Communicatie die voor iedereen helder is, bevordert wederzijds begrip en vertrouwen.
-
Vooroordelen en (zelf)stigma kunnen wederzijds vertrouwen in de weg staan. Het helpt om te vragen om een toelichting of te checken bij de ander of je iets goed hebt begrepen als je vooroordelen denkt te horen bij een ander.
Tips en tools
-
Je hoeft niet alles al te weten, maar je kunt leren en uitproberen in de ontmoeting. Vertrouwen zorgt voor een gevoel van ‘samen mogen zoeken en fouten mogen maken’.
-
Elkaar beter leren kennen kan bijvoorbeeld door samen iets te gaan doen wat niets met werk te maken heeft. Iets van jezelf laten zien wat niet direct met werk te maken heeft, werkt verbindend. Zo komt een klik soms makkelijker tot stand.
-
Gebruik vaker visuele en creatieve hulpmiddelen en werkvormen, zoals tekeningen, inspiratiebronnen, verhalen, gedichten, opstellingen en theater, maar denk ook aan afbeeldingen en infographics om complexe informatie toegankelijker te maken. Creativiteit werkt verbindend. Zie meer over muzische werkvormen: Werkvormen · Musework.
-
Met de waardenkaartjes beroepsidentiteit kun je in gesprek over wederzijdse beelden en verwachtingen.
Bouwsteen 4: Een open en lerende houding
Wat?
Het gelijkwaardig benutten van ervaringskennis vraagt om een open en lerende houding waarbij alle betrokkenen open staan voor nieuwe en andere perspectieven. Het gaat hierbij om een open en lerende houding op twee niveaus. Allereerst om het openstaan voor en leren van andere soorten kennis. Dat kan ervaringskennis, vakkennis of wetenschappelijke kennis zijn. Ten tweede gaat het om een open en lerende houding over de manier waarop je met elkaar samenwerkt. Omdat ervaringskennis voor veel organisaties relatief nieuw is, kan het ook weerstand oproepen. Daarom is een open en lerende houding en organisatiecultuur extra van belang.
Hoe?
-
Zoek samenwerking met de voorlopers in je organisatie, dat zijn de mensen die open staan voor nieuwe en andere perspectieven en werkwijzen en misschien al meer met ervaringskennis hebben gewerkt. Biedt hen ook openlijk steun vanuit de organisatie. Zorg er tegelijkertijd voor dat de rest ook betrokken blijft en vertrouw erop dat zij ook mee gaan doen.
-
Sta open voor andere overtuigingen, werkwijzen en doelen en laat je verrassen. Wees bereid om bestaande denkwijzen en werkwijzen ter discussie te stellen en te veranderen wanneer dat nodig blijkt. Dit gaat over het omarmen van nieuwe inzichten en het aanpassen van onderzoek, beleid en praktijk op basis van ervaringskennis.
-
Accepteer dat het samenwerken en leren van elkaar soms botst en schuurt en lastig of ongemakkelijk voelt, dat hoort er gewoon bij. Het is geen reden tot paniek, maar een moment waarvan geleerd kan worden. Maak op zo’n moment ruimte voor het meta-gesprek; het gesprek over hoe je met elkaar praat en samenwerkt.
Tips en tools
-
Blijf niet hangen in de veronderstelling ‘we doen dit al’. Betrokkenen denken soms dat ze het al goed doen, dit belemmert de open houding en het leren van elkaar. Een open en lerende houding begint met nieuwsgierig zijn, goed luisteren en doorvragen. Alleen zo kun je (gaan) zien wat je (nog) niet weet.
-
Blijf veel en vaak kritisch reflecteren en evalueren: hoe staan we er nu voor met het samenwerken en leren van elkaar? Ga er niet vanuit dat dit vanzelf gaat.
-
Samendoen leidt tot andere inzichten dan samen praten. Dit kan ook bijdragen aan het (h)erkennen van elkaars kwaliteiten en waarde.