Vooroordelen verminderen over gender non-conforme jongeren

‘Ik ben wie ik ben en jij mag zijn wie je wilt zijn’, antwoordde de 14-jarige Frédérique op de vraag of ze een jongen of een meisje is. Het antwoord maakte de daders agressief en Frédérique werd slachtoffer van geweld. Waar komt deze agressie vandaan? Movisie-onderzoeker Hanneke Felten plaatst het incident in sociale context.

'We weten uit onderzoek dat jongeren die niet als helemaal ‘vrouwelijk’ of ‘mannelijk’ worden gezien door andere jongeren, een verhoogd risico lopen om slachtoffer te worden van geweld. Deze jongeren zijn zogenoemd ‘gender non-conform'.

'Die agressiviteit heeft te maken met vooroordelen. Vooroordelen zijn gevoelens t.a.v. mensen die je rekent tot een bepaalde groep of omdat je ze juist niet kan indelen in een bepaalde groep. Sterke gevoelens zijn voorspellers van gedrag’, aldus Movisie-onderzoeker Hanneke Felten.

Gender non-conform
De wetenschappelijke definitie van gender non-conforme jongeren luidt: jongeren die een genderexpressie hebben die verschilt van wat er door de maatschappij van jongens en meisjes verwacht wordt op basis van hun bij geboorte toegewezen sekse. Zowel heteroseksuele als homo- en biseksuele jongeren kunnen gender non-conform zijn. Wie en wat gender non-conform is, is niet in beton gegoten, maar hangt af van de normen en waarden van de maatschappij. Aletta Jacobs was in haar tijd erg gender non-conform, omdat ze als meisje ging studeren. Door blootstelling aan pesten of discriminatie door leeftijdsgenoten, gaat gender non-conform zijn vaker gepaard met een verminderde psychische gezondheid.

Volgens Felten heeft de subcultuur waartoe iemand behoort invloed op wat we gender non-conform noemen. In de ene jongerenvriendengroep kan het bijvoorbeeld als jongen heel normaal zijn om lang haar te hebben of om sieraden te dragen terwijl dit in een andere jongerenvriendengroep wordt ervaren als gender non-conform. Ook leeftijd speelt een rol. ‘Jongere mensen hebben een sterker beeld van wat mannelijk en vrouwelijk is. Dit is in de kleuterklas al te merken, bijvoorbeeld dat met poppen spelen voor meisjes zou zijn. In de tienerjaren krijgt de vorming van identiteit alle aandacht en worden die verschillen daarom ook groter gemaakt.’ Maar de ene persoon hecht ook meer waarde aan de eigen mannelijke of vrouwelijke identiteit dan de ander. En er zijn mensen die helemaal niet in zulke hokjes vallen, die zichzelf niet identificeren als man of vrouw maar als beide, er tussenin of als geen van beide. 

Weg met de hokjes?

In de projectperiode 2018-2020 bundelde de Alliantie Genderdiversiteit onderzoek naar het doorbreken van de genderhokjes man/vrouw. Dit bleek complex. Mensen indelen in ‘hokjes’ zoals mannen en vrouwen doen we als mens namelijk op de automatische piloot. Het is wel mogelijk om minder rigide naar hokjes te kijken door te laten zien dat er grote onderlinge diversiteit is tussen mannen en grote onderlinge diversiteit tussen vrouwen. Mensen kunnen ook leren om minder stereotypen toe te schrijven aan de verschillende hokjes. Zonder hokjes denken, is voor het menselijk brein erg lastig. 

Wat is wat? 

