Vrijwillige inzet in het (post)-coronatijdperk verduurzamen  

Het is hartverwarmend dat zoveel mensen tijdens de COVID19-pandemie bereid zijn om iets voor een ander te betekenen. In veel gemeenten bundelen partijen hun krachten en er poppen een hoop nieuwe initiatieven op. Het gaat momenteel vooral om tijdelijke initiatieven voor de eerste noodhulp. Hoe kunnen we deze maatschappelijke kracht duurzaam vasthouden?

Vrijwilligerswerk kan voorkomen dat situaties erger worden, of dat mensen (meer) professionele hulp nodig hebben. Bestaande vrijwilligersorganisaties hebben een gefundeerde organisatie en zijn er voor de langere termijn. Om kansen te benutten is ons advies: laat de vrijwillige energie niet weglopen en investeer in goed opgeleide vrijwilligers die een stevige (bestuurlijke) organisatie achter zich hebben. In dit stuk schetsen we een aantal eerste vragen en ideeën. 

Sociale gevolgen

De maatregelen om het coronavirus te bestrijden lijken effectief, toch zullen we nog lang met de gevolgen van het virus moeten leven. We zien in de dagelijkse praktijk de sociale gevolgen ook steeds duidelijker worden. Veel mensen zijn hun baan kwijtgeraakt of worden de komende maanden werkloos. Anderen voelen zich alleen. Mensen die voorheen midden in het leven stonden durven niet meer naar buiten. Er is ongelijkheid tussen kinderen die lessen wel of niet online kunnen volgen en er zijn zorgen over toename van huiselijk geweld. Gelukkig zijn er ook veel positieve ontwikkelingen. Er is een groot aanbod van mensen die zich vrijwillig inzetten voor een ander. Niet alleen omdat er meer tijd beschikbaar is, maar ook omdat mensen in hun directe omgeving zien en ervaren dat hun hulp nodig is.

In de post-coronatijd is de verwachting dat er een nóg groter beroep wordt gedaan op hulp en ondersteuning van vrijwilligers. Vooral omdat er nu nog veel achter de voordeur plaatsvindt; Stille eenzaamheid, geweld, psychische problematiek, veel mensen die een dierbare verloren zijn, jongeren die kwetsbaar zijn door onderbroken studies, stages en verlies van werk en contacten. 
Dit perspectief roept de volgende vragen op:

  • In hoeverre zijn organisaties zich bewust van een grotere hulpvraag en daarop voorbereid?
  • Hoe kunnen we het huidige aanbod vrijwilligers vasthouden in de post-coronaperiode?
  • Welke rol is er voor de overheid?

Anderhalvemetersamenleving  

Vrijwilligersorganisaties bereiden zich voor op de anderhalvemetersamenleving. Ze zijn begonnen met het aanpassen van richtlijnen, protocollen en afwegingskaders. Zo kunnen de activiteiten straks weer starten. Movisie ontwikkelt daarbij een tool die kleinere organisaties en initiatieven binnenkort kunnen gebruiken voor het maken van een protocol. Vereniging Humanitas is bezig met aanpassen van ontmoetings- en spreekruimtes om deelnemers weer te kunnen helpen. 

Het is essentieel dat het voor zowel vrijwilligers als deelnemers veilig is, omdat iedereen tot een risicogroep kan behoren. We verwachten dat vrijwilligersorganisaties de sociale hulp stap voor stap weer kunnen oppakken. Dat roept twee vragen op. Ten eerste is de voorbereiding vooral praktisch en gericht op het weer oppakken van de continuïteit. Zit daarachter een voldoende robuuste analyse over welke vraag er vanuit de samenleving op de vrijwilligersorganisaties afkomt als het stof van deze crisis neerdaalt? De tweede vraag draait om innovatie. Deze tijd biedt een enorme versnelling rondom digitalisering. We leren dat wat voorheen fysiek moest vaak ook digitaal kan. Weten we dit vast te houden? Het is interessant, omdat vrijwilligersorganisaties op die manier meer of juist slimmer kunnen doen. Anderzijds is het vermoedelijk een voorwaarde als het gaat om het duurzaam vasthouden van de nieuwe vrijwilligers. Dit zijn vaak jonge mensen met drukke agenda’s. Digitale tools kunnen helpen om ook post-corona bij te dragen.   

