VTV 2014: belangrijk voor het sociale domein

Extra aandacht voor maatschappelijke participatie in Volksgezondheid Toekomst Verkenning

Op 24 juni overhandigt het RIVM de zesde Volksgezondheid Toekomst Verkenning (VTV) aan minister Schippers van VWS. Elke vier jaar schetst de toekomstverkenning de ontwikkeling van de volksgezondheid in Nederland. De VTV geeft een overzicht van de omvang van ziekte en gezondheid, van factoren die gezondheid beïnvloeden, van de gezondheidszorg en het beleid. De VTV-2014 is ook interessant voor de sociale sector.

De VTV geeft antwoord op veel vragen. Hoe staat het met de levensverwachting in Nederland? Welke ziekten komen veel voor? En welke zullen dat in de toekomst zijn? Hoe gezond leven Nederlanders? Welke kansen zijn er om de volksgezondheid te verbeteren? Hoe ontwikkelen de zorgkosten zich? Hoe verhoudt de Nederlandse volksgezondheid zich tot die van andere EU-landen? De inzichten uit de VTV vormen een basis voor de landelijke nota volksgezondheid van het ministerie van VWS. De analyses en feiten zijn ook interessant voor lokale overheden, GGD-en, preventie-instellingen, zorgverleners, zorgverzekeraars, patiëntenorganisaties en andere gezondheids- en zorgorganisaties.

Belangrijk voor het sociale domein

De VTV-2014 is interessant voor de sociale sector. In deze editie wordt aandacht besteed aan de kosten én aan de baten van gezondheid en gezondheidszorg. Dat was in vorige edities niet het geval. Maatschappelijke participatie wordt gezien als een van de belangrijkste baten en krijgt in dan ook extra aandacht. Deze keuze past natuurlijk naadloos in het overheidsbeleid waarin participatie een belangrijk doel is.

Maatschappelijke participatie als een van de belangrijkste baten

Gezondheid en maatschappelijke participatie

In 2013 publiceerde het RIVM het themarapport ‘Gezondheid en maatschappelijke participatie’. Onder maatschappelijk participatie verstaan de auteurs ‘vormen van participatie die van belang zijn voor de maatschappij als geheel: opleiding, betaald werk, vrijwilligerswerk en informele zorg.’ Het rapport concludeert dat gezondheid van belang is voor participatie én dat participatie van invloed is op gezondheid. Deze conclusie wordt onderbouwd met veel cijfers en voorbeelden van interventies. Sociale professionals leveren een belangrijke bijdrage aan het stimuleren en ondersteunen van meedoen aan de samenleving, op tal van terreinen.

Burger en gezondheid

Ook een tweede themarapport is voor de sociale sector relevant. ‘Burger en gezondheid’ gaat over eigen verantwoordelijkheid, autonomie, eigen keuzen en eigen regie in de relatie tot gezondheid, preventie en zorg. Het rapport beschrijft historische en recente ontwikkelingen. Ook worden lijnen doorgetrokken naar de toekomst. Dat levert vijf aandachtspunten voor beleid op. Het is vooral bij deze aandachtspunten waar de relevantie van en voor de sociale sector duidelijk wordt. Hoe kunnen professionals en overheden het ‘altruïstisch reservoir’ bij burgers aanspreken? Waar ligt de grens van wat vrijwilligers en andere informele zorgers kunnen en willen doen? Hoe kunnen beroepskrachten ruimte geven aan het eigen initiatief van bewoners, patiënten, familieleden, mantelzorgers, vrijwilligers? Onder welke voorwaarden komt optimale samenwerking tussen vrijwilligers en beroepskrachten tot stand? Wat zijn effectieve en efficiënte vormen van patiënten- of cliëntenparticipatie?

Preventie in de zorg

Het derde van de vier themarapporten is voor de sociale sector misschien nog wel het spannendst. ‘Preventie in de zorg’ (2013) gaat over preventiebeleid en wat er nodig is om het effectief te laten zijn. Eén van de conclusies is dat het leggen van verbindingen tussen zorg en andere sectoren daarbij van groot belang is. Om dat succesvol te kunnen doen is het nodig dat zorgverleners zich realiseren dat het nodig is het gezondheidsdoel in preventie te verbreden. In andere sectoren gaat het immers om heel andere doelen, zoals zelfstandig functioneren, arbeidsparticipatie, sociale cohesie, empowerment, etc. Wat niet in de conclusies staat is dat het ook van belang is dat de andere kant van verbinding ziet dat hun werk een bijdrage levert aan gezondheid. En dat dat voor hen wellicht niet de hoofdzaak is, maar net zo goed belangrijk.

Themarapporten maken nieuwsgierig

Deze themarapporten laten natuurlijk nog niet zien wat er in de VTV 2014 komt. Ze maken wel nieuwsgierig. Net zoals de manier waarop de VTV tot stand is gekomen. Steeds weer werden stakeholders betrokken bij cruciale stappen in het proces. Bijvoorbeeld bij de toetsing van scenario’s. Het rapport verschijnt ongetwijfeld na de presentatie op 24 juni op de websites van VWS en van de VTV zelf. Volg ook de themapagina gezond en sociaal op movisie.nl.