  • Seksuele voorkeur: dit geeft aan tot wie men zich aangetrokken voelt. Het gaat onder andere om seksualiteit, intimiteit en relatievorming. De meeste bekende seksuele voorkeuren zijn heteroseksueel, homoseksueel (voor vrouwen ook wel lesbisch genoemd), biseksueel en aseksueel. 
  • Genderidentiteit: het gevoel dat iemand heeft over de eigen gender. Ieder mens heeft een genderidentiteit: man, vrouw, iets ertussenin, beiden of geen van beiden. Het gaat om iemands persoonlijke overtuiging. Als een genderidentiteit (hoe iemand zich van binnen voelt) niet helemaal overeenkomt met iemands lichaam (hoe men er van buiten uitziet), is iemand mogelijk transgender. Als iemand zich niet thuis voelt in de binaire gendercategorieën man of vrouw noemen we iemand ook wel (gender) non binair. Dit uit zich soms in de genderexpressie, door mannelijke en vrouwelijke kenmerken te combineren of  juist te verwerpen.
  • Genderexpressie: de manier waarop iemand ‘mannelijke’ en/of ‘vrouwelijke’ kanten van zichzelf in onder meer kleding en gedrag aan de buitenwereld laat zien. Als een vrouw of meisje als weinig ‘vrouwelijk’ en als een man of jongen als weinig ‘mannelijk’ wordt gezien, is deze persoon mogelijk gender non-conform.

Deze informatie komt uit de Feiten en cijfers over lhbti op een rij

Wat werkt bij het verminderen van vooroordelen?

Hoe kunnen we ervoor zorgen dat mensen niet of minder gaan discrimineren? Dat beschreef Hanneke Felten met collega’s van het Kennisplatform Inclusief Samenleven eerder in het kennisdossier Wat werkt bij de aanpak van discriminatie? Daarin worden vier werkzame mechanismen beschreven. 

  1. Het inzetten op het vergroten van inleving en empathie
    Ontmoeting met mensen die buiten de genderhokjes vallen kan helpen om minder rigide naar de man/vrouw hokjes te kijken. Dit kan ‘live’ maar ook via film of theater. Wanneer mensen zich kunnen inleven in de groep die niet precies passen in het hokje ‘man’ of ‘vrouw’ en empathie voor hen kunnen krijgen, kunnen vooroordelen verminderen.
  2. Het inzetten op een verandering van sociale normen
    Mensen discrimineren vaak omdat ze denken dat dit normaal is en dat iedereen dat doet. Maar dat werkt ook andersom: wanneer mensen de indruk krijgen dat discriminatie niet geaccepteerd wordt in hun sociale omgeving maken zij zich er minder vaak schuldig aan. Dit noemen we de sociale norm. Met de steun die Frédérique ontving en de ophef in de media stellen we ook een sociale norm: ‘we vinden dit niet kunnen.’
  3. Het leren om eigen vooroordelen en stereotypen te herkennen
    Bewustwording van de eigen onbewuste vooroordelen en stereotypen onder de duim houden is aan te leren. Onderzoeken laten zien dat dit effectief kan zijn, maar alleen bij mensen die intrinsiek gemotiveerd zijn om hun eigen vooroordelen te verminderen en die volwassen zijn. Het werkt helaas niet bij kinderen en pubers. 
  4. Flexibel denken door counterstereotypen
    Dit betekent dat mensen actief denken aan ‘counterstereotypen’. Zonder dat het bewustzijn dat het de bedoeling is dat zij op deze manier minder in stereotypen gaan denken. Counterstereotypen zijn beelden die inconsistent zijn met stereotiepe beelden, zoals het beeld van een ‘moslim hipster’ of vrouwelijke brandweerman’. Door te denken aan counterstereotypen, worden gedachten meer flexibel en creatief. De counterstereotypen hoeven niet gerelateerd te zijn aan de groep of persoon waarvan je de stereotypen of vooroordelen wilt verminderen. 

Goed nieuws dus: het proces van flexibel en creatief denken an sich zorgt ervoor dat je alle typen stereotype manieren van denken vermindert. 

Goed voorbeeld:

Gender & Sexuality Alliance (GSA) op scholen zijn netwerken van lhbt leerlingen en niet-lhbt leerlingen die samenwerken aan een positief schoolklimaat. Gender en je mogen uiten zoals je wilt op dat gebied, is vaak een belangrijk uitgangspunt in veel GSA’s. De leerlingen van de GSA dragen vaak actief deze sociale norm uit. Lees ook het artikel: 'Zonder GSA zou ik een andere schooltijd hebben beleefd'

Iedereenisanders.nl

Voor jongeren die twijfelen over hun seksuele oriëntatie of genderidentiteit ontwikkelde Movisie samen met 113 Zelfmoordpreventie en het Ministerie van VWS de website iedereenisanders.nl.