Van eenmalig naar duurzaam vrijwillig inzetten

Mensen zullen straks weer meer aan het werk zijn (of studeren) en meer in hun vrije tijd kunnen ondernemen. Dan is het een uitdaging om het enthousiasme voor vrijwilligerswerk, en een bijdrage aan de samenleving, vast te houden. In het recent verschenen rapport De bedreigde stad wordt geconstateerd dat een grote meerderheid van de inwoners bereid is hulp te bieden aan mensen die door het coronavirus hulp nodig hebben. Voor het Ready2help netwerk van het Rode Kruis hebben zich 30.000 extra vrijwilligers aangemeld, maar deze vrijwilligers zijn straks ook hard nodig. Uit onderzoek blijkt dat mensen met name incidentele en vrijblijvende hulp bieden, terwijl er in de post-coronatijd vooral behoefte is aan duurzame hulp. Het soort hulp waar de bestaande vrijwilligersorganisaties, met een stevige bestuurlijke organisatie, in gespecialiseerd zijn. 

Hier ligt dus een opgave voor de bestaande organisaties. Maatschappelijke organisaties zouden zich vooral moeten richten op vervangende en nieuwe vrijwilligers, zoals blijkt uit de publicatie ‘Waar komt alle vrijwillige energie vandaan? En wat doe je ermee’. Waarbij de vervangende vrijwilligers tijdelijke werklozen zijn die zich nuttig willen maken en de nieuwe vrijwilligers nog geen vrijwilligerservaring hebben (bijv. Maatschappelijke Diensttijd). Veel vrijwillige hulp en ondersteuning vraagt vaak langdurige inzet om de ander vertrouwen te geven. Dat past minder goed bij incidentele of vrijblijvende inzet. Er zijn daarnaast ook activiteiten die daar bij wel goed bij passen. Vrijwilligersorganisaties zouden dus goed moeten kijken naar een flexibele schil om de kern heen. 

Rol van de overheid

Ondanks dat gemeenten ook tegen tekorten aanlopen zal het vrijwilligerswerk in de post-coronatijd extra ondersteuning vragen. Meer hulpvragers vraagt om meer vrijwillige inzet en dat leidt tot meer behoefte aan deskundigheid en deskundige ondersteuning. Anderzijds beperken die vrijwilligers de kosten voor gemeenten, omdat de druk op professionele hulp - en daarmee de uitgaves – minder worden. Voorwaarde voor deze inzet is dat er goed overleg tussen gemeenten, welzijnsorganisaties en vrijwilligersorganisaties over wat er nodig is aan ondersteuning. Het gaat om een passende verhouding tussen vrijwillige en professionele inzet. Dat vraagt om flexibele financiële inzet om de maatschappelijke opgaven van gemeente samen op te pakken. De aanpassing naar de anderhalvemetersamenleving van de vrijwillige dienstverlening en ook het werven en behouden van de benodigde vrijwilligers zal niet zonder kosten zijn. 

Nederland is evenals veel andere landen ontwricht. Er is opbouw nodig, waarbij vrijwilligers en sociaal werkers een belangrijke rol spelen. De overheid heeft op dit moment vooral maatregelen die gebaseerd zijn op de medische gevolgen. Naarmate het virus meer onder controle komt, zal er ook meer aandacht voor de sociale gevolgen komen. Het zogenaamde Social Impact Team (motie Segers in de Tweede Kamer ) zal hier ook op inspelen. We kunnen hier samen sterker uitkomen en de kracht vasthouden die we elkaar nu in de samenleving bieden. 

Coronadosssier

Dit artikel is onderdeel van een dossier waarin wij kennis verzamelen over het coronavirus. Heb jij een vraag die Movisie kan beantwoorden? Tips of noemenswaardige initiatieven? Stuur dan een e-mail naar Hans Alderliesten, h.alderliesten@movisie.nl.

Naar het dossier